Deutsches Kino | Rabiye Kurnaz gegen George W. Bush (Delft)

In november 2001 wordt de in Duitsland geboren en opgegroeide Turk Murat Kurnaz tijdens zijn verblijf in Pakistan bij een routinecontrole opgepakt. Op verdenking van terrorisme belandt hij begin 2002 in het beruchte Amerikaanse gevangenenkamp van Guantánamo. Maar hoewel zijn onschuld al snel vast komt te staan blijft hij gevangen, omdat de Turkse regering niet tussenbeide komt en de Duitse regering een uitleveringsvoorstel van de Amerikanen afwijst. Ondertussen begint Kurnaz’ moeder Rabiye een bijna uitzichtloze strijd om de vrijlating van haar zoon te bewerkstelligen: samen met de mensenrechtenadvocaat Bernhard Docke klaagt ze de Amerikaanse regering aan. Door deze moedige actie wordt de Bremense huisvrouw direct in de wereldpolitiek gecatapulteerd. Het zenuwslopende juridische proces sleept zich jarenlang voort en brengt het duo Kurnaz-Docke tot aan het Amerikaanse Hooggerechtshof.

Voor de verfilming van dit waargebeurde David-tegen-Goliath verhaal gingen regisseur Andreas Dresen en zijn vaste scenarioschrijver Laila Stieler de zich opdringende morele en politieke vragen niet uit de weg, maar benadrukten ze vooral de menselijke kant van het verhaal. Ze concentreerden zich daarbij op moeder Rabiye en haar nooit aflatende, hartverwarmende inzet om haar zoon vrij te krijgen. Met de Duits-Turkse comedienne Meltem Kaptan vonden ze de ideale actrice voor de hoofdrol: naïef en pragmatisch, altijd nadrukkelijk aanwezig, nooit verlegen om een uitspraak, en een komisch tegenwicht voor de inherente tragiek van het verhaal. Ze vormt een mooi duo met de broodmagere, idealistische advocaat Docke, die degelijk wordt gespeeld door Alexander Scheer (in 2019 al in deze reeks te zien als de muzikant en graafmachine-machinist Gerhard Gundermann in Dresens vorige film).

Op het filmfestival van Berlijn wonnen zowel Kaptan als Stieler een Zilveren Beer voor hun bijdrage aan de film.

(DE 2022)

Lengte: 119 min.
Regie: Andreas Dresen
Taal: Duits met Engelse ondertiteling