Rolf Bauerdick leest voor uit 'Wie die Madonna auf den Mond kam'

Baia Luna is in de jaren vijftig van de vorige eeuw een slaperig dorpje in Oost-Europa. Ilja Botev’s kroeg, die hij samen met zijn 15-jarige kleinzoon Pavel beheert, is het centrum van het dorp waar de bewoners zich verzamelen om nieuws uit te wisselen en te drinken. Maar op een koude novemberdag in 1957 verandert alles in Baia Luna. Pavel krijgt van zijn lerares Angela de opdracht om het portret van de nieuwe leider van het land in de klas op te hangen. Terwijl hij dat doet fluistert zij duidelijk hoorbaar: ‘Laat hem naar de hel lopen. Vernietig hem.’

De volgende dag is zij verdwenen. Er is geen spoor van haar te bekennen. Pavels nieuwsgierigheid wint het van zijn angst en samen met het zigeunermeisje Buba gaat hij op onderzoek uit, een missie die zijn leven voorgoed zal veranderen. Vlak voor kerst wordt bovendien de populaire lokale priester, Vader Baptiste, vermoord. Zijn lichaam wordt door de communistische autoriteiten meegenomen voor autopsie en nooit naar het dorp teruggebracht.

Het mysterie rond de dood van Vader Baptiste en de verdwijning van Angela wordt nooit opgelost, totdat in 1989 de revolutie zegeviert en het socialisme verdwijnt in het gat van de geschiedenis. Dan gaan een aantal zaken als een puzzel in elkaar passen en leert Pavel wat het oude zigeunerspreekwoord ‘Keer de wereld op zijn kop en redt de maan’ betekent.

'Hoe de Madonna op de maan belandde' (de Nederl. titel) is een roman die leest als een thriller, maar tegelijkertijd thema’s als schuld en vergeving niet uit de weg gaat. Een meeslepend en uniek boek waarin niets is wat het op het eerste gezicht lijkt. Bauerdick vestigt met deze roman in één keer zijn naam als groot romancier.

'Rolf Bauerdick is een rasverteller. De grimmige realiteit van deze geschiedenis staat de magie en de humor op geen enkele wijze in de weg. ' – 'Der Spiegel'