Vergrijsd Duitsland wil pensioenpremies verlagen
Oppositie hekelt korte-termijn-beleid

De Bondsdag heeft donderdag ingestemd met de verlaging van de pensioenpremie. De CDU vindt het volstrekt logisch de premie nu te verlagen. “De pensioenkas is geen spaarkas,” zei de parlementaire staatssecretaris van Werk en Sociale Zaken Hans-Joachim Fuchtel (CDU) eerder deze maand in Die Welt.

Het Duitse staatspensioen is georganiseerd als een omslagstelsel. Dat betekent dat de huidige generatie werkenden betaalt voor de huidige gepensioneerden. De Duitsers spreken van een Generationenvertrag. Als de overschotten te groot worden, moet de premie worden verlaagd. Dat is wettelijk vastgelegd.

Niet toekomstbestendig

De oppositie verzet zich tegen de plannen om de premie te verlagen en vindt dat de wet moet worden aangepast. “De rekening hiervoor moeten komende generaties betalen”, zei vice-fractievoorzitter Elke Ferner van de SPD vorige week in dagblad Die Welt. “Gezien de prognoses over de pensioeninkomsten en -uitgaven leidt de premieverlaging ertoe dat er in 2013 een verdere verlaging komt, de premie daarna stabiel blijft en aan het begin van het volgende decennium een sterke verhoging nodig is”, voorspelt de SPD in haar alternatieve wetsvoorstel.

De sociaal-democraten stellen voor de premie op 19,6 procent te houden en de overschotten in een demografiefonds te storten. Zo kan de hoogte van de pensioenpremie stabiel blijven als er steeds meer mensen met pensioen gaan. De SPD ziet zich gesteund door de vakbonden.

Die Linke wil de overschotten benutten om de pensioenregeling te verbeteren. Veel ouderen kunnen nauwelijks rondkomen van hun karige pensioen, beargumenteert de partij.

De CDU vindt het onverkoopbaar en in strijd met het stelsel om de werkgevers en werknemers miljarden meer te laten betalen dan nodig is. Regeringspartijen CDU en FDP in de Bondsdag stemden voor de plannen van de regering. SPD, Groenen en Die Linke stemden tegen.

In Duitsland is het staatspensioen de belangrijkste pensioenvorm en goed voor ongeveer 80 procent van het pensioenvolume. In Nederland spelen de aanvullende pensioenen via de werkgever een veel grotere rol.

Uit cijfers van de Bondsregering van oktober 2012 blijkt dat de helft van de Duitse gepensioneerden een aanvullende pensioenvoorziening heeft, zoals een uitkering uit een pensioenfonds of lijfrenteverzekering. In Nederland regelt 90 procent van de werkgevers een aanvullend pensioen voor werknemers.