Twintigste Bondsdagverkiezingen: 26 september 2021
Bij de Bondsdagverkiezingen van 26 september 2021 werd de SPD verrassend de grootste partij, na een opmars op het laatste moment onder lijsttrekker Olaf Scholz. De CDU/CSU leed de grootste nederlaag uit haar geschiedenis.
De CDU/CSU verloor ten opzichte van 2017 bijna 9 procent van de stemmen en kwam uit op 24,1 procent. De SPD werd met 25,7 procent de grootste, 5,2 procent meer dan in 2017. De Groenen haalden de beste uitslag ooit en werden de derde partij, maar kwamen toch veel lager uit dan ze op basis van de peilingen hadden gehoopt: ze hadden ruim twee jaar lang op de tweede plaats gestaan. De FDP boekte een bescheiden winst. De AfD, in 2017 voor het eerst in de Bondsdag gekozen en toen de derde partij, verloor licht en werd de vijfde partij in het parlement.
Die Linke haalde de kiesdrempel van 5 procent niet. Maar omdat ze wel genoeg (= meer dan drie) directe mandaten wist te bemachtigen, geldt voor de partij een uitzondering en is ze wel in de Bondsdag vertegenwoordigd. Ze heeft als zogenoemde Gruppe (groep) wel minder rechten en spreektijd.
Nieuw in de Bondsdag is de partij van de Deense minderheid in Sleeswijk-Holstein, het Südschleswigsche Wählerverband (SSW). Die haalde genoeg stemmen voor een zetel. Voor partijen van nationale minderheden geldt de kiesdrempel niet.
De verkiezingsuitslag:
SPD: 25,7 procent (206 zetels)
CDU/CSU: 24,1 procent (197 zetels)
Bündnis 90/Die Grünen: 14,8 procent (118 zetels)
FDP: 11,5 procent (92 zetels)
AfD: 10,3 procent (82 zetels, het waren er 83 maar 1 AfD’er heeft zich afgescheiden en zit als fractieloze afgevaardigde in de Bondsdag)
Die Linke: 4,9 procent (39 zetels)
SSW: 0,1 procent (1 zetel)
Overige: 8,6 procent