Nieuwe wet perkt macht farmaindustrie in
Verzekeraars krijgen inspraak bij beprijzing geneesmiddelen

Achtergrond - 28 maart 2012

Voor het eerst sinds lange tijd dalen dit jaar de kosten van Duitse zorgverzekeraars voor de vergoeding van geneesmiddelen. Oorzaak is een nieuwe wet voor de totstandkoming van geneesmiddelenprijzen. De wet moet de macht van de farmaceutische industrie inperken en heeft mogelijk ook consequenties voor de prijzen van medicijnen in Nederland.

Nieuwe wet perkt macht farmaindustrie in
© Flickr.com/Grumpy-Puddy

Achthonderd en twaalf. Het zijn de twee magische cijfers die de farmaceutische industrie graag en vaak in stelling brengt. Het kost gemiddeld 800 miljoen euro om een nieuw geneesmiddel te produceren en de weg van laboratorium naar apotheek kan wel twaalf jaar duren. Vandaar de soms hoge prijzen voor medicijnen en daarom ook de noodzaak van octrooien. De ontwikkelingskosten van geneesmiddelen moeten tenslotte ook weer worden terugverdiend.

Er valt wel wat af te dingen op deze op het oog indrukwekkende cijfers. Volgens een Amerikaans onderzoek uit 2008 geven farmaceutische bedrijven gemiddeld bijna twee keer zoveel uit aan marketing als aan onderzoek en ontwikkeling. Ook die kosten worden doorberekend in de eindprijs. Zeker in Duitsland was dat tot dusver geen enkel probleem, omdat farmaceutische bedrijven hun prijzen zelfstandig mochten bepalen. Hierdoor golden medicijnen in Duitsland tot de duurste van Europa.

Onderhandelen

Daaraan is met ingang van 2012 een einde gekomen met de Amnog-wet, het Gesetz zur Neuordnung des Arzneimittelmarktes. Hiermee heeft de federale overheid de totstandkoming van geneesmiddelenprijzen drastisch herzien. Voortaan moeten farmaceutische bedrijven met de zorgverzekeraars onderhandelen over de prijzen van hun nieuwe medicijnen. Bovendien moeten ze aantonen dat hun nieuwe producten een meerwaarde bezitten ten opzichte van bestaande geneesmiddelen.

Hiertoe krijgen ze een jaar de tijd. Slagen ze er binnen die tijd niet in te bewijzen dat hun nieuwe medicijnen iets aan het aanbod toevoegen, dan vallen ze onder de groep van generieke geneesmiddelen. Dit zijn medicijnen die niet beschermd zijn door octrooien en waarop minder winst valt te behalen. Zij maken driekwart van de geneesmiddelenmarkt uit. De Duitse zorgverzekeraars beslissen over de prijzen van deze groep medicijnen.

Hogere prijs

Kan een farmaceutisch bedrijf wel bewijzen dat een nieuw medicijnen iets toevoegt aan de bestaande geneesmiddelen, mag het er een hogere prijs voor rekenen. Maar ook hierover moet de industrie voortaan met de zorgverzekeraars om de tafel. Samen moeten zij het eens zien te worden over een redelijke prijs. Hiervoor wordt onder andere gekeken naar vergelijkbare geneesmiddelen en naar de prijzen in andere landen.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Duitsland kent een bloeiende farmaceutische industrie, met bedrijven als Bayer, Boehringer en Merck die in de sector tot de grootste ter wereld behoren. Zij verzetten zich hevig tegen de aantasting van hun positie. Zo zijn de eerste onderhandelingen met de zorgverzekeraars onlangs al stukgelopen.

De partijen konden het niet eens worden welke landen überhaupt in aanmerking komen als referentie voor de Duitse prijsonderhandelingen. De industrie heeft het liefst een klein aantal landen met hoge geneesmiddelenprijzen, de zorgverzekeraars geven de voorkeur aan een grotere en gevarieerdere mix van referentielanden.

Laatste stem

Maar ook voor gevallen waarin bedrijven en verzekeraars er samen niet uitkomen, voorziet de wet in een oplossing. Een onafhankelijke commissie neemt de uitwerking van de referentieprocedure nu over. Deze commissie heeft straks ook de laatste stem over de prijzen van bepaalde innovatieve geneesmiddelen als de partijen het oneens blijven. Het is dus hoe dan ook voorbij met de vrijheid van de farmaceutische industrie. Alle betrokkenen zijn het erover eens dat de Amnog de geneesmiddelenmarkt zal opschudden.

En niet alleen in Duitsland. Veel landen baseren hun geneesmiddelenprijzen juist in meer of mindere mate op die in Duitsland. Zo ook in Nederland. Hier stelt een uitvoeringsorgaan van het ministerie van Volksgezondheid de maximumprijzen vast voor geneesmiddelen. Hiertoe worden medicijnen vergeleken met vergelijkbare producten in Duitsland, België, Frankrijk en Engeland. Als de Duitse prijzen dalen, kunnen die in Nederland dus meezakken.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger