Begin van het einde?
De betekenis van de 'Weltfestspiele' van 1973 voor de DDR
Achtergrond - 8 augustus 2003
(4 augustus 2003) Dertig jaar geleden was Oost-Berlijn gastheer van de tiende editie van de Weltfestspiele, het internationale jeugdfestival ter meerdere eer en glorie van het communisme. Het evenement werd door het toenmalige DDR-regime aangegrepen om het internationaal aanzien van de Erste Arbeiter und Bauern-Staat te verhogen. In het binnenland was vooral teleurstelling het resultaat. Een deelnemer van destijds zegt terugblikkend: "Het droeg bij aan de ondergang van de DDR".
In het kielzog van alle activiteiten die moeten herinneren aan de gebeurtenissen van 1973, is ook een kleine discussie ontstaan over de betekenis van de Weltfestspiele voor de toenmalige DDR. Sommigen beweren, dat het evenement het begin van het einde van de DDR vormde. In de Berliner Zeitung van 1 augustus schrijft Frank Herold, destijds bij het festival aanwezig, dat het evenement bij veel Oost-Duitsers naderhand vooral het gevoel van een niet nagekomen belofte teweegbracht. De kortstondige contacten met de buitenlandse gasten en de tijdelijke vrijheid van meningsuiting - of wat als zodanig werd ervaren - had hoge verwachtingen gewekt bij de bevolking van de DDR. Dat deze verwachtingen in de jaren daarna niet werden waargemaakt, heeft er volgens Herold toe bijgedragen dat de inwoners van de DDR in de herfst van 1989 uiteindelijk de Berlijnse Muur slechtten: "Dieser Staat ging vor allem deshalb zu Grunde, weil seine Versprechungen von einem besseren Leben als in dem benachbarten deutschen Staat nicht einlösten". De Weltfestspiele, die hadden moeten bijdragen tot het aanzien van de DDR, zouden op paradoxale wijze haar ondergang juist hebben bespoedigd.
De these van Herold wordt weersproken door de voormalige burgemeester van Berlijn, Eberhard Diepgen (1984-1989 en 1991-2001), die in 1973 als lid van de Junge Union - de jeugdorganisatie van de CDU - in Oost-Berlijn aanwezig was. In de Berliner Zeitung van 2 augustus stelt hij dat de Oost-Duitse bevolking welbeschouwd helemaal niets werd beloofd: "Es wurde auch nicht die Reisefreiheit und damit der Verzicht auf die Mauer versprochen". Diepen beschouwt de these, als zou de teleurstelling over het uitblijven van concrete hervormingen na de Weltfestspiele het "begin van het einde van de DDR" zijn geweest, vooral als een onterechte poging de lange tijd tussen de zomer van 1973 en de feitelijke sterfdatum van de DDR, 9 november 1989, achteraf van een betekenis te voorzien. Simpel gezegd: Diepgen beschuldigt Herold van Ostalgie.
Diepgen heeft gelijk in zoverre hij beweert dat de bevolking van de DDR in 1973 feitelijk helemaal geen verbetering van haar leefsituatie in het vooruitzicht werd gesteld. Dat betekent echter niet, dat de Oost-Duitse bevolking niet in die veronderstelling kon verkeren. Misschien dat veel inwoners van de DDR de relatieve vrijheid van de zomer van '73 zó goed was bevallen, dat zij uit het oog verloren dat het regime allesbehalve bereid was, deze vrijheid te laten voortduren. De wens als vader van de gedachte. Maar goed, of de politieke hervormingen nou beloofd waren of niet; de teleurstelling over het feit dat zij niet plaatsvonden, werd er niet minder om. En dat kan hebben bijgedragen aan de onvrede die in november 1989 uiteindelijk leidde tot de val van de Berlijnse Muur.
Mark Schenkel is student Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en schrijft regelmatig artikelen voor het Duitslandweb. Momenteel studeert hij aan de Humboldt Universität in Berlijn.
Berliner Zeitung
"Wir haben gezielt die Diskussion gesucht"
Berliner Zeitung
Kurzfristige Partystimmung
Reacties
Geen reacties aanwezig