Bondsdag neemt motie aan over bescherming Joods leven

De motie, die niet bindend is, roept de regering ertoe op antisemitisme daadkrachtig te bestrijden en daarvoor de repressieve mogelijkheden maximaal in te zetten, zowel in het strafrecht als in het asiel- en verblijfsrecht.

De vier partijen die de motie hebben ingediend - SPD, Groenen, FDP, CDU/CSU - bekritiseren het 'in toenemende mate op Israël gerichte en links-antiimperialistische antisemitisme' en roepen de regering op zich actief in te zetten voor het voortbestaan en voor de legitieme veiligheidsbelangen van Israël.

De motie roept deelstaten en gemeenten op om bijvoorbeeld bij de toekenning van subsidies te letten op antisemitisme volgens de IHRA-definitie. De IHRA is de International Holocaust Remembrance Alliance. Volgens die definitie kan kritiek op Israël als Joodse staat ook een indirecte vorm van antisemitisme zijn. 

Mede vanwege deze ruime interpretatie van het begrip antisemitisme is er ook kritiek op de motie van de Bondsdag. Historicus Barbara Stollberg-Rilinger waarschuwde bij aanvang van het Bondsdagdebat dat de motie met deze definitie misbruikt kan worden om politieke tegenstanders monddood te maken of in een kwaad daglicht te stellen. In Duitsland zijn het afgelopen jaar meerdere incidenten geweest waar publieke personen het Israëlische geweld in Gaza aan de kaak stelden en vervolgens van antisemitisme werden beticht. Tegelijkertijd blijkt uit diverse onderzoeken dat antisemitische incidenten het laatste jaar zijn toegenomen, waardoor volgens de voorstanders deze motie nodig is. Lees meer bij persbureau DPA