Overzicht
Staatshuishouding
Duitsland is een federale staat. Dit betekent dat de 16 deelstaten veel zeggenschap hebben over het eigen bestuur. Dit geldt in beperkte mate ook voor de belastingen.
Van de inkomsten van de Duitse overheid kwam 40 procent in 2015 van de deelstaten en 40 procent uit belastingen die de centrale overheid de burgers oplegt. Vanuit de gemeenten kwam 15 procent en de resterende 5 procent kwam uit Europa.
Länderfinanzausgleich
De totale opbrengst van de belastingen, geïnd door de overheid, de deelstaten en deels de gemeenten, komt terecht bij de Duitse regering, die de middelen op haar beurt verdeelt. Dit heet de Länderfinanzausgleich. Geld kan met dit systeem via de centrale overheid naar de deelstaten vloeien (verticaal) en van de ene naar de andere deelstaat (horizontaal).
De Länderfinanzausgleich is bedoeld om de belastingdruk eerlijk over het land te verdelen zoals de Duitse grondwet voorschrijft. In 2014 waren alleen Hessen, Baden-Württemberg en Beieren nettobetalers binnen het systeem. De andere deelstaten kregen geld.
Bund-Länder-Finanzreform
De Länderfinanzausgleich geldt tot en met 2019. Daarna wordt die afgeschaft. Alleen de btw-inkomsten worden straks nog herverdeeld tussen de deelstaten. Vanaf 2020 moeten de rijke deelstaten niet meer afdragen voor de armere deelstaten, maar doet de centrale overheid dat. In ruil voor meer zeggenschap betaalt de bond jaarlijks ongeveer 10 miljard euro aan de deelstaten. Bouw en onderhoud van de snelwegen worden gecentraliseerd en ondergebracht in een aparte infrastructuurmaatschappij. Dat is in juni 2017 besloten met de Bund-Länder-Finanzreform, een van de grootste hervormingen van Merkel-III.
Voor de Bund-Länder-Finanzreform zijn alleen al 13 grondwetswijzigingen nodig. Zo verbiedt de grondwet tot nu toe directe financiële hulp van de staat aan gemeenten. Op het gebied van onderwijs wordt dit verbod nu versoepeld, zodat de staat bijvoorbeeld kan bijspringen bij de sanering van scholen in armere gemeenten.
Solidarpakt
Sinds de Duitse eenwording krijgen de Oost-Duitse deelstaten extra financiële middelen om de economische achterstand met de rest van Duitsland in te halen. Voor het project Aufbau Ost werd in eerste instantie het Fonds Deutsche Einheit opgericht waarvoor Duitsland grote leningen aanging.
Na 1995 moesten de centrale overheid en de West-Duitse deelstaten volgens de afspraken in het Solidarpakt I extra geld bijdragen voor de noodzakelijke investeringen. Doelstelling was dat de nieuwe deelstaten in 2004 hun economische achterstand hadden ingehaald. Toen duidelijk werd dat dit niet lukte, werd het Solidarpakt II overeengekomen, waarin de centrale overheid tot 2019 in totaal 156,5 miljard euro voor Oost-Duitsland ter beschikking stelt.
Solidaritätszuschlag
De kosten voor de Duitse eenwording worden niet alleen met het Solidarpakt gefinancierd. Ook de Duitse belastingbetalers dragen sinds 1991 bij via de Solidaritätszuschlag (solidariteitstoeslag), ofwel Soli. De Soli geldt voor alle Duitse belastingbetalers, dus ook de Oost-Duitse, en wordt in ieder geval nog tot 2019 geheven. Sinds 1998 bedraagt de toeslag 5,5 procent van de inkomstenbelasting.