Duitsland betaalt
EMS en het pragmatisme van Schmidt: 1974-1982
Het bestrijden van de economische crisis die Europa in de jaren zeventig in zijn greep hield was één van de grootste uitdagingen voor kanselier Schmidt. Hij was ervan overtuigd dat de gevolgen van de crisis met een betere samenwerking op Europees niveau bevochten moesten worden. Schmidt maakte zich sterk voor een gezamenlijke en stabiele Europese valutapolitiek.
Dat Schmidt aandrong op een stabilisatie van de Europese economische politiek kwam overeen met de Duitse belangen. De Duitse economie was sinds het begin van de Europese samenwerking in de EGKS sterk vervlochten geraakt met de economieën van de andere lidstaten. De EG vormde de grootste afzetmarkt voor West-Duitsland. Het was voor Duitsland niet alleen van belang dat het land zelf een stabiel economisch beleid voerde maar dat ook de andere lidstaten in de EG dat voorbeeld volgden. Een actief Europabeleid was voor Duitsland niet alleen noodzakelijk maar zelfs een voorwaarde voor een financieel gezonde Bondsrepubliek.
Duitsland toonde zich bereid om de ontwikkeling van de Europese samenwerking te ondersteunen met forse financiële bijdragen. De nettobetalingen van Duitsland aan de EG namen tussen 1971 en 1982 toe van 454 miljoen tot 7 miljard D-Mark. Ook ondersteunde de Bondsrepubliek andere lidstaten met kredieten. De lidstaten kregen deze kredieten echter niet cadeau. De ontvangers moesten maatregelen tegen de groeiende inflatie nemen en zich aan de regels van de EG houden. Duitsland gebruikte deze kredieten om zijn eigen politiek van financiële stabiliteit aan te prijzen in andere landen.