Wedstrijden tussen Nederland en Duitsland
Een derby met geschiedenis
Nederland en Duitsland hebben al tientallen keren tegen elkaar gespeeld. Tussen de onderlinge ontmoetingen zitten enkele beladen, maar ook een aantal schitterende wedstrijden.
Berti Vogts, Johan Cruijff en Uli Hoeness in de WK-finale 1974
De eerste Nederland-Duitsland werd op 24 april 1910 in Arnhem gespeeld. Nederland versloeg het Duitse keizerrijk met 4-2. Daarna volgde een reeks vriendschappelijke duels, waarin beide landen aan elkaar gewaagd waren. Aan één van deze wedstrijden hebben de Nederlandse spelers minder prettige herinneringen: in 1937 werd in Düsseldorf een wedstrijd tegen nazi-Duitsland gespeeld.
Horst-Wessel-Lied
Voor aanvang van de wedstrijd werden voor het Duitse team twee liederen ten gehore gebracht. Eerst werd het ‘Horst Wessel-Lied’, de hymne van de NSDAP, gedraaid en vervolgens het volkslied ‘Deutschland über alles’. Aan de Nederlandse voetballers was opgedragen tijdens het eerste lied niet in de houding te gaan staan, maar bij het tweede lied wel. Zij volgden gehoorzaam de instructies op, maar erg op hun gemak voelden zij zich waarschijnlijk niet. In het met nazisymbolen versierde Rhein-stadion eindigde de partij in 2-2. Na afloop weigerden de Nederlandse spelers contact met de tegenstanders.
Ruim een jaar later, in december 1938, stond in Rotterdam de wedstrijd Nederland-Duitsland op het programma. De aankondiging van de wedstrijd leverde commotie op, omdat een maand eerder de Reichskristallnacht had plaatsgevonden. Burgemeester P.J. Oud besloot de wedstrijd wegens verwachte ordeverstoringen te verbieden. De belangrijkste leider van de voetbalbond, Karel Lotsy, was woedend over dit besluit. Volgens hem moest de wedstrijd gewoon doorgaan.
Na de Tweede Wereldoorlog
De eerste keer dat het Nederlandse en Duitse elftal elkaar na de Tweede Wereldoorlog weer ontmoetten, was tijdens een vriendschappelijke wedstrijd in 1956. Nederland versloeg de wereldkampioen van 1954 in Düsseldorf door twee doelpunten van sterspeler Abe Lenstra.
Hierna volgden nog enkele oefenduels tot het er in 1974 werkelijk om ging: Nederland en Duitsland speelden de WK-finale in München. Oranje had indruk gemaakt tijdens het toernooi, door met mooi voetbal onder meer Argentinië en Brazilië te verslaan. Met een snoeiharde penalty van Johan Neeskens kwam Nederland al in de tweede minuut op voorsprong. Halverwege de eerste helft kreeg ook Duitsland een strafschop: 1-1. Net voor rust scoorde spits Gerd Müller de 2-1. In de tweede helft werd niet meer gescoord en Duitsland was wereldkampioen.
De finale van dit WK staat voor menig Nederlander in het geheugen gegrift. Hoe kón Oranje deze wedstrijd verliezen? Het totaalvoetbal waar het Nederlandse team om geroemd werd, kwam er in de finale niet uit. De Duitsers waren domweg beter.
Wraak
In 1988 nam Nederland wraak voor de verloren WK-finale. Oranje versloeg Duitsland in de halve finale van het EK in het Volkspark-stadion in Hamburg. Na de 1-0 van ‘aartsvijand’ Lothar Matthäus kwam Nederland terug in de wedstrijd door een penalty van Ronald Koeman. De ontlading was enorm toen Marco van Basten net voor het einde van de wedstrijd de bal langs doelman Eike Immel schoot. In de finale versloeg Nederland vervolgens de Sovjet-Unie.
In 1990 speelden Nederland en Duitsland op het WK in Italië de achtste finale tegen elkaar. Veel meer nog dan de uitslag herinneren veel mensen het beruchte spuugincident tussen Frank Rijkaard en Rudi Völler. Na getreiter van Völler en een door hem aangesmeerde gele kaart was Rijkaard het zat. Hij spuugde Völler in zijn haren. Beide spelers werden vervolgens van het veld gestuurd. Duitsland won de wedstrijd met 2-1 en werd na overwinningen op Tsjecho-Slowakije, Engeland en Argentinië voor de derde keer wereldkampioen.
Sinds de jaren ‘90 is de rivaliteit tussen Nederland en Duitsland een stuk minder fel geworden. Toch gaat het hart van voetballiefhebbers nog altijd sneller kloppen als beide landen elkaar weer eens loten op een eindtoernooi.