Burgerschap en democratie
Kanselier Merkel ontvangt bezoekers en deelt handtekeningen uit op de Open Dag van haar Bundeskanzleramt, augustus 2012
Democratie moet je leren. Dat is een gevleugelde uitspraak in Duitsland. Dit dossier laat zien hoe Duitsland probeert burgers bij de politiek te betrekken en hoe democratie in Duitsland werkt.
De Duitse democratie werkt op een aantal punten anders dan de Nederlandse. Zo heeft Duitsland een kiesstelsel dat een mengvorm is van een districtenstelsel zoals de Britten dat kennen en het principe van evenredige vertegenwoordiging zoals dat in Nederland geldt. Door dat districtenstelsel heeft elke Duitse regio - het zijn er 299 in totaal - een eigen afgevaardigde in de Bondsdag. Inwoners van een regio kunnen hun afgevaardigde direct aanspreken op beleid en vragen stellen. Op die manier zijn Duitsers directer betrokken bij hun democratie dan Nederlanders.
Ook via een ander specifiek Duits instituut zijn burgers direct bij hun democratie betrokken: het Constitutioneel Hof. Dat toetst wetgeving van de overheid aan de grondwet en kan wetten terugsturen naar de regering met de mededeling dat die er zaken in moet veranderen. Alle Duitse burgers, maar ook buitenlanders, kunnen naar het Constitutioneel Hof stappen met een klacht.
In de deelstaten kunnen Duitsers wetgeving aanpassen via bindende referenda, het Volksentscheid. Daarmee hebben burgers in Berlijn en Hamburg de laatste jaren bijvoorbeeld privatiseringen kunnen terugdraaien.
Duitsland heeft in de twintigste eeuw twee dictaturen gekend: het Derde Rijk en de DDR. Door die ervaringen wordt in Duitsland veel aandacht besteed aan wat het Demokratieerziehung noemt. Begin jaren vijftig werd bijvoorbeeld de Bundeszentrale für politische Bildung (BpB) opgericht, de instantie die nog steeds het democratisch bewustzijn in Duitsland moet versterken en politieke betrokkenheid van burgers moet vergroten. Ook op Duitse scholen - van het basisonderwijs tot en met de hoogste klassen van de middelbare school - is sinds de Tweede Wereldoorlog veel ervaring opgedaan met onderwijs over burgerschap en democratie - voor Nederlandse scholen sinds 2006 verplicht.
Desalniettemin worstelt ook Duitsland met wat het Politikverdrossenheit noemt - de kloof tussen burger en politiek. Met initiatieven, zoals de Zukunftsdialog van kanselier Merkel, en sociale media proberen Duitsers burgers bij de politiek te betrekken - met wisselend succes.
Ook komt in dit dossier aan bod hoe Duitsland omgaat met peilingen in verkiezingstijd - daarvoor gelden strengere regels dan in Nederland - en waarom Duitse kabinetsformaties zoveel sneller gaan dan Nederlandse.