Factsheet minimumloon
Duitsland discussieert over loonpolitiek na ommezwaai CDU
Achtergrond - 9 november 2011
Na de afschaffing van de dienstplicht en het stilleggen van de kerncentrales heeft bondskanselier Angela Merkel (CDU) opnieuw een beleidsprincipe van haar partij laten vallen. Vorige week kondigde ze aan een minimumloon te willen invoeren. Voor- en tegenstanders van haar voorstel buitelen sindsdien over elkaar heen.
Waarom zorgt een thema als het minimumloon voor zoveel ophef?
Omdat het een klassiek strijdpunt is tussen ‘links’ en ‘rechts’. De christendemocratische CDU is altijd pertinent tegen de invoering van een algemeen geldend minimumloon geweest. De gedachte is dat de markt er het meest bij gebaat is als ze zelf haar loontarieven vaststelt. Dit principe van Tarifautonomie deelt de partij met haar huidige regeringspartner, de liberale FDP.
De sociaaldemocratische SPD en de Groenen roepen juist al jaren om de invoering van een wettelijk en voor iedereen geldend minimumloon. Een tiental sectoren, zoals de bouw en de verpleging, beschikt dankzij het tariefrecht al over een eigen minimumloon. Maar bij andere, vooral laaggekwalificeerde, banen in landbouw of handel krijgen werknemers zo weinig betaald dat het voor hen aantrekkelijker is een uitkering aan te vragen. De linkse partijen hekelen de almaar uitdijende loonverschillen in Duitsland. De enkele jaren geleden opgerichte partij Die Linke ontleent haar bestaansrecht zelfs deels aan haar strijd tegen de Niedriglöhne.
Vanwaar Merkels ommezwaai?
Je zou het ‘de tijdgeest’ kunnen noemen. Duitsland steunt de redding van landen als Griekenland met miljarden. Niemand lijkt de bankensector te kunnen of willen aanpakken als het gaat om bonussen en torenhoge salarissen. De CDU snapt dat ze niet tegelijk een situatie in stand kunnen houden waarbij Duitsers zelf hard werken maar toch niet boven het bestaansminimum uitkomen. “Deze open flank voor aanvallen door de sociaaldemocraten en Die Linke wil de CDU-leider hiermee sluiten”, schrijft opinieblad Die Zeit op 3 november.
Daarnaast is de werkloosheid in Duitsland historisch laag. Waar lange tijd het motto gold ‘als er maar werk is’, krijgen politici nu oog voor wat een regeringswoordvoerder vorige week in de Süddeutsche Zeitung “de waardigheid van werk” noemde. Zo zei een hooggeplaatste CDU’er op 6 november in de Süddeutsche Zeitung: “Een christelijke volkspartij kan zich toch niet tevreden stellen met een uurloon van 4,50 euro”, zoals in sommige sectoren gebruikelijk is.
Merkels ommezwaai wordt ter linker zijde verwelkomd – al blijft scepsis bestaan over zowel de motieven als de invulling van haar voorstel. De prominente SPD-parlementariër Andrea Nahles kwam met het cynische commentaar: “Mevrouw Merkel valt weer eens om, maar deze keer tenminste in de goede richting.”
Dat klinkt alsof de invulling van het minimumloon nog niet rond is?
Inderdaad. De discussie gaat nu over de vraag wie het minimumloon moet bepalen: de overheid of de markt. De eerste optie is een groot schrikbeeld voor de FDP, zoals blijkt uit een uitspraak van de toenmalige secretaris-generaal in Die Zeit in 2007: “Als de staat de lonen gaat bepalen, dan gaat ze straks ook de prijzen vastleggen. Dan worden we een soort DDR, maar dan zonder Muur.”
Als het niet anders kan, wil de FDP dat de sociale partners tenminste zelf hun minimumloon kunnen vaststellen. En dat de hoogte van dat loon kan verschillen per sector en eventueel per regio. FDP-secretaris-generaal Christian Lindner liet er onlangs in Die Zeit geen misverstand over bestaan: “Een voor iedereen en overal geldend minimumloon dat door politici per wet wordt vastgelegd, gaan wij liberalen niet steunen.” Daar moeten de coalitiepartners dus nog zien uit te komen.
Waarom is de FDP zo tegen een wettelijk minimumloon?
Naast het principiële punt dat de overheid zich niet met de markt moet bemoeien, vreest de FDP dat een minimumloon slecht is voor de werkgelegenheid. Werkgevers zullen immers makkelijker mensen aannemen als ze zelf de hoogte van het loon kunnen bepalen. Voorstanders van het minimumloon ontkennen deze theorie. Cijfers van branches die al vrijwillig een minimumloon hebben vastgesteld, laten geen negatieve effecten zien.
Maar, zo zeggen experts: een vrijwillig minimumloon is iets anders dan een door de staat opgelegd, sectoroverstijgend minimum. De invoering daarvan zou wel banen kunnen kosten. Essentieel is de hoogte ervan. Als het minimumloon lager ligt dan het gebruikelijke laagste loon in de branche, heeft het geen enkel effect. Maar als het erboven ligt, zullen werkgevers mensen gaan ontslaan. Zo luidt de algemene gedachte onder economen in Duitsland.
Welke bedragen worden genoemd?
De CDU wil het minimumloon van de uitzendsector overnemen. Dat staat op 6,89 euro in de oostelijke deelstaten en 7,79 euro in de westelijke. Hiermee zit Merkel aan de ondergrens van wat in Duitsland al aan minimumlonen wordt uitbetaald. In de afvalsector ligt het op 8,33 euro, in de schoonmaak op 8,55 euro en voor dakdekkers geldt een minimumloon van 10,80 euro (alle in West-Duitsland). In een branche als de horeca zal een minimumloon van bijna 8 euro daarentegen worden toegejuicht. In Nederland ligt het wettelijke minimumloon volgend jaar op 8,35 euro bij een 40-urige werkweek.
Is 7,79 euro per uur genoeg om de armoede in Duitsland op te lossen?
Dat is een minimumloon volgens experts sowieso niet. Mensen die ondanks hun werk niet kunnen rondkomen, maken doorgaans te weinig uren. Daar helpt ook geen loonsverhoging tegen. De armste mensen leven van de bijstand en werken helemaal niet. Meer werkgelegenheid zou dus een betere oplossing zijn tegen armoede.
Op welke termijn plant de regering het Duitse minimumloon in te voeren?
De CDU wil het thema op zijn partijcongres van 13 tot 15 november in Leipzig in stemming brengen. Minister Ursula von der Leyen van Arbeid (CDU) heeft aangekondigd het minimumloon nog deze regeerperiode te willen invoeren.
Reacties
Geen reacties aanwezig