Duitsers vrezen opmars kleine partijen in Europa
Duitsland en de Europese verkiezingen
Achtergrond - 13 maart 2014
- Auteur:
Marja Verburg
In Duitsland geldt dit jaar voor het eerst geen kiesdrempel meer voor de Europese verkiezingen. Hierdoor komen meer kleine Duitse partijen in het Europees Parlement. Politici en commentatoren vrezen zetelverlies voor de grote partijen en een opmars van populisten en eurosceptici in het EP. Temeer daar inmiddels ook een meerderheid van de Duitse bevolking kritisch is over de EU. Een weergave van het publieke debat in Duitsland.
Europa, dat is in Duitsland nog echt een geloof, sprak de Nederlandse Trouw-journalist Seije Slager toen hij vorig jaar voor de Bondsdagverkiezingen in Berlijn was. Uit de jongste peilingen voor de Europese verkiezingen blijkt iets anders. Meer dan de helft van de Duitsers, 54 procent, wil dat bevoegdheden van Europa weer worden overgedragen aan de nationale staten, aldus opiniepeiler INSA in februari. Deze trend is zichtbaar bij de aanhang van alle Duitse partijen. Alleen bij Die Grünen zijn de voorstanders van meer Europa nog in de meerderheid.
De Frankfurter Allgemeine Zeitung haalt deze week in een analyse getiteld ‘Het feest van de anti-Europeanen’ een peiling van opiniepeiler Forsa uit 2012 aan, waaruit blijkt dat tweederde van de Duitsers denkt dat vooral bedrijven en banken van de euro profiteren, en niet zozeer de burgers.
Alternative für Deutschland AfD
Het sterkst is de afkeer voor Europa bij de aanhangers van de anti-europartij Alternative für Deutschland (AfD). Bijna 80 procent van haar aanhang wil dat Europa minder, en de nationale staten weer meer te zeggen krijgen. De partij schommelt in verschillende peilingen tussen de 5 en de 7,5 procent. Bij de Bondsdagverkiezingen miste de AfD net de kiesdrempel van 5 procent. Overigens is de AfD niet per se anti-Europa. De partij heeft vooral kritiek op de euro. Samenwerking met eurosceptische partijen uit andere landen, zoals de PVV, de Britse UKIP of het Franse Front National, lijkt uitgesloten. Daarvoor zijn de verschillen te groot.
De CDU wordt volgens de peilingen de grootste partij bij de Europese verkiezingen in Duitsland. Ze schommelt nu in de verschillende peilingen rond de 40 procent. De SPD haalt rond 25 procent van de stemmen, Die Grünen 10 procent en Die Linke 9 procent.
De FDP schommelt in de laatste peilingen rond de 3 procent. De Duitse liberalen zijn nog niet hersteld van de klap die ze bij de Bondsdagverkiezingen kregen. Toen haalden ze voor het eerst in de naoorlogse geschiedenis de kiesdrempel niet. De FDP is daarom niet meer vertegenwoordigd in de Bondsdag.
Afschaffing kiesdrempel
Tot eind februari gold in Duitsland ook een kiesdrempel voor Europese verkiezingen, namelijk van 3 procent. Het Constitutioneel Hof in Karlsruhe heeft die nu afgeschaft. Een aantal kleine partijen had tegen de kiesdrempel geklaagd, omdat ze daardoor niet dezelfde kansen hadden om in het Europees Parlement te komen als partijen in andere landen waar geen kiesdrempel is. Het Hof gaf hen gelijk. Overigens blijft de kiesdrempel van 5 procent voor Bondsdag- en deelstaatverkiezingen in Duitsland gewoon bestaan.
Kleine Duitse partijen maken nu een goede kans in het Europees Parlement te komen. Vorige week bleek dat 42 partijen in Duitsland zich hebben aangemeld om mee te doen aan de Europese verkiezingen. Die zullen niet allemaal worden toegelaten. Maar bijvoorbeeld de Tierschutzpartei (voor de dieren), de Renntnerpartei (voor de ouderen), de Piratenpartei en de extreem-rechtse Republikaner zouden in 2009 in het EP gekozen zijn als er toen al geen kiesdrempel meer was geweest. De verwachting is dat er zeven of acht nieuwe kleine partijen uit Duitsland in het EP komen, aldus opiniepeiler Infratest dimap. De meeste daarvan met slechts een of twee zetels.
'Slagvaardigheid EP in gevaar’
Politici, juristen en politieke commentatoren hebben veel kritiek op de afschaffing van de kiesdrempel voor het Europees Parlement. Meer kleine partijen maken het EP minder slagvaardig. Zo wordt het een kermis, aldus Heribert Prantl, lid van de hoofdredactie van de Süddeutsche Zeitung. Ook de vroegere voorzitter van het Constitutioneel Hof, Hans-Jürgen Papier, en de voorzitter van het EP, de Duitser Martin Schulz, uitten harde kritiek op de beslissing. Het Hof begrijpt niet hoe democratie op Europees niveau werkt, zei Schulz tegen Spiegel Online.
Opvallend is de manier waarop de voorzitter van het Constitutioneel Hof, Andreas Voßkuhle, de kritiek van de hand wijst. Hij spreekt in Der Spiegel zijn voorliefde voor Europa en zijn afkeer van eurosceptici uit. “Ik zie mezelf als een overtuigde Europeaan en vindt het idee van een Europese federale staat als toekomstig doel nog steeds zinvol”, aldus de hoogste Duitse rechter. Hij ziet niet in hoe de uitspraak van het Hof Europa in de weg staat. Karlsruhe heeft het radicale bewegingen de afgelopen jaren juist moeilijker gemaakt, zegt hij. “Het is geen toeval dat anti-Europese stromingen in Duitsland minder aanhang hebben dan in andere lidstaten.”
Angst voor politieke versplintering
De CDU en de SPD waarschuwen kiezers voor de opkomst van extreem-linkse en -rechtse partijen. Ook zij vrezen een versplintering van het Europees Parlement. Bovendien hebben zij veel nadeel van de afschaffing van de kiesdrempel: CDU en SPD verliezen naar verwachting zes tot acht zetels in het EP, schrijft Spiegel Online.
In Duitsland is de angst voor een versnipperd politiek landschap veel groter dan in Nederland. Dat heeft te maken met de geschiedenis: in Duitsland leeft nog steeds de herinnering aan de republiek van Weimar, toen de hoeveelheid kleine partijen voor grote politieke instabiliteit zorgde. Na de Tweede Wereldoorlog werd daarom onder meer de kiesdrempel ingevoerd, om een stabiel politiek systeem te garanderen en zo herhaling van de nazi-dictatuur te voorkomen.
Duitsland heeft op landelijk niveau ook weinig ervaring met een versnipperd politiek landschap. De Bondsdag telt nu vier fracties: CDU/CSU, SPD, Die Grünen en Die Linke. Ter vergelijking: in de Tweede Kamer zijn het er 12. Coalities van meer dan twee partijen komen in Duitsland tot nu toe alleen op deelstaatniveau voor.
Geruststellende commentaren
Toch zullen de kleine Duitse partijen het Europees Parlement echt niet direct lamleggen, stelt Der Spiegel gerust. “Er zijn nu al 162 partijen in Brussel en Straatsburg vertegenwoordigd.” Ook voormalig hoofdredacteur van Die Zeit Theo Sommer ziet het zo’n vaart niet lopen. Rechts-populistische partijen en eurosceptici zijn te klein, te verschillend en te versplinterd om in het EP een fractie te kunnen vormen, haalt hij een studie van de invloedrijke Duitse denktank SWP aan.
De enige manier om invloed in het EP uit te oefenen, is via een fractie. Daarvoor heb je volgens de regels minstens 25 afgevaardigden uit zeven lidstaten nodig. Volgens een studie van de Deutsche Bank halen de EU-sceptici van links en rechts in Europa tussen de 128 en de 203 van de 751 zetels. Maar daarmee kunnen ze dus nog niet de besluitvorming en de koers van EP beïnvloeden, citeert Sommer de experts.
De Frankfurter Allgemeine Zeitung gaat er vanuit dat als de rechts- en links-populistische partijen een kwart van de zetels halen, ze een prominentere rol in het EP gaan spelen dan tot nu toe het geval was. “Als ze dat tenminste willen. In het verleden vielen eurosceptische politici als bijvoorbeeld de Britse UKIP, vooral op door afwezigheid, desinteresse en gekrakeel. Tegelijkertijd zullen ze ervoor zorgen dat partijen links en rechts van het midden nog meer gaan samenwerken.”
De FAZ denkt verder dat de prognose dat de eurosceptici het goed zullen doen, leidt tot een hardere en intensievere campagne en tot een hogere opkomst bij de Europese verkiezingen. Juist in Duitsland, nu de kiesdrempel daar niet meer geldt. Overigens was de opkomst in Duitsland in 2009 bij de Europese verkiezingen 43 procent - het Europese gemiddelde (Nederland: 36 procent). Ter vergelijking: bij de Bondsdagverkiezingen in 2013 ging 71,5 procent van de Duitsers naar de stembus.
Europese lijsttrekkers
Dit jaar gaan de Europese fracties voor het eerst met een lijsttrekker de verkiezingsstrijd in. De bedoeling is dat de lijsttrekker van een van de twee grootste partijen, de Luxemburger Jean-Claude Juncker van de christendemocratische EVP en de Duitser Martin Schulz van de sociaaldemocratische S&D, de opvolger van José Manuel Barroso wordt als voorzitter van de Europese Commissie.
Martin Schulz is waarschijnlijk de bekendste Duitse europarlementariër. Hij is de leider van de Europese sociaal-democratische fractie en de huidige voorzitter van het EP. Juncker was van 1994 tot en met 2013 premier van Luxemburg. De lijsttrekkers van de andere Europese fracties zijn de Belg Guy Verhofstadt en de Fin Olli Rehn voor de liberale fractie ALDE, de Fransman José Bové en de Duitse Ska Keller voor de Groenen, en de Griekse oppositieleider Alexis Tsipras voor de linkse fractie GUE/NGL.
Overigens kunnen de meesten van de 500 miljoen Europeanen niet op de Europese lijsttrekkers stemmen. Europese verkiezingen zijn per lidstaat georganiseerd, je kunt alleen op de Europese kandidaten in je eigen land stemmen (zie kader). Uiteindelijk stemt het EP zelf, begin juli, over de opvolging van Barroso. Daarbij houdt het wel rekening met de verkiezingsuitslag, zodat het waarschijnlijk is dat de lijsttrekker van de grootste partij voorzitter van de Europese Commissie wordt.
Reacties
Geen reacties aanwezig