Samenwerking met Duitse filmindustrie versterkt

Met drie regelingen wil de overheid zorgen dat Nederlandse filmmakers meer aansluiting hebben bij de veel grotere Duitse filmindustrie. Tijdens het Berlijnse filmfestival Berlinale in februari tekenden de Nederlandse en de Duitse regering een filmcoproductieverdrag. "Dit verdrag maakt coproducties tussen Nederland en Duitsland makkelijker dan voorheen, omdat het in de plaats komt van een aantal veel strengere Europese regels voor internationale coproductie", stelt de minister in een toelichting die ze eind februari aan de Tweede Kamer stuurde.

De films 'Nena' van Saskia Diesing uit 2014 en 'Zurich' van Sascha Polak, die momenteel in de bioscopen draait, zijn voorbeelden van Duits-Nederlandse coproducties. Beide films waren dit jaar ook op de Berlinale te zien.

Cash rebate

Ook de subsidieregeling die zorgt dat filmmakers een deel van de productiekosten terug krijgen, is voor 70 procent bedoeld voor internationale co-producties. De Netherlands Film Production Incentive is een zogenoemde cash-rebate-regeling waarvoor 20 miljoen euro per jaar is gereserveerd. De regeling moet het interessant maken voor internationale investeerders om met Nederlandse acteurs en filmbedrijven te werken.

De derde regeling richt zich op kinder- en jeugdfilms. Het Nederlands Filmfonds en de Mitteldeutsche Mediënförderung hebben tijdens de Berlinale daarvoor een gezamenlijk fonds opgericht. Dit nieuwe fonds kan bijdragen aan de ontwikkelkosten van scenario's voor Duits-Nederlandse kinderfilms. Hiervoor is 100.000 euro beschikbaar.