Focus op Linke doet Verfassungsschutz geen goed
Binnenlandse veiligheidsdienst is 'in verleden blijven hangen'
Achtergrond - 25 januari 2012
De partij Die Linke is rood aangelopen van verontwaardiging nu blijkt dat talloze parlementariërs in het vizier staan van de veiligheidsdienst Verfassungsschutz. De meningen binnen de politiek en de media lopen uiteen of die verontwaardiging terecht is. Voor de geplaagde veiligheidsdienst zelf is het nieuws hoe dan ook pijnlijk.
De Bondsdag is de aangewezen instantie om de binnenlandse veiligheidsdienst Verfassungsschutz te controleren. Niet zo vreemd dus dat Linke-partijvoorzitter Klaus Ernst het “de omgekeerde wereld” noemt dat de geheime dienst op zijn beurt Bondsdagleden in het vizier heeft. Begin deze week kwam naar buiten dat de Verfassungsschutz meer dan een derde van de fractieleden van Die Linke structureel in de gaten houdt.
De meest linkse in de Bondsdag vertegenwoordigde partij reageerde woedend op het nieuws. Niet vanwege de aandacht van de geheime dienst voor Die Linke op zich; bekend is dat de Verfassungsschutz zijn blik al sinds midden jaren negentig gericht houdt op de partij en haar voorganger, de Oost-Duitse PDS. Wat Linke-fractievoorzitter Gregor Gysi nu als “schandaal” betitelt, is de wijze waaróp dit gebeurt.
Staatsondermijnende tendensen
Als verantwoordelijk bewindvoerder houdt minister Hans-Peter Friedrich van Binnenlandse Zaken (CSU) vol dat de Verfassungsschutz slechts openbare bronnen als redevoeringen en rapporten van de betrokken Linke-politici naspeurt op ‘staatsondermijnende tendensen’. De dienst heeft als taak de Duitse rechtsstaat te beschermen. Maar naar nu bekend is geworden, blijkt de veiligheidsdienst hiertoe ook spionagemiddelen in te zetten.
Of het daarbij gaat om het afluisteren van telefoongesprekken of het gebruik van informanten, is niet duidelijk. Maar het betekent wel dat de Verfassungsschutz een méér dan routinematig belang hecht aan de controle van Die Linke. De dienst beschouwt de partij klaarblijkelijk als een serieus gevaar voor de democratie. Die Linke, waarin naast de PDS ook oud-sociaaldemocraten en vakbonden vertegenwoordigd zijn, vreest vanwege deze beeldvorming grote reputatieschade onder potentiële kiezers.
Oude strijdthema's
Toch is de achterdocht van de Verfassungsschutz tegenover Die Linke niet helemaal uit de lucht gegrepen. De PDS is de opvolger van de SED, de officiële staatspartij van de communistische DDR-dictatuur. Hoewel de vroegere SED-leiders na 1989 werden vervangen, zitten er nog steeds oud-leden van de communistische partij in Die Linke. Ook klinken oude strijdthema’s nog door in het Linke-partijprogramma.
Zo wijst een commentator van de conservatieve krant Frankfurter Allgemeine op de breed gedragen opvatting binnen Die Linke dat de huidige markteconomie moet worden vervangen door een socialistisch systeem. “De DDR staat niet alleen voor ons verleden, maar ook voor onze toekomst”, citeert de journalist een tekst van het Kommunistische Plattform van de partij. Veel partijleden zouden dit ook via buiten-parlementaire weg willen bereiken, lees: via gewelddadige acties. Volgens een rapport van de Verfassungsschutz zelf uit 2010 zouden tenminste elf van de 44 leden van het Linke-partijtop extremistische acties goedkeuren.
Samenzwering
Niet iedereen deelt de vrees van de FAZ-journalist. Een collega van de liberale Süddeutsche Zeitung ziet in de angst voor het ‘rode gevaar’ een teken dat de veiligheidsdienst “in oude tijden is blijven hangen”. De veelzeggende titel van zijn commentaar luidt: “Beste agenten, de SED bestaat niet meer.”
Misschien leven er wel sympathieën voor de DDR bij de Linke-fractie, maar dat maakt haar volgens de Süddeutsche-journalist nog niet tot een groep extremisten: “Deze partij is niet gevaarlijk en haar parlementaire vertegenwoordigers voeren geen samenzwering tegen de rechtsstaat – er nog van afgezien dat ze dat niet eens georganiseerd zouden kunnen krijgen.”
Hoewel een regeringswoordvoerder verklaarde dat “het goed is” dat de veiligheidsdienst zijn “wettelijke taken nakomt”, klinkt onder politici – en niet alleen vanuit oppositiekringen – afkeer tegen het volgen van parlementsleden. Wolfgang Thierse, vicevoorzitter van de Bondsdag en het geweten van de SPD, deed het af als “ongehoord”. Minister Sabine Leutheusser- Schnarrenberger van Justitie (FDP) sprak van een “onverdraaglijke” praktijk. Ze gaf de Verfassungsschutz mee “zijn prioriteiten eens goed te heroverwegen.”
Moordaanslagen
Daarmee legde de minister van Justitie een pijnlijk verband met de aanhoudende affaire rond rechtsextremistische terreurdaden waarin de veiligheidsdienst verwikkeld is. Eind 2011 werd bekend dat een terreurcel van tenminste drie neonazi’s tussen 1998 en 2011 zeker negen moordaanslagen en verschillende bankovervallen verspreid over heel Duitsland kon plegen. De groep bleef zo lang onopgemerkt als gevolg van miscommunicatie tussen de diverse opsporings- en veiligheidsdiensten en de lage prioriteit die rechtsextremisme in die jaren had.
De jongste verwijten aan het adres van de Verfassungsschutz komen daarmee op een voor de dienst wel erg onwelgevallig moment. Dat de veiligheidsdienst zich na 2001 sterker concentreerde op moslimterrorisme zal niemand hebben verbaasd. Maar nu ontstaat het beeld dat er de afgelopen jaren mensen zijn omgekomen bij terreurdaden in Duitsland, omdat de Verfassungsschutz uit een achterhaald automatisme te druk was met het schaduwen van een groep nostalgische socialisten.
Reacties
Geen reacties aanwezig