Het Duitse kiesstelsel
Algemeen
Kiezers in Duitsland brengen bij de Bondsdagverkiezingen twee stemmen uit. De eerste stem gaat naar een kandidaat uit het district van de kiezer, de tweede naar een partij. Daarmee is het Duitse kiesstelsel een mengvorm van een districtenstelsel zoals de Britten en de Amerikanen dat kennen en het principe van evenredige vertegenwoordiging zoals dat ook in Nederland geldt.
Stembiljet uit kiesdistrict 252 Würzburg voor de verkiezingen van 2005
Het Duitse kiessysteem kent een kiesdrempel van 5 procent. Partijen die dat percentage niet halen, komen niet in de Bondsdag, tenzij ze drie direct gekozen vertegenwoordigers, Direktmandate, in de kiesdistricten hebben gehaald (zie hieronder).
Twee stemmen
De Duitse kiezer kruist twee hokjes aan. Met de eerste stem (Erststimme) kiest hij een kandidaat in zijn kiesdistrict - daarvan zijn er in Duitsland 299. Dit gaat volgens het systeem winner takes all (in het Duits: Mehrheitsrecht/Persönlichkeitswahl). De tweede stem (Zweitstimme) is voor een partij en daarbij geldt het principe van evenredige vertegenwoordiging (Verhältniswahl).
De Bondsdagzetels worden verdeeld aan de hand van de Zweitstimme, de partijstem. Daarmee wordt, net als in Nederland, berekend hoeveel zetels een partij heeft verworven in de Bondsdag. Die zetels worden in eerste instantie ingevuld met mensen die via de Erststimme direct gekozen zijn in hun kiesdistrict, de Direktmandate. De zetels die overblijven, worden verdeeld via de deelstaatlijsten van een partij.
Het voordeel van het systeem met de Direktmandate is dat kiezers een eigen volksvertegenwoordiger in de Bondsdag hebben, die de belangen van hun regio behartigt. Deze Bondsdagleden onderhouden vaak ook nauwe banden met hun kiesdistrict.
Tot de hervorming van het kiesstelsel in 2023 kon het aantal zetels in het Duitse parlement behoorlijk oplopen. Als een partij in de kiesdistricten meer direct gekozen vertegenwoordigers (Direktmandate via de Erststimme) had gewonnen dan het aantal zetels waar ze via de partijstem (Zweitstimme) recht op had, kreeg ze die extra zetels erbij. Dat werden Überhangmandate genoemd. Dus als een partij 30 Direktmandate won, maar via de partijstem slechts recht had op 25 zetels, kreeg ze de 5 zetels voor de direct gekozen vertegenwoordigers erbij.
Door deze Überhangmandate klopte de zetelverdeling in de Bondsdag via de partijstem niet meer. Daarom kregen andere partijen er ook extra zetels bij, zogenoemde Ausgleichmandate, tot de verhoudingen via de partijstem weer klopten. Hierdoor groeide de Bondsdag behoorlijk uit zijn voegen: in 2013 telde het parlement 631 zetels, in 2024 waren het er 733. Dat kwam de effectiviteit en het functioneren van het Duitse parlement niet ten goede.
Om het aantal zetels terug te brengen, is in 2023 een hervorming van het kiesstelsel ingevoerd. Die zorgt ervoor dat bij de verkiezingen in 2025 de Überhangmandate en de Ausgleichmandate verdwijnen. Als een partij meer kiesdistricten heeft gewonnen dan ze zetels heeft, vallen de districtwinnaars met de mindere resultaten af. Wie een kiesdistrict wint, komt dus niet meer automatisch in de Bondsdag. Deze aanpassing betekent dat de Bondsdag na de verkiezingen van 2025 voortaan het vaste aantal van 630 zetels heeft.
Grundmandatsklausel
Wel van kracht blijft de Grundmandatsklausel. Die bepaalt dat een partij die minstens drie kiesdistricten heeft gewonnen, dus drie Direktmandate heeft, sowieso in de Bondsdag komt, ook als ze de kiesdrempel van 5 procent niet heeft gehaald. Ze vormt dan geen fractie, maar een Gruppe, waarmee ze minder rechten heeft dan partijen die de kiesdrempel wel hebben gehaald. Zo kwam Die Linke in 2021 in het parlement, hoewel ze de 5-procent-drempel niet had gehaald.
In eerste instantie zou de Grundmandatsklausel ook worden afgeschaft, maar het Constitutioneel Hof bepaalde in de zomer van 2024 dat die voorlopig moet blijven gelden. In het huidige stelsel zou afschaffing van de regeling te grote nadelen opleveren voor kleinere partijen als de CSU en Die Linke, oordeelde het Hof.