Kritiek op Hartz IV
Agenda 2010
De Hartz IV-wetten waren sinds de invoering in 2005 omstreden, vanwege de bureaucratische rompslomp, maar ook omdat de uitkeringen zo laag waren. In 2010 oordeelde het Constitutionele Hof dat Hartz IV ongrondwettelijk was en verplichtte de regering de uitkering te verhogen.
Volgens de hoogste Duitse rechtbank was de bijstandsuitkering (Arbeitslosengeld II) vooral voor gezinnen met kinderen ontoereikend voor een menswaardig bestaan. Een belangrijke reden hiervoor was dat premies voor de ziektekosten als gevolg van Agenda 2010 aanmerkelijk waren gestegen, waardoor een Hartz IV-ontvanger maandelijks minder overhield. De uitkering is daarom in 2012 verhoogd.
Ook werd Hartz IV gezien als een direct voortvloeisel van een andere maatregel van Agenda 2010: de versoepeling van het ontslagrecht. Die maakt het voor ondernemingen makkelijker werknemers met een vast contract te ontslaan als het economische tij tegen zit.
De verruiming van het ontslagrecht was goed voor het bedrijfsleven, maar leverde in eerste instantie wel meer werklozen op. Omdat de wet werklozen verplichtte iedere baan aan te nemen, werkten steeds meer mensen buiten hun eigen vakgebied. Hierdoor nam de kans dat zij ooit in hun oude beroep terugkeerden af.
Hartz IV heeft enerzijds een negatieve symboolfunctie. Veel Duitsers zien het als het symbool voor de afbraak van sociale zekerheden. Volgens sommige economen leidde de angst voor Hartz IV ertoe dat de consumentenbestedingen afnamen. Anderzijds wezen economen erop dat Duitsland tijdens de economische crisis baat heeft gehad bij een flexibele arbeidsmarkt en lonen die nauwelijks werden verhoogd.