Hervormingen
Financiële stelsel
Het Duitse bankenstelsel beweegt met de tijd mee. Vanuit de EU kwam lange tijd de kritiek dat het Duitse systeem ondoorzichtig was en tot een oneerlijk concurrentievoordeel leidde. Gedurende de wereldwijde financiële crisis kwamen andere kwetsbaarheden van het systeem aan het licht.
Een belangrijke verandering in het Duitse bankenstelsel is sterke daling van het aantal banken. In 1990 waren het er 4.700, in 2015 waren daar nog maar 1.989 van over. Daarmee is de bankendichtheid in Duitsland overigens nog steeds de hoogste van Europa. De daling is voornamelijk te wijten aan de toenemende concurrentie binnen de Europese markt.
Daarnaast kwamen veel veranderingen tot stand ten gevolge van hervormingen uit Brussel. Tussen 2002 en 2005 werd in de EU regelgeving geïntroduceerd waarmee de deelstaten als grootaandeelhouders op afstand kwamen te staanvan de Landesbanken.
De Landesbanken hadden vanaf de jaren negentig jarenlang met het geld dat ze overhielden aan de lage rente en de garantstelling van de deelstaten geïnvesteerd in de internationale kapitaalmarkt. Maar de regionale bankiers bleken geen doorgewinterde investeerders. De Landesbanken verloren eind jaren negentig miljarden toen een economische crisis toesloeg in Azië en Rusland.
Staatssteun
In 2005 verbood de Europese Unie de borgstelling van de deelstaten aan de Landesbanken. Die probeerden hun financiële positie vervolgens veilig te stellen door nog meer te investeren in risicovolle projecten. Zo speculeerden ze stevig op de Amerikaanse hypotheekmarkt, die in 2008 de financiële crisis inluidde. De Landesbanken zagen hun investeringen in rook opgaan en verkeerden in acuut gevaar. De deelstaten en de centrale overheid hebben miljarden euro’s moeten besteden om de banken overeind te houden.
Een aantal Landesbanken werd in leven gehouden door het staatsfonds SoFFin (Sonderfonds Finanzmarktstabilisierung), dat de ineenstorting van het financiële stelsel moest voorkomen. SoFFin had 480 miljard euro in kas om voor de banken garant te staan en geld te lenen. In 2015 werd besloten dat het SoFFin geen nieuwe kredieten meer verstrekt.
Dankzij de staatssteun is geen van de negen Landesbanken failliet gegaan. Toch vinden alle betrokkenen een verstrekkende hervorming van het model nodig. Een veel gehoorde oplossing zijn verdere fusies, waarbij uiteindelijk één of twee grote banken overblijven. Maar daarvoor verschillen de Landesbanken onderling te veel met elkaar en zou meer samenwerking tussen de deelstaten nodig zijn.