Eurosclerose en Europese Akte
Eenheid en integratie onder Kohl: 1982-1998
Bij het aantreden van Kohl in 1982 zat er weinig beweging in het proces van Europese integratie. De Europese Gemeenschappen leden aan ‘eurosclerose’. De economische groei bleef achter, de in 1973 uitgebroken valutacrisis verergerde de toestand op het Europese continent.
Het aantreden van de eurosceptische Thatcher in Engeland en de onverwacht lage opkomst voor de eerste verkiezingen van het Europees Parlement zorgden voor stagnatie op Europees niveau. Voor een deel was dat ook te wijten aan de Europese structuren die in crisistijd niet daadkrachtig genoeg konden optreden.
De Duitse regering, geleid door Kohl, wilde deze structurele problemen in Europa aanpakken. Samen met Frankrijk nam Duitsland het initiatief om verder te gaan met de plannen voor de vorming van een Europese Unie. De plannen beperkten zich echter tot samenwerking op het gebied van buitenlandse politiek en binnenlandse veiligheid terwijl de Duitse regering het liefst ook de besluitvormingsprocedures in de Europese instanties wilde aanpakken. Beide landen werden het wel eens over het voornemen om zo snel mogelijk een barrièrevrije Europese interne markt te realiseren.
Een belangrijke stap op weg naar een Europese Unie was de Europese Akte die in 1986 werd ondertekend door de lidstaten. De lidstaten stelden zich tot doel om voor het einde van 1992 een gemeenschappelijke markt te creëren. Tegelijkertijd kreeg het Europees Parlement een grotere stem in de besluitvorming en spraken de regeringsleiders het voornemen tot het vormen van een Europese Unie uit. Het proces dat aan het verdrag vooraf ging maakte de grote tegenstellingen tussen Duitsland en Frankrijk duidelijk. Volgens de Duitse regering was de Europese integratie het beste gediend met een versterking van de Europese organen ten koste van de eigen nationale soevereiniteit terwijl Frankrijk het liefst zoveel mogelijk integreerde met zo weinig mogelijk verlies van macht voor de nationale overheid.