Duitsland en Europa:

Buitenlands beleid en ‘Osterweiterung’
Eenheid en integratie onder Kohl: 1982-1998

Ook na de Duitse vereniging in 1990 bleef de verdieping van de Europese samenwerking en de uitbreiding van de EU centraal staan in de Europapolitiek van Kohl. De verwachtingen die de Europese partners en bondgenoten van het verenigde Duitsland hadden, veranderden. Op het gebied van internationale veiligheid werd een actievere rol van Duitsland verwacht.

Buitenlands beleid en ‘Osterweiterung’
© European Union 2011
Lakzegels op het verdrag van Amsterdam uit 1997.

Vóór 1990 was, met het oog op het verleden, eigenhandig militair optreden buiten de landsgrenzen voor West-Duitsland uit den boze. Het land concentreerde zich op de economie en gebruikte de EG als tegenwicht voor haar sterk toegenomen economische kracht. Om het Europese draagvlak voor de Duitse belangen te vergroten zette de regering Kohl zich in voor een intensievere samenwerking op het gebied van buitenlands beleid.

Na de vereniging van Duitsland werd er een actievere rol van Duitsland op het internationale toneel verwacht. Tegelijkertijd vonden buurlanden het ook onprettig als Duitsland zich al te veel liet gelden. Volgens kanselier Kohl was echte en intensieve Europese samenwerking op het gebied van buitenlands beleid en internationale veiligheid de enige oplossing om deze tegenstelling te overwinnen. Met de verdragen van Maastricht en Amsterdam kreeg de EU meer bevoegdheden op deze terreinen. Er kwam een hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijke buitenlandse en veiligheidsbeleid (GBVB), een grote wens van de Duitse regering, en de bevoegdheden van de Europese Raad werden uitgebreid.

Het einde van de Koude Oorlog en het uiteenvallen van het Warschaupact bood kansen voor het verenigen van West- en Oost-Europa. Helmut Kohl was een groot voorstander van een uitbreiding van de EU naar het oosten. De Duitse economie onderhield al nauwe contacten met de Midden- en Oost-Europese landen en een intensivering van de contacten was goed voor de Duitse export. Frankrijk was echter geen voorstander van een uitbreiding naar het oosten. Duitsland kwam dan in het midden van de EU te liggen en Frankrijk was bang dat dat tot een verschuiving van de machtsbalans leidde. De Franse regering vond het verdiepen van de samenwerking om Duitsland te beteugelen belangrijker dan een uitbreiding van de unie. Groot-Brittannië daarentegen was voorstander van uitbreiding van de EU oostwaarts om verdieping van de EU te voorkomen.

 


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger