Van dictatuur naar dictatuur
Schrijven in de Sovjetzone, 1945-1949
Het oosten van Duitsland kwam na het einde van de Tweede Wereldoorlog onder Sovjetbewind. De Sovjet-Unie installeerde een communistische regering in deze Sovjet-bezettingszone. Literatuur werd ingezet om het marxistische gedachtegoed uit te dragen.
Propaganda voor het onteigenen van 'fascistische' bedrijven, een onderdeel van de invoering van het communisme.
De bevolking van de Oostelijke zone had het niet gemakkelijk in de naoorlogse dagen. De bezettingsmacht toonde de verslagen bevolking op brute wijze haar aanwezigheid. Mensen werden op velerlei wijze vernederd. De denazificatie werd hard en niet altijd even rechtvaardig doorgevoerd.
De Sovjet-Unie voerde het communistische systeem in en begon aan de heropvoeding van de Duitse bevolking met het socialistische gedachtegoed. Antifascisme stond daarbij centraal. Kunst kwam in dienst te staan van de vestiging van een antifascistische, communistische maatschappij.
Net als in de Westelijke zones schreven de schrijvers in de Sovjet-bezettingszone (SBZ) de ervaringen van de oorlog van zich af. Al snel kreeg de literatuur een opvoedende functie en werd zij door de machthebbers strategisch ingezet bij de oprichting van een Oost-Duitse staat. Links georiënteerde schrijvers waren of werden overtuigd door het antifascisme en verwachtten dat zij in de SBZ hun idealen konden waarmaken. Schrijvers die de Tweede Wereldoorlog in ballingschap hadden doorgebracht, keerden nagenoeg zonder uitzondering terug naar de Oostelijke zone. Onder hen Bertolt Brecht en Anna Seghers, belangrijke exponenten van de Antifa-Literatur (antifascistische literatuur).