Literatuur:

Pessimistische poëzie
Postmodernisme in de literatuur, BRD 1977 - 1989

In de poëzie werd het individu in de jaren tachtig niet langer afgezonderd van de buitenwereld. De houding van de mens ten opzichte van de maatschappij mocht ook weer een rol spelen. Over die samenleving waren veel dichters overigens niet zo enthousiast.

Pessimistische poëzie
© Bundesarchiv, 183-1989-1201-046
De 'uitburgering' van DDR-zanger Wolf Biermann vormde voor Sarah Kirsch de aanleiding om te vluchten.

Veel dichters waren een stuk pessimistischer over de mogelijkheid om als mens iets aan de maatschappij te kunnen veranderen. In de jaren zestig hadden veel kunstenaars de mens nog grote daadkracht toegedicht. Nu overheersten niet idealisme, maar scepsis en desillusie “We bereiken nooit wat we ons tot doel gesteld hadden”, zei Hans Magnus Enzensberger in 1978. Deze opvatting verwerkte hij zijn lange gedicht ‘Der Untergang der Titanic’ (1978) waarin hij laconiek, maar ook verbitterd zijn teleurstellende reis naar communistisch Cuba beschreef.

Günter Kunert was in 1979 uit de DDR gevlucht. Hij uitte zijn bezorgdheid over de stagnerende vooruitgang van de geschiedenis in zijn bundels ‘Abtötungsverfahren’ (1980) en ‘Stilleben’ (1983).

Sarah Kirsch kwam net als Kunert uit de DDR. Haar dichtkunst strookte niet met het beleid van de SED. De uitzetting van zanger en dichter Wolf Biermann uit Oost-Duitsland in 1976 gaf de doorslag voor haar besluit om naar West-Duitsland te vluchten. Kirsch’ gedichten gingen over de natuur, het landschap of de dierenwereld. Op het eerste gezicht leken dit onschuldige thema’s. Maar ze beschreef ook de beschadiging van de natuur door historische gebeurtenissen of technische ingrepen. Daarmee illustreerde ze de verstoorde verhoudingen tussen de mens en zijn leefomgeving. Kirsch illustreerde met haar gedichten de vervreemding van de mens van de natuur.


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger