Literatuur:

Tussen scepsis en loyaliteit
Schrijvers in dienst van de staat, DDR 1949-1965

De machthebbers in de DDR gebruikten literatuur om de bevolking te doordringen van hun communistische ideeën. Schrijvers konden zich hier onmogelijk aan onttrekken. Daarvoor was de staatscontrole te alomvattend. Veel schrijvers stuitte de censuur tegen de borst maar een aantal bleef uit overtuiging ten dienste van het socialisme schrijven.

Tussen scepsis en loyaliteit
© Bundesbildstelle, 65142-5
De arbeidersopstand van 1953 bevorderde de scepsis tegenover het socialistische systeem in de DDR.

Allerhande instanties hielden zich in de DDR met literatuur bezig. Van verenigingen en schrijversscholen tot het ministerie van Cultuur, dat de Hauptverwaltung Verlage und Buchhandlung (Hoofdbestuur Uitgeverijen en Boekhandels) controleerde. Die instantie stuurde op haar beurt de uitgeverijen aan. Veel schrijvers waren verheugd over de belangrijke rol van de literatuur en vatten hun educatieve taak serieus op.

De DDR presenteerde zich als Leseland (leesland). Jaarlijks verschenen veel boektitels en die werden in hoge oplages gedrukt. Per jaar werden er zo’n negen boeken per hoofd van de bevolking geproduceerd. Het werkelijke boekenbezit van DDR-burgers lag beduidend lager.

De staat reguleerde niet alleen de productie van literatuur, maar bemoeide zich ook met de inhoud. Auteurs moesten schipperen tussen de artistieke waarde van hun werk en het vermeende belang van het systeem. Vaak viel deze beslissing ten gunste van het systeem uit, maar de scepsis groeide. Die scepsis werd gevoed door twee dramatische gebeurtenissen: het neerslaan van de arbeidersopstand door het Sovjetleger op 17 juni 1953, en de bouw van de Muur in 1961.


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger