Film:

DEFA
Oost-Duitse film in het keurslijf, DDR 1949-1990

Een totalitair bewind heeft er altijd belang bij om de filmindustrie in eigen hand te houden. Geen effectiever propaganda-instrument dan film, wist de communistische revolutieleider Lenin al vroeg in de vorige eeuw. Net als in het Derde Rijk werd in de DDR de Duitse film ingezet bij de heropvoeding van het volk.

DEFA
© DEFA

Al snel na de Tweede Wereldoorlog richtte het Russische militaire bestuur samen met Duitse leden van de communistische partij in de Sovjetzone van Berlijn de filmstudio DEFA op. Het DEFA-bestuur zetelde in Potsdam dat met zijn zijn talrijke studio’s uitgroeide tot het DEFA-hoofdkwartier. De Russen gebruikten die studio’s al vanaf mei 1945 voor de nasynchronisatie van Sovjetfilms en de productie van bioscoopjournaals.

De in 1949 opgerichte DEFA werd in 1953 volledig genationaliseerd. Het DEFA-bestuur bestond vanaf dat moment vrijwel geheel uit partijfunctionarissen. De belangrijkste taak van het bedrijf was onderhoudende propaganda te produceren voor een zo groot mogelijk publiek. DEFA-filmmakers werden niet alleen door het eigen bestuur maar ook nog eens door de censuurorganen van de staat (vooral het ministerie van Cultuur) gecontroleerd. De Oost-Duitse communistische partij de SED financierde de DEFA en bepaalde het beleid. Films die niet in in overeenstemming waren met de communistische ideologie werden verboden of aangepast. Filmmakers moesten dus schipperen tussen hun politieke opdracht en hun kunstzinnige vrijheid.

Hoewel de Oost-Duitse films doorspekt waren met communistische boodschappen, was de SED nooit werkelijk tevreden met de verbeelding van de communistische idealen. Telkens weer werd censuur toegepast.


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger