De filmindustrie bloeit in verenigd Duitsland
Terugkeer van de gouden jaren, 1990-2010
Na de val van de Muur en de Duitse eenwording werd door Duitse filmmakers met vereende kracht gewerkt aan de verwezenlijking van ‘intelligente publieksfilms’. Begin jaren negentig werd de Duitse markt overspoeld met komedies en thrillers, maar geleidelijk aan maakte het entertainment plaats voor meer persoonlijke films.
Regisseur Tom Tykwer (hier tijdens de Berlinale in 2009) zette de Duitse film weer op de kaart.
‘Lola rennt’ sloeg in 1998 in als een bom. De jonge Duitse regisseur Tom Tykwer was erin geslaagd de Duitse film internationaal weer op de kaart te zetten. Direct daarna, in 1999, verscheen de nieuwe filmsubsidiewet die de Duitse film eveneens een flinke impuls gaf. Meer geld kwam sneller beschikbaar en dat leek in het nieuwe millennium zijn vruchten af te werpen.
Duitse films vielen internationaal weer in de prijzen. Er werd in aansprekende producties teruggeblikt op het DDR-verleden en de Tweede Wereldoorlog. Door het bevlogen werk van Fatih Akin (‘Gegen die Wand’, 2004) werd ook de Duits-Turkse gemeenschap op de kaart gezet. Net als in de jaren zeventig van de twintigste eeuw, ten tijde van de Nieuwe Duitse Film, werden in het nieuwe millennium weer films gemaakt die maatschappelijk relevant waren.
Het aantal bioscoopbezoekers schommelde in Duitsland in de periode 1991-2005 tussen de 120 en 180 miljoen. Films worden steeds vaker in huiselijke kring bekeken. Sinds 1997 wordt met de verkoop en verhuur van video zelfs meer geld verdiend dan aan de bioscoopkassa. In 2005 was de bioscoopomzet bijvoorbeeld 745 miljoen euro terwijl die van de gehele videomarkt 1,686 miljard bedroeg. In datzelfde jaar was het aandeel van de Duitse film in het gehele filmaanbod in Duitsland 17,1 procent. Dit voor Nederlanders utopische percentage is ook voor Duitsland niet onaanzienlijk.