Nieuwe genres
Terugkeer van de gouden jaren, 1990-2010
Het Derde Rijk blijft een belangrijk thema in de Duitse film. In de 21e eeuw werden er naast de gebruikelijke historische drama’s zoals ‘Rosenstrasse’ en ‘Sophie Scholl’ ook meer controversiële films over dit onderwerp gemaakt, zoals ´Der Untergang´. Ook over de DDR verschijnt aantal belangwekkende films.
Verschillende regisseurs trachtten in de 21e eeuw taboes over het Derde Rijk te doorbreken. Naar aanleiding van ‘Der Untergang’ (2004) van Oliver Hirschbiegel - een film over de laatste dagen van Adolf Hitler in zijn bunker in Berlijn - werd de vraag gesteld hoe menselijk je Hitler mag laten zien. Mede omdat publiekslieveling Bruno Ganz de hoofdrol speelde, vreesden critici dat de toeschouwer wel eens sympathie voor Hitler zou kunnen krijgen.
De komedie ‘Mein Führer - die wirklich wahrste Wahrheit über Adolf Hitler’ (2007) riep de vraag op in hoeverre je om Hitler mag lachen. En had de film ook gemaakt kunnen worden als regisseur Dani Levy niet van joodse afkomst was geweest?
Een nieuw genre vormden films over de DDR. Die werden in eerste instantie behoorlijk beïnvloed door Ostalgie, een nostalgisch terugverlangen naar de DDR: het was er toch eigenlijk niet allemaal slecht en soms ook best leuk geweest? Een goed voorbeeld van zo’n Ostalgie-film is ‘Sonnenallee’ (1999), de verfilming van Leander Haussman gebaseerd op de gelijknamige, satirische roman van Thomas Brussig.
‘Good Bye, Lenin!’ (2003) van Wolfgang Becker gaat over een moeder die overtuigd socialiste is, waardoor haar kinderen haar na een coma niet durven te vertellen dat de Muur is gevallen. De minder leuke kanten van de socialistische dictatuur worden slechts in het voorbijgaan aangestipt. De film is vaak grappig-ironisch, maar weet met de relatie tussen moeder en zoon ook te ontroeren.
De film ‘Das Leben der Anderen’ (2006) van Florian Henckel von Donnersmarck belichtte ook de donkere kanten van de DDR. De film vertelt het verhaal van een theaterregisseur en een actrice die in hun huis worden afgeluisterd door de Stasi, de Oost-Duitse geheime dienst.
De laatste decennia is er in Duitse films daarnaast meer aandacht voor grootstedelijke problematiek en in het bijzonder voor de problemen van de Turkse minderheid. Voor 1990 hadden allochtonen voornamelijk stereotiepe bijrollen als crimineel of komische snorremans. Dit veranderde toen een aantal Duitse Turken begin jaren negentig zelf ging regisseren. In films als 'Gegen die Wand' (2004) van Fatih Akin worden problemen van tweede generatie immigranten zonder vooroordelen behandeld.