Sport:

Doping

Omdat in het Westen echter al vroeg het verband werd gelegd tussen de opvallende prestaties van de Oost-Duitsers en het gebruik van verboden middelen, wekten de overwinningen van DDR-sporters echter veel minder ontzag dan Ulbricht en Honecker cum suis hadden gehoopt.

Na de val van de Muur in november 1989 kwam de stroom van bekentenissen en onthullingen over dopinggebruik onder Oost-Duitse topsporters echt op gang. Deze bevestigden de algemeen bestaande vermoedens over dopingpraktijken in de DDR.

Het gebruik van verboden middelen bleek achteraf een belangrijke verklaring voor de snelle opkomst van de Oost-Duitse topsport aan het eind van de jaren zestig en het onnatuurlijk gespierde en behaarde voorkomen van de atleten en atletes.

Talrijke Oost-Duitsers kregen jaren na dato te horen dat zij lange tijd aan gevaarlijke experimenten waren blootgesteld. Van de meer dan tienduizend sport(st)ers die met doping in aanraking kwamen, zijn velen inmiddels onvruchtbaar en lichamelijk afgetakeld. In de jaren negentig werden tientallen begeleiders en politici, waaronder de voorzitter van de Oost-Duitse sportbond, Manfred Ewald, veroordeeld tot (voorwaardelijke) gevangenisstraffen en boetes vanwege hun rol in het Oost-Duitse dopingsysteem.