De eigenaardige wereld van West-Berlijn
Twee nieuwe boeken over het 'vrije' eilandje
Boeken - 24 februari 2010
Eindelijk de geschiedenis van West-Berlijn! Na alle aandacht voor de DDR en de val van de Muur is er nu een groeiende belangstelling voor het omsingelde, en toch ‘vrije’ eilandje dat tijdens de Koude Oorlog midden in Oost-Duitsland lag. De historie van de West-Duitse exclave hangt van eigenaardigheden en verrassingen aan elkaar.
Onontgonnen terrein is de geschiedenis van West-Berlijn natuurlijk niet, integendeel. Maar de aandacht is wel ongelijk verdeeld. Over de turbulente ontstaansgeschiedenis in 1948 is veel geschreven, maar de jaren van West-Berlijnse normalisering zijn minder goed onderzocht. De mythes van de heldhaftige frontstad staan lijnrecht tegenover het latere beeld van de zin- en bodemloze subsidieput. De Berlijnse journalist Wilfried Rott heeft een eerste synthese gewaagd. Het resultaat is een vlot geschreven en goed geïnformeerde geschiedenis van West-Berlijn.
Rott behandelt West-Berlijn liefdevol maar sceptisch. Hij maakt er een geschiedenis van verval van, met een volstrekt onverwacht happy end. Direct na de legendarische deling, blokkade en luchtbrug ziet Rott het begin van de "unheroische Zeit“: al in 1949 was de balans ontnuchterend. Berlijns vooroorlogse uitstraling was definitief verdwenen en midden in de DDR bestonden nauwelijks ontwikkelingsperspectieven. De stad werd door Konrad Adenauer formeel zelfs buiten de Bondsrepubliek gehouden. Na de Oost-Berlijnse opstand in 1953 en de bouw van de Muur in 1961 restte niet veel meer dan een vage symbolische functie voor West-Berlijn.
Ommuurde mensenmassa
In 1963 laaide het vuur van hoop en optimisme nog één keer op: met een grote verkiezingsoverwinning van Willy Brandt, de inspirerende visite van John F. Kennedy (“Ich bin ein Berliner!”) en de eerste bezoekregeling met Oost-Berlijn werd dit „een tijd van hoogtepunten”. “De inwijding van de nieuwe Philharmonie en de grondsteenlegging voor het Europa-Center voltooiden het beeld van een helemaal niet vervallende, maar juist volhardende, en zelfs vooruitstrevende stad”, schrijft Rott.
De pieken zakten snel weer in. De ware Epochenwechsel kwam drie jaar later, toen de charismatische Brandt naar Bonn vertrok om minister van Buitenlandse Zaken te worden. Vanaf 1967 werd Berlijn Hauptstadt der Revolte. Eerst het studentenprotest (Rudi Dutschke) en later het terrorisme (Ulrike Meinhof) weelden tierig in de opeengepakte, gesubsidieerde en ommuurde mensenmassa met zijn eigen cultuur en circuits. De internationale verdragen die begin jaren zeventig de gammele status quo rondom de exclave in beton goten, betekenden een radicale verandering van de tijdshorizon. Alles zou voorlopig blijven als het was.
Deze nieuwe normaliteit draaide uiteindelijk uit op teleurstellingen: ze produceerde stagnatie en politieke provincialisering. Deze sluipende erosie vormt het fascinerende hart van Rotts boek. Bijna onmerkbaar breidden affaires, corruptie en bouwschandalen zich uit. Ze worden de lezer genoeglijk en tot in de kleinste details gepresenteerd. Met bakken vloeide publiek geld in bodemloze en vervolgens leegstaande prestigeprojecten, waar dan in de regel het stadsbestuur zelf introk. Rott wijt het euvel aan de hoge subsidiering van de exclave, die tot een langzame Veröffentlichung van de samenleving heeft geleid. West-Berlijn kreeg uiteindelijk zelfs “socialistische, staatseconomische trekjes”, waarna de hint naar “latente gelijkenissen” met de omringende DDR volgt.
Billenknijpen
Ondanks het gegarandeerde transitverkeer tussen West-Duitsland en West-Berlijn leek de mentale afstand te groeien. Maar ook de DDR bleef voor de eilandbewoners ver en onaantrekkelijk. Het waren vooral de spookachtige ervaringen van de grenscontroles, die de West-Berlijnse indruk van Oost-Duitsland bepaalden. Rotts meesterlijke schets van de transitreizen is het onomstreden hoogtepunt van het boek. Geheel uitgeleverd aan grillen en humeur van meestal Saksische douanewachters was het billenknijpen tot je eindelijk je paspoort terugkreeg en de hobbelige ‘snelweg’ naar West-Duitsland op mocht, dwars over het territorium van de DDR.
De transit werd een vast ritueel dat diep in het collectieve bewustzijn van West-Berlijn verankerd raakte. Na alle grote mannen als Adenauer, Ernst Reuter, Kennedy en Brandt, die Rotts geschiedenis aanvankelijk bevolkten, voert de auteur hier eindelijk ook ‘gewone’ West-Berlijners ten tonele. Of ze nu in snelle BMW’s of aftandse Volkswagenbusjes kwamen aanrijden, streng in pak of langharig met bloemetjes – in de lange en nerveuze rijen voor de Grenzübergangsstelle waren de West-Berlijners opeens „allemaal gelijk“. Met de onaangename procedure “stimuleerde de DDR ongewild in het door haar zo ongeliefde West-Berlijn een identiteitsgevoel, dat zonder luid hoera-geroep voor het Westen wel gevoed werd door een diepe afkeer van het Oosten.”
Bij Rott draait alles in de jaren tachtig zo’n beetje op de grote showdown van de val van de Muur uit – alleen wisten de tijdgenoten dat natuurlijk niet. Het perspectief van 9 november 1989 is daarom wat anachronistisch, vooral omdat die gebeurtenis voor West-Berlijn van buitenaf kwam.
Wie geïnteresseerd is in het meer interne leven van het eilandje kan ik de tekstverzameling ‘War Jewesen. West-Berlin 1961-1989’ aanraden. Deze bundel is gedreven door de persoonlijke nostalgie van de redactie, die 57 tekstfragmenten in, over en uit West-Berlijn heeft verzameld: een veelkleurige collage van krantenartikelen, herinneringen, romanfragmenten en politieke besluiten – de meeste al eerder gepubliceerd. Zo ontstaat het gekoesterde beeld van West-Berlijn als chaotische, multiculturele en pluriforme stadscommune, die uniek was en nu is verdwenen. Samen met Rotts meer klassieke, maar goed vertelde geschiedenis vormt de bundel een mooie ingang in de eigenaardige wereld van West-Berlijn.
Een uitvoerige Duitstalige versie van deze bespreking verschijnt binnenkort op www.h-soz-u-kult.de.
W. Rott: Die Insel. Eine Geschichte West-Berlins 1948-1990
Uitgeverij C.H. Beck München, 2009, 478 pag.
ISBN 978-3-406-59133-4
R. Holland-Moritz en G. Wachter (red.): War jewesen. West-Berlin 1961-1989
Uitgeverij Parthas Berlin, 2009, 469 pag.
ISBN 978-3-86964-014-3
Krijn Thijs is historicus en als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Duitsland Instituut Amsterdam. Hij promoveerde in 2006 op politiek gebruik van geschiedenis in Berlijn.
Afbeelding 2: C.H. Beck Verlag
Reacties
Geen reacties aanwezig