‘Soms is schrijven intensiever dan het leven zelf’
Boeken - 26 juni 2024 - Auteur: Karolien BerkvensIn het werk van Julia Schoch sluimert de DDR op de achtergrond, al gaat haar nieuwe boek vooral over de liefde. Karolien Berkvens sprak met Schoch over 'Het liefdespaar van de eeuw', dat in Duitsland zeer lovend werd ontvangen en nu ook in Nederland verschijnt.
Pas als ik mijn fiets bij de Glienicker Brücke op slot heb gezet, realiseer ik me dat dit de perfecte plek is voor een gesprek met Julia Schoch. De locatie is om praktische redenen gekozen, zij woont in Potsdam, ik kom uit Berlijn en dus hebben we op de grens van beide steden afgesproken; bij de Glienicker Brücke. Over het midden van deze brug verliep tot 35 jaar geleden de echte, keiharde grens tussen de DDR en West-Berlijn.
Op deze warme zaterdagmiddag lijkt dat koude verleden ver weg, en de brug raakt uit het zicht als we een terras opzoeken, maar we weten dat ze er is, net zoals de DDR in het werk van Schoch op de achtergrond sluimert en af en toe in ons gesprek naar voren zal komen, hoewel haar boek over een grenzeloos onderwerp gaat: de liefde. Of beter gezegd: over een Langzeitbeziehung, een langdurige relatie. ‘Het liefdespaar van de eeuw’ werd in Duitsland zeer lovend ontvangen en is het eerste boek van Julia Schoch dat nu ook in Nederland verschijnt.
Frau Schoch, u bent bezig aan een groot project: een trilogie met de titel ‘Biographie einer Frau’, waarvan ‘Het liefdespaar van de eeuw’ het tweede deel is. Hoe is het plan voor dit drieluik ontstaan?
“Het is een spannende manier van werken. Ik had een paar ideeën en zag dat die telkens gingen over verschillende aspecten van hetzelfde leven. De samenhang was me duidelijk, maar het verhaal paste niet in één boek. Ik heb het eerste boek geschreven en voorvoelde dat er nog twee zouden volgen, al wist ik toen ook niet precies hoe die eruit zouden zien. Ik heb nu net het derde deel afgerond, dus ik voel me behoorlijk euforisch!”
Het is een ook een moedig project, niet zozeer vanwege de omvang, maar door de inhoud. In ‘Het liefdespaar van de eeuw’ kijkt een vrouw terug op 30 jaar huwelijk, met in haar achterhoofd de vraag of ze haar man zal verlaten. Het boek zit vol mooie, maar ook pijnlijke, soms haast meedogenloze observaties over het leven van twee mensen die elkaar uit het oog verliezen.
“Als ik schrijf ben ik moediger en gaat dat meedogenloze me makkelijk af. In het normale leven ben ik veel diplomatieker, voor mij is er alleen tijdens het schrijven ruimte voor die blik.”
Maar het is ook persoonlijke materie? Het boek wordt als ‘autofictie’ aangeprezen.
“Ja, er zijn veel overeenkomsten met mijn eigen leven, maar zodra je de eerste zinnen op papier zet, betreed je een kunstmatige ruimte en daar gelden andere regels. Het gaat dan niet zozeer over wat ‘waar’ is, want zodra je een vorm kiest, ben je eigenlijk al aan het fictionaliseren. Voor mij gaat ‘autofictie’ over een bepaalde sound, die de lezer het gevoel geeft dat hij dicht bij de verteller komt. Het heeft iets van een bekentenis, maar natuurlijk is dat óók een effect, je creëert een toon van vertrouwelijkheid. Ik vind het interessant dat die toon op dit moment zo in trek is. Kennelijk is er een sterke behoefte aan ‘echtheid’ en nabijheid.”
Over de liefde is uiteraard veel geschreven, maar over een ‘gewone’, lange relatie een stuk minder. Miste u dat onderwerp in de literatuur?
“De grote liefdesverhalen gaan vaak over verliefdheid en verlies, over pijn en catastrofes. De een sterft, de ander pleegt dan uit verdriet zelfmoord. Het zijn verhalen over hevige verlangens en ondraaglijke scheidingen, maar niet over lang samenzijn, niet over Partnerschaft. In mijn boek wordt de liefde niet bedreigd door iets van buitenaf, maar door het verstrijken van de tijd, door het leven zelf.”
De liefde wordt dan meer een kwestie van willen, van volhouden, dan van grote gevoelens?
“Precies. Romantiek gaat vaak over niet-bejegenen, over onvervuld verlangen. Maar wij zijn tegenwoordig heel vrij. Wij kiezen zelf onze partner, zonder tussenkomst van kerk of familie, en toch worstelen we enorm met de liefde. Ook onder de gunstigste omstandigheden slaagt de mens er vaak niet in om gelukkig te zijn. Daarom vind ik vrijheid zo interessant; we zijn vrij, maar we zijn niet in staat om het geluk voor langere tijd naar onze hand te zetten. We zijn, om met Sartre te spreken, veroordeeld tot vrijheid.”
U bent opgegroeid in de DDR. Dat geldt ook voor de figuren in uw boek. In hoeverre heeft hen dat gevormd?
“Binnen de DDR waren er verschillende milieus, en ik denk dat die meer invloed hebben dan de grote ideologische wolk die over het land hing. Ik ben opgegroeid in de provincie en had dus een totaal andere jeugd dan iemand uit Oost-Berlijn. Er is nog steeds weinig aandacht voor die verschillen bínnen de DDR. Ook tussen generaties lopen de ervaringen sterk uiteen. Voor mijn generatie kwam de val van de Muur op een ‘logisch’ moment, we waren ons leven aan het opbouwen, het heeft ons niet omvergeworpen. Maar voor veel mensen ging die nieuwe situatie gepaard met angst – en dan zijn we weer terug bij Sartre. Die angst is er nog steeds of opnieuw en daarnaast voelt men zich in Oost-Duitsland niet gezien, de combinatie van die twee zaken verklaart dat mensen achter populisten met simpele oplossingen aanlopen.”
In uw werk doet u het tegenovergestelde. De vrouw, die haar verhaal rechtstreeks aan haar man richt, twijfelt, zoekt, bindt de strijd aan met eenduidige verklaringen.
“Je kunt je eigen versie van het verleden niet als de algemeen geldende beschouwen. In het boek komt het perspectief van de man niet aan bod, maar natuurlijk zou zijn weergave van het verhaal anders zijn. Het is belangrijk om vraagtekens te blijven zetten, óók bij je eigen herinneringen en dat laat ik de Ich-Erzählerin telkens doen.
Men wil graag duidelijkheid; dit is goed, dat is fout en zo steek ik in elkaar. Maar daarvoor zijn de dingen te complex. Het is veel gevraagd en soms ook vermoeiend, maar je moet steeds opnieuw kijken en opnieuw vertellen.”
U schrijft: ‘Inmiddels ga ik ervan uit dat je door te schrijven alleen maar duidelijker beseft wat voor dingen het zijn waar je geen grip op hebt.’
“Dat moest ik leren, dat het zo werkt. Maar ook al weet je niet alles, je kunt desondanks veel vertellen. Schrijven is een soort vlucht uit het niet-weten, uit de vergeefsheid. En soms is het nog intensiever dan het leven zelf.”
Lees meer over 'Literatuur':
Op de Buchmesse Leipzig: booktok, cosplay en politiek
Petra Schulze Göcking (DIA) sprak in Leipzig met auteurs en bezoekers van de Buchmesse en kwam terug met hun boekentips.
DDR-roman Brigitte Reimann vertaald en zonder censuur
Roman 'Mijn broer en ik' van Brigitte Reimann wordt 60 jaar na verschijnen internationaal ontdekt.
Erpenbeck: ‘Het beste aan de DDR was de hoop’
Met ‘Kairos’ wil schrijfster Jenny Erpenbeck haar DDR-herinneringen vastleggen.
Onze mooiste stukken over Duitse literatuur
Omdat het Boekenweek is, zetten we onze mooiste artikelen over Duitse literatuur op een rij.
Reacties
Geen reacties aanwezig