Factsheet Coalitievorming

Achtergrond - 16 juni 2010

Sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni heeft Nederland een veranderd politiek landschap. De grootste partij, de VVD, heeft slechts 31 zetels. Door de secularisering en opkomst van de middenklasse verliezen CDA en PvdA hun traditionele achterban. Daardoor zijn steeds meer partijen nodig om een stabiele regering te kunnen vormen.

Factsheet Coalitievorming
© wikipedia (cc)/wikinight2
Saarland CDU, FDP en Groenen; Rheinland-Pfalz SPD; Bremen SPD en Groenen; Hamburg CDU en Groenen; Brandenburg en Berlijn SPD en Linke; Saksen-Anhalt, Thüringen, Meck-Pomm CDU en SPD; overig CDU en FDP

Duitsland krijgt de komende jaren met dezelfde ontwikkelingen te maken, concluderen Nederlandse en Duitse experts tijdens een symposium deze week in Amsterdam. Toch verandert het Duitse politieke landschap minder snel dan het Nederlandse. Dat heeft met een aantal specifiek Duitse factoren te maken.

Kiesdrempel van 5 procent:

In Duitsland mogen zowel in de Bondsdag als in de deelstaatparlementen alleen partijen zitting hebben die 5 procent of meer van de stemmen hebben gehaald. In Nederland, dat die kiesdrempel niet heeft, is 0,67 procent van de stemmen genoeg voor een zetel in de Tweede Kamer. Daardoor heeft Duitsland slechts vijf partijen in het parlement. In Nederland zijn het er sinds de verkiezingen tien.

“Door de kiesdrempel zitten in de Bondsdag geen rechts-populistische partijen”, aldus gezaghebbend politicoloog Gerd Langguth, “anders zou Duitsland ook een soort Geert Wilders hebben gehad.”

Partijfinanciering:

Duitse partijen hebben veel meer geld tot hun beschikking en hebben een veel sterkere structuur dan Nederlandse. Daardoor is het in Duitsland moeilijker dan in Nederland voor nieuwe om er tussen te komen in het politieke landschap.

Ter vergelijking: het wetenschappelijk bureau van de PvdA, de Wiardi Beckmann Stichting, heeft een budget van 50 duizend euro per jaar. De Friedrich Ebert Stiftung van de SPD heeft meer dan 100 miljoen euro per jaar tot haar beschikking.

Coalitievorming al voor verkiezingen:

Duitse partijen maken al voor de verkiezingen bekend met wie ze willen regeren. Duitsers stemmen daardoor in tegenstelling tot Nederlanders niet allen op een partij, maar ook op een coalitie. Zo waren er bij de Bondsdagverkiezingen in 2009 maar twee opties: CDU-SPD of CDU-FDP. Alle andere combinaties waren door de verschillende partijen van tevoren uitgesloten.

Regeerakkoord:

Mede omdat de mogelijke coalities al duidelijk zijn voor de verkiezingen, hoeven de onderhandelingen niet lang te duren. In tegenstelling tot Nederland, waar de fractievoorzitters de coalitiebesprekingen voeren, onderhandelen in Duitsland de partijvoorzitters over het regeerakkoord. In verschillende commissies bepalen de partijen achter gesloten deuren wat ze de komende vier jaar gaan doen.

Zij leggen zich niet tot in de details vast, maar bepalen alleen de grote lijnen. Dat heeft als voordeel dat er snel een regeerakkoord op tafel ligt, dat er ruimte is voor nieuw beleid als dat nodig is en dat het parlement meer zeggenschap heeft. Nadeel is dat partijen problemen soms voor zich uitschuiven, waardoor ruzies over controversiële onderwerpen tijdens de regeerperiode worden uitgevochten en niet zoals in Nederland tijdens de coalitieonderhandelingen.

Overigens is er in Duitsland geen wettelijke termijn voor het maken van een regeerakkoord. Er is alleen vastgelegd dat de Bondsdag binnen 30 dagen na de verkiezingen moet zijn geïnstalleerd.

Partijenlandschap:

Door de kiesdrempel kent het Duitse parlement vijf partijen. Tot in de jaren tachtig waren dat er drie, CDU/CSU, SPD en FDP. De liberalen vormden afwisselend voor de CDU of voor de SPD de junior coalitiepartner of de christen- en sociaaldemocraten vormden een Grote Coalitie. In de jaren tachtig kwamen de Groenen erbij, die van 1998 tot en met 2005 met de SPD hebben geregeerd.

Na de eenwording in 1990 is het Duitse partijlandschap uitgebreid met Die Linke. Deze partij is in het Oosten van Duitsland pragmatisch en een gewenste coalitiepartner. Daardoor verliest de SDP in Oost-Duitsland zetels. In het Westen is Die Linke veel ideologischer en wordt ze door de andere partijen uitgesloten van regeringsdeelname.

Vooral op deelstaatniveau doen zich nieuwe regeringscoalities voor, zoals de combinatie CDU en Groenen in Hamburg en CDU, FDP en Groenen (‘Jamaica’) in Saarland.

Dit factsheet is gebaseerd op het symposium ‘Na de verkiezingen: hoe verder?’ dat op 14 juni 2010 in Amsterdam plaatsvond. Het werd georganiseerd door het Duitsland Instituut Amsterdam.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger