Staat van Duitsland: Crisis van de volkspartijen
Debatmiddag Duitsland Instituut Amsterdam
Achtergrond - 23 mei 2016
- Auteur:
Marja Verburg
Duitsland gold lang als stabiel politiek baken te midden van landen waar de traditionele volkspartijen aanhang verloren en populistische partijen invloed kregen. Maar ook Duitsland lijkt wat dat betreft een ‘normaal’ Europees land geworden. Op 3 juni is de crisis van de volkspartijen een van de thema's van de debatmiddag 'De Staat van Duitsland' van het Duitsland Instituut.
De Alternative für Deutschland (AfD) wint snel terrein in het Duitse politieke landschap. Bij de verkiezingen in Baden-Württemberg, Rijnland-Palts en Saksen-Anhalt in maart kwam ze vanuit het niets met 12 tot 24 procent van de stemmen in de deelstaatparlementen. In Saksen-Anhalt is ze de tweede partij, in de andere deelstaten de derde.
Kon de AfD eerder misschien nog worden afgedaan als Oost-Duits fenomeen, of iets van tijdelijke aard: nu de AfD in acht van de zestien deelstaatparlementen zit, is ze een partij om rekening mee te houden. Zeker voor de CDU, die een deel van haar vaste kiezers kwijtraakt aan dit ‘lek op rechts’. De SPD heeft al langer te kampen met concurrentie op links, in de jaren tachtig met de opkomst van Die Grünen en na de eenwording met Die Linke. Voor de CDU is dit nieuw.
De winst van de AfD lijkt het begin van het einde van de Duitse naoorlogse politieke stabiliteit, aldus René Cuperus in De Volkskrant na de winst van de AfD in maart. Cuperus is wetenschappelijk medewerker van de Wiardi Beckman Stichting, gastonderzoeker bij het Duitsland Instituut en spreekt op 3 juni bij de debatmiddag 'De Staat van Duitsland' over de crisis van de volkspartijen. In het land van 'nooit meer oorlog', 'nooit meer nationalisme' en 'nooit meer vreemdelingenhaat' heeft zich nu "een anti-establishment, anti-Europa en anti-migratiepartij succesvol genesteld", aldus Cuperus.
Anti-islam
De AfD begon in 2013 als anti-europartij, maar maakte op een partijcongres in juni 2015 na een felle richtingenstrijd een ruk naar rechts. Oprichter en econoom Bernd Lucke verliet zijn partij, Frauke Petry, die de nationaal-conservatieve vleugel vertegenwoordigde, volgde hem op als voorzitter.
Met de toename van het aantal vluchtelingen in Duitsland begon vanaf september 2015 ook de opmars van de AfD. AfD’ers Petry en Beatrix von Storch wekten verontwaardiging toen ze stelden dat grenswachten vluchtelingen desnoods met vuurwapens mogen tegenhouden. Andere AfD’ers baarden opzien met openlijk nationalistische en racistische uitspraken of flirtten met anti-islambeweging Pegida of de extreemrechtse NPD. Het leidde niet tot een daling in de peilingen of minder stemmen bij verkiezingen. Integendeel.
In de afgelopen maanden ontwikkelde de AfD zich steeds meer tot anti-islampartij. Het partijcongres nam begin mei een programma aan waarin staat dat de islam niet bij Duitsland hoort.
Lange tijd leek het erop dat een rechts-populistische partij in Duitsland weinig kans van slagen had. Het potentieel aan kiezers is niet kleiner dan elders in Europa, maar mede door het Duitse nazi-verleden zou de associatie met extreem-rechts die voor zo’n partij niet te vermijden is, veel kiezers afschrikken. Ook zou het Duitse politieke systeem zo'n partij tegenhouden. Daar is momenteel in de peilingen niet veel meer van terug te zien. Als er nu verkiezingen zouden zijn, zou de AfD - nu nog niet in de Bondsdag vertegenwoordigd - 12 tot 15 procent van de stemmen krijgen en daarmee de derde partij in het parlement kunnen worden.
Kiesdrempel
Nederland heeft 16 partijen in het parlement, Duitsland slechts vier: CDU/CSU, SPD, Die Linke en Die Grünen. Bij de verkiezingen van 2013 werd de liberale FDP weggestemd, de AfD haalde net niet genoeg stemmen om in de Bondsdag te komen.
Het is in Duitsland veel moeilijker een nieuwe partij te beginnen en er mee in het parlement te komen dan in Nederland. Dat komt onder meer omdat partijen aan strengere regels moeten voldoen. Zo moeten partijen leden hebben - de PVV met Wilders als enige lid zou dus in Duitsland niet zijn toegestaan. Daarnaast heeft Duitsland een kiesdrempel van 5 procent. Die is na de Tweede Wereldoorlog ingevoerd om parlementaire chaos en een wildgroei aan partijen zoals tijdens de Republiek van Weimar te voorkomen.
Toch zie je ook in Duitsland, en zeker in de deelstaten, verschuivingen in het politieke landschap. De afgelopen tien jaar zijn er meer politieke partijen in de parlementen bijgekomen dan in de zestig jaar ervoor: de Piratenpartei, opgericht in 2006, zit in vier deelstaatparlementen; Die Linke, opgericht in 2007, zit in de Bondsdag en in 10 deelstaatparlementen; en de AfD, opgericht in 2013, zit in acht deelstaatparlementen en komt volgens de peilingen volgend jaar ook in de Bondsdag.
Versnippering politieke landschap
De opkomst van deze partijen leidt tot een versnippering van het Duitse politieke landschap. De tijd dat een van de grote volkspartijen CDU of SPD standaard met een kleinere partner, Groenen of FDP, regeerde is voorbij. In de deelstaten zijn steeds vaker drie partijen nodig om een regering te kunnen vormen. Dat leidt tot nieuwe coalities met exotische namen: Kenia (zwart-rood-groen: CDU, SPD en Groenen) in Saksen-Anhalt; het stoplicht (rood-geel-groen: SPD, FPD en Groenen) in Rijnland-Palts; en kiwi (groen-zwart: Groenen en CDU) in Baden-Württemberg. In Thüringen regeert sinds 2014 Die Linke samen met de SPD en de Groenen.
Vaker nog dan tot regeringen met drie partijen leidt de versnippering van het Duitse partijenlandschap tot zogenoemde grote coalities: samenwerking van de twee grootste gevestigde partijen CDU en SPD. Dat levert een zwakke oppositie op, zoals je in verschillende deelstaten en in de Bondsdag ziet. De oppositiepartijen Die Linke en Die Grünen hebben slechts 20 procent van de zetels in de Bondsdag en daarmee weinig invloed. “Dat is niet erg goed voor het politieke systeem”, aldus directeur van het Duitsland Instituut Ton Nijhuis onlangs op Duitslandweb. “Want je hebt een goede, duidelijke oppositie nodig, ook als een alternatief voor populistische partijen.”
Lees meer:
Duitse media terughoudend in noemen nationaliteit
Het noemen van de afkomst van daders is een journalistiek dilemma. Dat bleek weer na het drama in Frankfurt.
Geweld tegen journalisten neemt toe, vooral in Saksen
Journalisten worden bij rechtse demonstraties verbaal belaagd en steeds vaker ook fysiek aangevallen.
Politieke talkshows onder vuur
Spelen de politieke talkshows rechtspopulisten in de kaart? Die vraag wordt breedbesproken in Duitsland.
Journalisten tussen 'Haltung zeigen' en neutraliteit
Duitse en Nederlandse journalisten debatteerden in Berlijn over de omgang van media met rechtspopulisme.
Reacties
Geen reacties aanwezig