Over de liefde voor de Duitse taal
Twee literatuurvertalers over hun vak
Achtergrond - 10 april 2012
“In het Duits kun je van die lekkere lange zinnen bouwen”, zegt vertaler Jan Gielkens. Maar dat maakt de taal gelijk ook zo lastig voor vertalers. “Je wilt dicht bij de tekst blijven, maar soms moet je wel kortere zinnen maken voor de leesbaarheid in het Nederlands”, zegt zijn collega Goverdien Hauth-Grubben. In de aanloop naar de Dag van de Duitse Taal op 19 april laat Duitslandweb twee vertalers van Duitse literatuur aan het woord over hun liefde voor de Duitse taal.
Het Duits heeft veel meer lagen dan het Nederlands, zeggen Gielkens en Hauth-Grubben allebei als hen wordt gevraagd wat ze mooi vinden aan de Duitse taal. Het Duits heeft steviger constructies, meer traditie, het vervaagt minder snel dan het Nederlands, legt Gielkens uit. “Dat vind ik prettig. Nederlanders accepteren veel sneller spreektaal als schrijftaal dan Duitsers.”
Die gelaagdheid kan ook doorschieten, zegt Hauth-Grubben. “Ik heb bijvoorbeeld museateksten vertaald. Kunstteksten zijn in het Duits bijna niet te lezen. Die kunnen zo hoogdravend zijn. Dat moet je versoepelen, vereenvoudigen in het Nederlands.” Haar man, van Duitse origine en vertaler Nederlands-Duits, moest voor een catalogus Nederlandse kunstteksten naar het Duits juist upgraden. “Dat ligt niet alleen aan de opstellers van de teksten”, aldus Hauth-Grubben, “maar ook echt aan de taal.” Soms hoort ze Duitse commentatoren op tv vijf minuten achter elkaar woorden zeggen, “en dat je je dan afvraagt: wat heeft-ie nou eigenlijk gezegd?” Dat stijve geblabla, zoals ze het noemt, daar houdt ze niet van.
'Der Turm' en 'Die Mittagsfrau'
Toch vindt Hauth-Grubben de taalverschillen tussen het Duits en het Nederlands niet erg groot. Dat maakt het vertalen juist zo gevaarlijk, zegt ze. “Ik heb ook vanuit het Russisch vertaald, dan voel je veel minder de hete adem van mensen die het beter menen te weten in je nek. Vanuit het Duits vertalen is veel moeilijker dan ik had gedacht. Het is lastig om het goed te doen, om de dingen uit elkaar te halen.” Juist omdat de talen zo op elkaar lijken ben je veel minder op verschillen in denkwijze of woordgebruik bedacht, zegt Hauth-Grubben.
Hauth-Grubben vertaalde onder meer de Duitse bestsellers ‘Der Turm’ ('De Toren') van Uwe Tellkamp en ‘Die Mittagsfrau’ ('De Middagvrouw') van Julia Franck. Vooral ‘Der Turm’, over inwoners van Dresden in de laatste zeven jaar van de DDR, was moeilijk. “Het was ingewikkelde taal, er zaten heel moeilijke stukken in. Het was ook in verschillende stijlen geschreven en er zat veel over de DDR in wat ik moest uitzoeken.” Ze had daarvoor weinig tijd, want de vertaling moest snel af zijn, voor de viering van de 20e verjaardag van de val van de Muur in 2009. “‘De Middagvrouw’ van Julia Franck was veel makkelijker. Daar heb ik ook heel veel reacties op gekregen. Dat is in Nederland in veel leesclubs gelezen.”
Het barokke Duits van Grass
Jan Gielkens vertaalde twaalf boeken van Günter Grass, waaronder ‘Die Blechtrommel’ en ‘Beim Häuten der Zwiebel’. “Bij Grass is principieel álles lastig”, zegt hij. “Zijn Duits is nog een eindje barokker dan het gemiddelde Duits. Er zit heel veel actualiteit en geschiedenis in zijn boeken, het zijn doorgeorganiseerde teksten met rode draden en woordgrapjes waar hij dan 400 pagina’s verder op terugkomt. Alles heeft met elkaar te maken.” Daarom kan Gielkens vrijwel nooit een trucje of een leuke vondst bedenken voor een taalkundig probleem. “Het is moeilijk om iets anders te vertalen dan er staat omdat het even later weer terugkomt in een andere context.”
Toch heeft hij wel een vondst gedaan waar hij trots op is, zegt hij na enig nadenken. “De titel ‘Beim Häuten der Zwiebel’ heb ik vertaald met ‘De rokken van de ui’. Dat is een literaire vondst”, zegt Gielkens. Het woord 'rokken' verwijst niet alleen naar de dikke bladeren van de ui, maar ook naar het begin van ‘Die Blechtrommel’, legt hij uit, Grass’ beroemde boek uit 1959. Daarin wordt de moeder van de hoofdpersoon verwekt door een dief die onder de rokken van zijn oma kruipt om zich voor de politie te verbergen. “De Nederlandse titel is anders dan het Duits, maar het dekt de lading volledig en het is goed uit te leggen. De titel is ook door Grass goedgekeurd, hij was er erg enthousiast over.”
Opzoeken op internet
Gielkens is een keer of zes, zeven bij Grass geweest, vertelt hij. “Grass nodigde bij elk nieuw boek alle vertalers een week bij hem thuis of bij de uitgever uit en dan bespreken we met z’n allen dat boek, bladzijde voor bladzijde. Dan zijn we met tien tot 25 vertalers, van Fransen tot Koreanen. We stellen vragen aan Grass of bespreken problemen met elkaar.” Dat zijn bijvoorbeeld problemen met de historische inhoud van Grass’ boeken. “Nu kun je dat allemaal op internet vinden, maar tot midden jaren negentig moest ieder dat voor zich uitzoeken.”
Grass’ laatste boek is voor zijn vertalers vooral een probleem vanwege de taal. ‘Grimms Wörter’ uit 2010 is nog niet naar het Nederlands vertaald en Gielkens weet nog niet of het er van komt. “Het is een extreem Grass-boek. Het gaat over de gebroeders Grimm en het werk aan hun woordenboek, maar het is ook autobiografisch en het gaat over politiek.” De verschillende hoofdstukken zijn elk verbonden aan een bepaalde letter van het alfabet en die weer met woorden uit dat woordenboek van de Grimms. “Een deel van die woorden kun je niet zomaar vertalen, dan zou je de tekst moeten veranderen. Maar dat kan niet omdat Grass die woorden ook inhoudelijk gebruikt.”
De Dag van de Duitse taal vindt op 19 april plaats in heel Nederland. De dag is een initiatief van de Actiegroep Duits, die bestaat uit de Duitse ambassade in Den Haag, de Nederlands-Duitse Handelskamer, het Goethe Institut Nederland en het Duitsland Instituut Amsterdam. Lees meer >>
Reacties
Geen reacties aanwezig