Aantekeningen voor een spannend jongensboek
De oorlogsdagboeken van Ernst Jünger, 1914-1918
Boeken - 10 november 2010
De schrijver en filosoof Ernst Jünger blijft in herinnering als de verpersoonlijking van het oorlogszuchtige Duitsland, een reputatie die hij vooral te danken heeft aan zijn ooggetuigenverslag van de Eerste Wereldoorlog ‘In Stahlgewittern’. Ten onrechte, blijkt uit de nu gepubliceerde dagboeken die aan dat boek ten grondslag hebben gelegen.
De dagboeken uit de Eerste Wereldoorlog van Ernst Jünger zijn nu gepubliceerd.
‘In Stahlgewittern’ – ‘Oorlogsroes’ in de Nederlandse vertaling – eindigt met de toekenning van de Orde pour le mérite aan de gewonde luitenant Jünger in september 1918. Het was de hoogste militaire orde, die onder de miljoenen Duitse militairen tijdens de oorlog maar elf keer werd uitgereikt aan een compagnie-aanvoerder als Jünger. Dat zegt wat over hem: voor de duivel niet bang, als het moest op het roekeloze af ging hij voor in de strijd.
Jüngers levenshouding is na publicatie van zijn oorlogservaringen veelal politiek geduid en gebruikt. Zijn strijdlust werd omarmd en als voorbeeld gesteld door het nationaal-socialistische gedachtegoed, terwijl tegenstanders in zijn boek juist een bewijs lazen van het immer militaristische Duitsland. Maar wie Jüngers zorgvuldig uitgegeven oorlogsdagboeken leest, moet daarin met een vergrootglas zoeken naar politieke uitspraken – laat staan naar gevoelens van patriottisme of racistische opmerkingen. Tot verbazing van veel recensenten trouwens.
Afwezigheid van idealen
Zijn dagboeken maken Jünger menselijker dan zijn gepubliceerde boeken. Dat wil niet zeggen dat ze illustratief zijn voor het doorsnee soldatenbestaan aan het westelijke front. Jünger blijft een bijzonder geval, door zijn onverschrokkenheid, maar ook door juist een bijna volledige afwezigheid van idealen om voor te vechten.
Wat de dan 19-jarige gymnasiast in 1914 naar de oorlog trekt (hij meldde zich vrijwillig aan), lijkt vooral een onweerstaanbare honger naar ervaringen. Jünger wil zich bevrijden uit het grauwe korset van het dagelijkse bestaan en het gevoel krijgen iets te beleven, ook al is het met gevaar voor eigen leven. Typerend is een aantekening op een van zijn eerste dagen aan het front, in januari 1915:
“Ik ben erg benieuwd hoe een schrapnelbeschieting voelt. Over het algemeen had ik de oorlog erger voorgesteld dan hij in werkelijkheid is. De aanblik van mensen die door granaten zijn uiteengereten, laat me volkomen koud. Net als het hele geknal – hoewel ik de kogels een paar keer echt dichtbij langs heb horen langsvliegen.”
Wanklanken
Hier schrijft een adolescent, die trots merkt dat hij ondanks de eerste gruwelijke oorlogservaringen niet bezwijkt onder de zenuwen. Al verlangt hij een paar dagen later ook naar “een degelijk studentenleven, met leunstoel en zacht bed”. En – zeer on-Jüngeriaans – als ervaren frontsoldaat scheldt hij ook wel eens op “deze klote-oorlog”.
In zijn boek laat hij zulke wanklanken achterwege. Daarin waakt hij over zijn pose als avonturier en held. Uit zijn dagboekaantekeningen blijkt al dat deze als basis moesten dienen voor een spannende avonturenroman, zo betoogt de samensteller, in de traditie van bijvoorbeeld Karl May. Daarvan bezat de jonge Jünger een hele collectie.
Glorie
Jünger heeft zich begin jaren dertig resoluut gedistantieerd van het nationaal-socialisme. Hij had geen wraak nodig voor de verloren oorlog, net zoals voor hem tijdens de Eerste Wereldoorlog niet de glorie van Duitsland op het spel stond. Wat hij zocht – en vond – in de loopgraven, was een “onvergelijkbare leerschool voor het leven”.
Helmut Kiesel: ‘Ernst Jünger. Kriegstagebuch 1914-1918’
Klett-Cotta, Stuttgart, 2010, 655 pag.
ISBN 978-3-608-93843-5
Reacties
Geen reacties aanwezig