Sphären
Peter Sloterdijk
Boeken - 20 januari 2005
Door Pim Huijnen
Bovenstaand citaat legt enigszins uit wat de Duitse filosoof Peter Sloterdijk bedoelt met de titel van zijn zoektocht naar het 'waar' van de mensen als ze in de wereld zijn. Op bijzondere literair-filosofische wijze schetst Sloterdijk een mentaliteitsgeschiedenis die zich uitstrekt over drie banden en meer dan 2500 pagina’s. Met ‘sferen’ als uitgangspunt voorziet Sloterdijk zijn betoog van verschillende ronde en ruimtelijke metaforen. De drie banden heten respectievelijk ‘Bellen’ (‘Blasen’), ‘Globen’ en ‘Schuim’ (‘Schäume’) en spelen met de vraag op welke wijze de mensen hun leven proberen in te richten in een zich globaliserende wereld. De 'privé-sferen' spelen een essentiële rol in Sloterdijks denkproces, omdat zij de mensen ‘immuniteit’ verschaffen. De afwezigheid van dit begrip bij sociologen van Marx tot Luhmann, wijst Sloterdijk aan als grootste zwakten in hun theorieën. Immuniteit is bij Sloterdijk niet alleen een existentialistisch verlangen, maar ook een mentaal uitgangspunt en zelfs een letterlijk op te vatten begrip.
In dat laatste verband noemt hij de ontdekking van het milieu (in de zin van Umwelt: dat wat om ons heen is) als gezichtsbepalend voor de afgelopen eeuw. De twintigste eeuw begint bij hem dan ook niet voor niets pas op 22 april 1915, de dag waarop in de buurt van het Belgische Ieper de eerste gifgasaanval van de Eerste Wereldoorlog plaatsvond. In de impasse van de loopgravenoorlog had, aldus Sloterdijk, een beslissende denkomslag plaatsgevonden: “Als het lichaam van de vijand zich niet meer door een directe treffer laat liquideren, kan de aanvaller het idee krijgen, diens voortbestaan onmogelijk te maken door hem lang genoeg in een onleefbaar milieu onder te dompelen”.
Gedurende de twintigste eeuw zou die methode op uiteenlopende wijzen worden toegepast en geperfectioneerd: van Zyklon B en napalm tot het huidige terrorisme, dat met zijn aanvallen zijn slachtoffers niet lijkt te willen doen verstikken door een bepaalde gas of stof, maar door angst. Als reactie op deze strategische omschakeling van mens naar omgeving als militair en terroristisch doelwit, hebben mensen geprobeerd zich dan ook letterlijk immuniteit (bijvoorbeeld in hun huizen) te verschaffen.
Maar Sphären is geen pessimistisch boek. Integendeel. Zo staat het 'Schuim' ('Schäume') van de laatste band voor Sloterdijk vooral symbool voor de moderne samenleving, gevormd door ontelbare kleine belletjes – de individuen. De samenleving – dat wil zeggen ‘het samenzijn’ van de mensen – wordt in deze structuur gekenmerkt door “stabiliteit door liquiditeit”, ofwel door flexibiliteit en creativiteit. De (post-)moderne samenleving is daarmee niet anders te definiëren dan door het creatieve proces van alle mensen afzonderlijk om tussen alle anderen een plek voor zichzelf te scheppen. Sloterdijks schuim-metafoor werkt daarbij zo goed, omdat de afzonderlijke bellen van het schuim de wanden met elkaar delen. Een deur suggereert niet alleen een afscheiding, maar ook een opening.
Waardering
Bovenstaande is maar een kleine greep uit Sloterdijks betoog. Het ‘Sphären’-project, waarin Sloterdijk knap meandert langs uiteenlopende disciplines – filosofie, architectuur, meteorologie, fysica, psychologie, sociologie – om zijn verhaal op de meest veelzijdige wijzen te illustreren, probeert in laatste instantie vooral een pleidooi te zijn voor optimisme en lichtzinnigheid. De geest van Nietzsche – en bovenal diens Vrolijke Wetenschap – waart rond in elke zin van het speelse en zeer originele werk.
Pim Huijnen is historicus en redacteur van het Duitslandweb
- Peter Sloterdijk, ’Sphären I: Blasen’ (Suhrkamp; Frankfurt 1998) ISBN 3-518-41021-0
- Peter Sloterdijk, ’Sphären II: Globen’ (Suhrkamp; Frankfurt 1999) ISBN 3-518-41053-9
- Peter Sloterdijk, ’Sphären III: Schäume. Plurale Sphärologie’ (Suhrkamp; FGankfurt 2004) ISBN 3-518-41465-8
Reacties