Duitse coalitie bereikt compromis over basispensioen

Mensen in Duitsland die hebben gewerkt, moeten op latere leeftijd van meer rond kunnen komen dan alleen van de Grundsicherung - dat is voor alleenstaanden een bedrag van rond de 400 euro per maand, eventueel aangevuld met vergoedingen voor ziektekosten, huur of stookkosten. De Grundrente, het basispensioen, moet voor extra inkomsten zorgen voor mensen die 35 jaar sociale lasten hebben betaald. Dat zijn er rond de 1,5 miljoen.

CDU/CSU en SPD hebben de Grundrente in 2018 in het regeerakkoord afgesproken, maar konden het de afgelopen maanden niet eens worden over de uitvoering. CDU en CSU wilden het alleen verstrekken aan ouderen die kunnen aantonen onvoldoende middelen te hebben. Ze wilden een zogenoemde Bedürftigkeitsprüfung, een middelentoets. De SPD vindt juist dat iedereen die zijn hele leven heeft gewerkt, recht heeft op een basispensioen, zonder bureaucratische toetsing. 

In het compromis is nu niet meer sprake van een Bedürftigkeitsprüfung maar van een Feststellung des Bedarfs ('bepaling van de behoefte'): of iemand recht heeft op de Grundrente wordt bepaald via een automatische controle van het inkomen. Senioren hoeven niet, zoals bij een Bedürftigkeitsprüfung het geval was geweest, zelf aan te tonen dat ze er recht op hebben en bijvoorbeeld ook geen informatie over bezit opgeven. 

De regeringspartijen zeggen tevreden te zijn met het compromis. Minister Heil (SPD) van Werkgelegenheid ziet het als teken van daadkracht en vindt dat de regering haar werk moet voortzetten. Binnen de SPD is al langer ontevredenheid over de regeringscoalitie met de CDU/CSU. Of de partij de coalitie wil voortzetten, is onderwerp van gesprek op het SPD-congres op 6 december. Lees meer bij Süddeutsche.de en tagesschau.de