Patchwork identities
Migrantenliteratuur 1990-2015
De zogenoemde gastarbeiderliteratuur – verhalen geschreven door gastarbeiders die in de jaren vijftig naar Duitsland kwamen - had vaak als eenzijdig motto de roep naar erkenning en respect voor gastarbeid. Inmiddels zijn er ook schrijvers die tot de tweede en derde generatie behoren. Hun werk beslaat een breder terrein.
Een interessante schrijfster van de eerste generatie is bijvoorbeeld de latere theatermaakster Emine Sevgi Özdamar. Zij kwam als 18-jarige gastarbeidster uit Turkije naar Duitsland. Tijdens haar opleiding als toneelspeelster reisde zij in de jaren erna heen en weer tussen Istanbul en Berlijn om zich vervolgens definitief in Duitsland te vestigen. Niet alleen elementen uit haar rijke biografie maken de romans en theaterstukken van Özdamar interessant, maar ook de onbevangen blik die zij geeft op de Duitse geschiedenis.
Kinderen en kleinkinderen van gastarbeiders zijn in Duitsland geboren en meestal tweetalig opgevoed. Hoewel het geboorteland van hun (groot)ouders niet hun thuisland is, zijn zij toch in de cultuur van dit land geworteld. Schrijvers als Zafer Şenocak, José F.A. Oliver of Zehra Çirak hebben zo'n gemengde achtergrond, ook wel patchwork identities genoemd.
Feridun Zaimoĝlu wordt gezien als een schrijver die deze tussen culturen zwevende generatie van vooral Turkse Duitsers een stem geeft. Hij deed dit voor het eerst in het boek 'Kanak Sprak' (1995), wat zoveel betekent als 'Turkentaal'. De ondertitel – vrij vertaald ‘24 wanklanken uit de zelfkant van de samenleving’ – geeft de opbouw van het boek goed weer: Zaimoĝlu laat in 24 hoofdstukken jonge Turkse Duitsers aan het woord. Deze fictieve personages vertellen in monoloogvorm over hun harde, soms gewelddadige en criminele leven in de grote stad. Ze zijn ingeburgerd als Duitsers, maar ook weer niet. Voor hen is het vanzelfsprekend dat hun identiteit een culturele mengvorm is. Opvallend is het taalgebruik, namelijk de voor Turkse Duitsers typische spreektaal: vervormde lettergrepen, een vereenvoudigde grammatica, doorspekt met Turkse en Engelse leenwoorden en veel scheldwoorden.
Door dit 'Turkenduits' en de schildering van een generatie baarde het boek veel opzien. In later werk zoals ‘Hinterland’ (2009) schrijft Zaimoĝlu niet meer alleen over culturele conflicten maar ook over menselijke gevoelens, met name de liefde in haar diverse vormen.
Ook andere jonge Turks-Duitse auteurs – zoals Selim Özdogan, Yadé Kara of İmran Ayata – kozen voor hun werk universele thema's zoals liefde, opgroeien, werk, de zoektocht naar de identiteit of voetbal – Ayata beschrijft in zijn boek ‘Ruhm und Ruin’ (2015) de lotgevallen van een Turks voetbalteam in Berlijn-Kreuzberg.
In sommige boeken is de cultural clash zodanig op de achtergrond geraakt dat het zich niet meer onderscheidt als migrantenliteratuur maar opgaat in de Duitse literatuur.