Recessie en 'Reformstau'
Kohl en de erfenis van de eenwording 1991-1998
Midden jaren negentig kwam Duitsland in een recessie terecht. Net als andere Europese landen merkte ook Duitsland de economische gevolgen van de globalisering, zoals het vertrek van grote multinationals naar lagelonenlanden. In Duitsland kwamen daar hoge kosten van de eenwording bij. Bovendien kwam de Bondsrepubliek ook niet aan belangrijke hervormingen toe die in andere Europese landen wel plaatsvonden.
De recessie werd goed zichtbaar in het bruto binnenlands product (bbp). Doorgaans groeide het bbp jaarlijks met een paar procent, maar in 1993 was er sprake van een krimp. Economen vroegen zich af of Duitsland zijn economische aantrekkingskracht aan het verliezen was. Hoge arbeidskosten, korte werktijden, hoge belastingen en een overvloed aan regelgeving maakten het bedrijven moeilijk. Doordat het West-Duitse systeem van sociale zekerheid nu ook in de nieuwe deelstaten gold, stegen de kosten van de verzorgingsstaat in duizelingwekkend tempo.
Dat ook de bevolking ontevreden was over de economie werd zichtbaar in de krappe verkiezingsoverwinning die bondskanselier Kohl in 1994 boekte. Het verschil tussen CDU/CSU en SPD was sinds 1990 gehalveerd van 10 tot 5 procent.
Met een actieplan voor investeringen en arbeidsplaatsen probeerde de Bondsregering de Duitse economie concurrerender te maken. De belangrijkste maatregelen waren het korter doorbetalen van werknemers bij ziekte, het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd, flexibeler ontslagrecht voor kleine bedrijven en een kortere werkloosheidsuitkering. De plannen stuitten op heftig verzet van oppositie en vakbonden. In 1996 brachten zij in Bonn 350.000 demonstranten op de been.
De oppositie blokkeerde in veel voorstellen in de Bondsraad, waar CDU/CSU en FDP geen meerderheid hadden. Tussen 1994 en 1998 leed daar een recordaantal wetten schipbreuk. Daaronder ook in 1997 de grote herziening van het belastingstelsel, een belangrijke hervorming voor de regering-Kohl. De patstelling tussen de beide parlementen die het invoeren van noodzakelijke hervormingen onmogelijk maakte, wordt Reformstau (letterlijk: hervormingsfile) genoemd.