Die Linke boekt succes, maar is dat ook blijvend?
De emancipatie van een Oost-Duitse protestpartij

Achtergrond - 25 februari 2008

(25 februari 2008) Verkiezingsoverwinningen in een handvol West-Duitse deelstaten bewijzen dat Die Linke niet alleen succes boekt in het oosten. ‘Hamburg’ is daar het laatste voorbeeld van. Maar om te overleven, moet de partij bewijzen meer te zijn dan een populistische protestbeweging.

Demonstratie van Die Linke in Berlijn. Afbeelding: iGuerilla, www.flickr.com "De Linke is het Hamburgse parlement binnengekomen en dat is een enorm succes," reageerde de Hamburgse Linke-lijsttrekster Dora Heyenn gisteravond om zes uur op de voorlopige verkiezingsuitslag. Met een stemmenpercentage van 6,5 procent krijgt haar partij waarschijnlijk acht zetels in de Bürgerschaft, zoals het deelstaatparlement in de vrije Hanzestad heet.

Na de eerdere overwinningen in Hessen en Nedersaksen lijkt de vurigste wens van de linkse partij vervuld: een stevige basis te veroveren in West-Duitsland.

DDR-nostalgici

Commentatoren zijn het er inmiddels over eens dat Die Linke hard bezig is om een vaste plaats te verwerven in het Duitse partijpolitieke landschap. Al bij de Bondsdagverkiezingen van 2005 dook het samenwerkingsverbond tussen de – inmiddels tot Die Linke gefuseerde – partijen PDS en WASG handig in het vacuüm dat links van de SPD was ontstaan.

Met bijna negen procent van de stemmen was het links verbond één van de verrassende winnaars van de door toenmalig Bondskanselier Schröder geforceerde verkiezingen.

Meteen na de fusie tussen WASG en PDS vorig jaar kreeg Die Linke er ruim 1000 leden bij. Met ruim 70.000 leden is het de sterkste oppositiepartij – samen met de verovering van de westelijke deelstaatparlementen maakt dat het voor politieke tegenstanders moeilijk om Die Linke af te doen als een verstokt clubje DDR-nostalgici.

Kennelijk heeft de samenwerking van de postcommunisten met SPD-splinter WASG een geheel geschapen dat meer is dan de som der delen. Dat geldt in elk geval voor het brede spectrum van kiezersgroepen dat de nieuwe partij aantrekt. Behalve ex-communisten zoeken ook voormalige CDU-leden hun heil bij de Linke.

Louter een protestbeweging of toch meer?

Maar als de Linke op lange termijn meer wil zijn dan de populistische protestpartij, die veel tegenstanders in haar zien – bevestigd door de stemmen, die de Linke soms bij rechtsextremistische partijen wegkaapt – zal het vinden van een duidelijk profiel de grootste uitdaging gaan vormen.

"Gerhard Schröder heeft ons met zijn Agenda-politiek gered," geeft Europees-parlementslid André Brie te denken – en legt daarmee precies de vinger op de zere plek. Tot nu toe heeft De Linke zichzelf immers met name als anti-beweging gepresenteerd en zich daarbij met name tegen de SPD afgezet. Weliswaar heeft zij een duidelijk vijandbeeld in de onder Hartz IV bekend geworden hervormingen, maar in de losse agendapunten van de Linke – het officiële partijprogramma verschijnt pas later dit jaar – ontbreekt een werkbaar alternatief.

Nu de Linke, zoals in Hessen, een steeds belangrijker factor in het politieke krachtenspel wordt, is de logische volgende stap om meer met die macht te gaan doen. Hoewel Kurt Beck met zijn vermeende Linke-flirt momenteel vanuit zijn eigen partij wordt teruggefloten, zal de SPD volgens commentatoren vroeg of laat niet om de Linke heen kunnen.

Voor de Linke is het dan de kunst om de SPD een stap tegemoet te komen, zonder zich door deze samenwerking te laten neutraliseren.

Rancune van de SPD

Nemesis van de SPD: Oskar Lafontaine> het citaat is van Victor Hugo. Afbeelding: iwouldstay, www.flicker.com Berlijn is een voorbeeld van hoe zo'n samenwerking eruit zou kunnen zien. Hier regeert de Linke al sinds 2002 – toen nog als PDS – samen met de SPD. Maar het is de vraag of deze coalitie navolging vindt in andere deelstaten.

Naast de – recent weer opgevlamde – angsten voor het antidemocratisch verleden van de PDS speelt op federaal niveau immers ook de rancune van de SPD tegenover hun 'afvallige' oud-voorzitter Oskar Lafontaine een rol bij de afwijzende houding tegenover de Linke. Deze dankt haar successen in het Westen voornamelijk aan de als gewiekst retoricus bekendstaande Saarlander, die zijn lijsttrekkerschap deelde met de in het Oosten populaire PDS-er Gregor Gysi.

Populistische frontmannen

Terwijl Lafontaine de PDS bevrijdt van zijn antidemocratische bijsmaak, probeert Gysi de oud-SPD-er vrij te spreken van de verdenking van opportunisme. De ene hand wast de andere, sneerde de Linke-kritische Spiegel verleden week.

Dat principe werkt echter maar half, omdat het niets verandert aan het derde verwijt waarmee de Linke kampt: beide Linke-kopstukken staan als notoire populisten bekend. Dat zou op den duur weleens een groter probleem kunnen blijken dan de communistische wortels van de PDS – waarvan de meerderheid van de partij zich met succes distantieert.

Als de Linke aanspraak wil maken een blijvend bestaansrecht, dan zal zij op lange termijn moeten bewijzen dat zij het ook zonder de stemmenkanonnen Gysi en Lafontaine kan stellen. Ideeën zijn gevraagd, zoals Lafontaine zelf om het hardst beweert. Na de successen bij de recente deelstaatverkiezingen moet nu blijken dat dat meer is dan verkiezingsretoriek.

Carina de Jonge promoveert in München en schrijft regelmatig voor het Duitslandweb.

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger