Het gedroomde vergezicht van Kurt Beck
SPD-voorzitter zet DIA-jubileum luister bij

Achtergrond - 6 november 2006

(6 november 2006) SPD-voorzitter Kurt Beck heeft sinds zijn aantreden een opmerkelijke inhaalrace gemaakt. Van provinciale tussenpaus tot de populairste politicus van zijn partij. Zijn kracht is dat hij geen spelletjes speelt.

 PvdA-lijsttrekker Wouter Bos en SPD-voorzitter Kurt Beck staan gebroederlijk naast elkaar, een schare journalisten voor zich. Even is het Amsterdamse hotel Arena het middelpunt van sociaal-democratische verbroedering. Nou ja, verbroedering. Bos en Beck kijken elkaar af en toe welwillend aan, wisselen een vriendelijke glimlach uit. Maar hun blikken blijven gericht op de camera’s en microfoons voor zich. Beck is in Amsterdam ter gelegenheid van het jubileum van het Duitsland Instituut, de campagnestrategen rond lijsttrekker Bos zagen er een prachtig mediamoment in.

Of Beck Wouter Bos een grote coalitie kan aanbevelen. Bos lacht, Beck blijft serieus. Het gelegenheidsverbond tussen CDU/CSU en SPD staat er in de Duitse peilingen niet bepaald florissant voor. Duitsers hebben minder vertrouwen in Merkels coalitie dan ooit. Bij haar aantreden vorig jaar dacht 60 procent van de Duitsers nog dat een grote coalitie de problemen van Duitsland aankon. Dat aandeel is inmiddels geslonken tot 16 procent. Becks antwoord weerspiegelt zijn voorbehouden. De SPD’er raadt de PvdA aan eerst maar eens zo groot mogelijk te worden. “Als je zelf sterk bent, heb je nooit tekort aan mogelijke partners.”

Vermeende zwakheden

Het gaat lekker met Kurt Beck. De slechte cijfers voor de grote coalitie lijken de partijvoorzitter niet te raken. Zes maanden nadat de minister-president van de deelstaat Rijnland-Palts het voorzitterschap op zich heeft genomen, is de gemoedelijk ogende Duitser opgeklommen tot de op één na populairste politicus van Duitsland. Kanselier Angela Merkel heeft hij achter zich gelaten. Alleen bondspresident Horst Köhler moet de SPD-partijvoorzitter voor zich dulden.

Zelf houdt hij zich op de vlakte. Populair zijn is leuk, maar het kan ook zo weer over zijn. “In elk geval is het beter dan dat mensen genadeloos op je inhakken,” zegt de bebaarde sociaal-democraat met een glimlach.

Het is een opmerkelijke inhaalslag van de politicus die in zijn eerste toespraken een onwennige en weinig gelukkige indruk maakte. Beck, de vierde SPD-voorzitter in drie jaar, had net de ingestorte Matthias Platzeck vervangen. Commentatoren voorspelden aanvankelijk dat het niet lang zou duren of ook Beck zou weer van de bühne verdwijnen. De minister-president van de Palts was te veel het type vriendelijke burgervader, te provinciaal voor de grootstedelijke slangenkuil Berlijn. Daarnaast zou het de praktisch aangelegde Beck, een voormalig elektricien zonder academische scholing, ontbreken aan visie en diepgang, iets wat de zwalkende SPD bovenal nodig heeft.

Spelletjes

Maar Beck is niet weg. Beck staat stevig aan het roer. Zijn vermeende zwakheden zijn als bij toverslag veranderd in prijzenswaardige eigenschappen. Beck is niet langer provinciaal, hij is trouw aan zijn roots. Hij is geen ideeënloze partijsoldaat, maar een nuchtere werker die rust uitstraalt. En bovenal speelt de loyale Beck geen spelletjes. Dat maakt hem voor de grote coalitie de juiste man op het juiste moment, zegt Peter Riesbeck, politiek verslaggever van de Berliner Zeitung. “Beck is nuchter. Hij ziet een stapel dossiers en gaat ermee aan de gang. Ook al heeft hij er weinig zin in, hij gaat door tot het werk gedaan is. Merkel kan ervan op aan dat hij niet van de ene dag op de andere van standpunt wisselt. Met Beck geen draaikonterij.”

Deze nuchterheid klinkt door in de toespraak die Beck hield ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Duitsland Instituut. Beck noch zijn partij stonden te springen bij het idee van een verbond met aartsrivaal CDU, bekent hij. Maar beide kampen hadden in de nasleep van de verkiezingen van 2005 geen andere mogelijkheid, wilden zij met een stabiele meerderheid regeren. Beck: “Het verbond is niet uit liefde geboren, noch voor de eeuwigheid geschapen. Maar ook een verstandshuwelijk kan zijn nut hebben.”

Kabbelende golven

Beck, gedoodverfd SPD-kandidaat voor het kanselierschap, is anders dan Schröder, de laatste SPD-voorzitter die het ambt langer dan anderhalf jaar volhield. Hij is rustiger, bescheidener. Waar Schröder ook kwam, overal was hij het stralende middelpunt. Een aandachtsmagneet. “Als je Schröder hoorde spreken, dan had je altijd het gevoel iets belangrijks mee te maken. Zelfs al zei hij niet zo veel bijzonders”, in de woorden van een Duitslandkenner.

De huidige SPD-voorman stelt zich terughoudender op. Beck dweept niet met aandacht, hij is geen zongebruinde popster. Zonder dat kenmerkende ronde gezicht met grijze stoppelbaard zou je hem zo voorbij lopen. Bij de korte persconferentie met Wouter Bos beantwoordt hij alle vragen met hoffelijk geduld en geeft hij zijn Nederlandse geestverwant alle ruimte. Tijdens een tocht met een rondvaartboot door Amsterdam nestelt Beck zich in een hoekje van de kajuit en kijkt veel naar buiten, verzonken in gedachten. Hij legt geen claim op de aandacht van de meegereisde delegatie PvdA-bobo’s onder leiding van voorzitter Michiel van Hulten. Beck mengt zich slechts af en toe in het gesprek dat voortkabbelt als de golfjes van de Herengracht. Die Amsterdamse grachten bevallen hem trouwens wel. Hij houdt ervan dichtbij de kust te zijn, echoot hij de honderdduizenden Duitse toeristen die jaarlijks het Nederlandse strand bezoeken. Eén van Becks erkende kwaliteiten is dat hij dicht bij de gewone man staat.

Havist en voetballiefhebber

 Van Becks collega Wouter Bos is dat moeilijker te zeggen. Bos is knap maar ongrijpbaar. Hij haalde op school alleen negens en tienen en studeerde in twee richtingen cum laude af. Na een veelbelovende carrièrestart bij Shell maakte Bos als 36-jarige de sprong naar de Tweede Kamer en schopte het vier jaar later, in november 2002, tot partijleider.

In het Amsterdamse universiteitsgebouw aan de Oudemanhuispoort vonden Bos en Beck elkaar terug tijdens een debat over de toekomst van Europa. Wouter ‘cum laude’ Bos naast Kurt Beck, de havist en voetballiefhebber, de man die zich gestaag door de rangen van de SPD heeft opgewerkt – volgens kwade tongen vooral dankzij zijn ogenschijnlijke gebrek aan ambitie. Beck is in zijn leven vaak onderschat.

Onterecht, blijkt tijdens het debat. De twee politici zijn het in hun kijk op Europa weliswaar inhoudelijk goeddeels met elkaar eens, op één belangrijk punt verschillen ze. Passie. Waar Wouter Bos voorzichtig spreekt over het “zoeken van draagvlak” onder de Nederlandse bevolking om het Europese project weer salonfähig te maken, werpt Beck aan het slot van zijn pleidooi alle schroom van zich af en schildert vol vuur het vergezicht van zijn gedroomde Europa. “Wat willen we nu eigenlijk? Ik wil niet leven in een wereld waarin één natie - de VS - zijn wil aan de rest oplegt, maar in een wereld die uit vele zwaartepunten bestaat die elkaar in een vreedzaam evenwicht houden. Het is werkelijk een wonderbaarlijk verhaal, dit Europa dat oorlogen en fascisme op zijn grondgebied heeft uitgebannen. Europa mag geen verstikkend systeem van regels zijn, maar een idee van vooruitgang, vrede en welvaart. Europa is een gevoel dat je moet leven.”

Het levert Beck het hardste applaus van de avond op.

“Als kleine jongen heb ik nog door de ruïnes van Duitsland gedwaald,” zegt Beck als hij even later buiten op een regenachtige Kloveniersburgwal staat. “Dat laat een onuitwisbare indruk achter. Voor Duitsers van mijn generatie is de grondgedachte van Europa nog springlevend.”

Bas de Rue is redacteur van het Duitslandweb.

 

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger