'Met begrippen als goed en fout kom je er niet'
DIA-aio Ismee Tames promoveert op Eerste Wereldoorlog
Achtergrond - 19 mei 2006
(19 mei 2006) Ismee Tames, deelnemer aan het Graduiertenkolleg van het Duitsland Instituut Amsterdam, is gisteren gepromoveerd op haar proefschrift 'Oorlog voor onze gedachten. Oorlog, neutraliteit en identiteit in het Nederlandse publieke debat, 1914-1918'. Tames levert met haar onderzoek een belangrijke bijdrage aan de historiografie over de Eerste Wereldoorlog in Nederland.
De Nederlandse identiteit als hoeder van het recht en bevorderaar van de vrede kreeg tijdens de Eerste Wereldoorlog een geduchte knauw. Dat is één van de belangrijkste conclusies van Tames dissertatie. Tames onderzoekt hoe het publieke debat over de positie en de identiteit van Nederland zich tijdens de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde. Zij richt zich hierbij op wat zij 'publicisten' noemt en niet slechts op het 'intellectuele' debat. "Daarvoor waren er te weinig intellectuelen in Nederland", aldus Tames gisteren bij de verdediging van haar proefschrift. "Er waren wel veel publicisten die gelezen werden en een groot publiek hadden. Zij speelden dus op die manier een belangrijke rol in het publieke debat."
Blinde vlek
"Tames' onderzoek is de eerste serieuze dissertatie sinds lange tijd over debatten die tijdens de Eerste Wereldoorlog werden gevoerd", aldus Frits Boterman, hoogleraar Moderne Duitse Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en promotor van Tames. De geschiedschrijving van de Eerste Wereldoorlog is in Nederland lange tijd een blinde vlek geweest, aldus Boterman. De kijk op de Eerste Wereldoorlog werd beïnvloed door de ervaringen van de Tweede Wereldoorlog. "Dat is niet onbegrijpelijk", aldus Tames in de inleiding van haar proefschrift, "maar inmiddels is de geschiedschrijving aan andere vragen toe. De morele veroordeling van wie 'goed' of 'fout' was - voor tijdens of na de Tweede Wereldoorlog - geeft namelijk nog geen inzicht in de ideeën die er in Nederland in de eerste helft van de twintigste eeuw bestonden."
In 1914 waren de door Tames behandelde publicisten het er nog grotendeels over eens geweest dat het de taak was van het neutrale Nederland om het recht hoog te houden nu er in Europa een grote oorlog was uitgebroken. Maar in de loop van de oorlogsjaren werd het steeds moeilijker voor een neutraal land een passende taak en identiteit te omschrijven.
Onvermogen
Dit kwam door de teleurstellingen die de Nederlanders moesten verwerken over het optreden van de grote mogendheden jegens kleine staten, en door hun eigen onvermogen hier iets tegenover te stellen. Nederland werd politiek en economisch door Duitsland en Engeland in de tang genomen zonder dat een beroep op eerdere verdragen en algemene regels van het internationaal recht veel uitmaakten. Daar bovenop bleek de Eerste Wereldoorlog ook een culturele oorlog: met name Engeland en zijn bondgenoten wisten zich grote idealen als Recht en Vrede toe te eigenen, waaraan het begrip Democratie nog werd toegevoegd toen ook de Verenigde Staten in de oorlog kwamen. Nederland kon dus nooit deze idealen belichamen, meenden de Geallieerden, zonder actief aan de oorlog deel te nemen. Hierdoor werden Nederlandse publicisten beroofd van hun idee over de taak en identiteit van hun land.
Dit culturele aspect aan de Eerste Wereldoorlog laat zien hoe ook een neutraal land als Nederland er de gevolgen van ondervond. Anders dan lang gedacht is, aldus Tames, tonen de ontwikkelingen in het Nederlandse publieke debat aan dat er ook hier veel gediscussieerd werd over en naarstig werd gezocht naar de ‘lessen’ van de oorlog. Nederland kwam ontredderd uit de oorlog, materieel vrijwel ongeschonden, maar cultureel geschokt en zonder het oorspronkelijke zelfvertrouwen in de eigen identiteit.
Europese context
Wat verandert dit proefschrift aan de huidige visie op de Eerste Wereldoorlog? Wat moet er in de historische overzichten worden aangepast? Dat was de vraag die Tames gisteren in de Aula van de Universiteit van Amsterdam kreeg voorgelegd van prof.dr. Hans Blom, directeur van Tames' nieuwe werkgever het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). "Wat dit proefschrift toevoegt, is de plaatsing van het Nederlandse debat in een Europese context", aldus Tames. "De grondwetswijziging van 1917 bijvoorbeeld werd altijd beschreven als een Nederlandse ontwikkeling, maar mijn boek geeft aan dat de discussie over die grondwetswijziging ook plaatsvond in de context van de oorlog. Niet als het gaat om het kiesrecht, daar werd al langer over gediscussieerd. De discussie ging echter verder dan dat. Men was op zoek naar een nieuwe stap in de democratisering en keek daarvoor wel degelijk naar het buitenland om voorbereid te zijn op de nieuwe wereldorde als de oorlog voorbij zou zijn."
Naar aanleiding van de promotie van Ismee Tames organiseert het Duitsland Instituut op 1 juni het seminar 'Pro- of anti-Duits? De invloed van de Eerste Wereldoorlog op de Nederlands-Duitse betrekkingen'. Klik hier voor meer informatie.
Foto's: Jochem Tames
Reacties
Geen reacties aanwezig