Duitslandweb logo Duitslandweb

De Eerste Wereldoorlog aan het Duitse thuisfront
Historicus Hirschfeld over het dagelijks leven in de Heimat

Achtergrond - 4 december 2013

De Eerste Wereldoorlog was een absolute oorlog, die ook in de Duitse Heimat werd gevoeld. Aan de vooravond van het grote herdenkingsjaar 2014 – 100 jaar na het begin van de Eerste Wereldoorlog – vertelde historicus Gerhard Hirschfeld maandag in Amsterdam wat er in de Duitse samenleving gebeurde toen de oorlog uitbrak. “Aan het eind van de oorlog haalde eenderde van de families levensmiddelen van de zwarte markt.”

De Eerste Wereldoorlog aan het Duitse thuisfront
© dpa/picture-alliance/akg
Duitse vrouwen tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het werk als lassers

Gerhard Hirschfeld laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Met slechts een paar feiten schetst hij in grote lijnen de vernietigende kracht van de oorlog. “Per dag sneuvelden ongeveer 6.000 soldaten. Alleen al in de eerste twee maanden van de oorlog vielen er meer slachtoffers dan tijdens de hele Frans-Duitse oorlog in 1870.” De Eerste Wereldoorlog kan volgens Hirschfeld met recht een ‘Grote Oorlog’ genoemd worden vanwege het totale, globale en absolute karakter, maar vooral vanwege de “onverschilligheid ten opzichte van het menselijk leven”.

Hirschfeld, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Stuttgart, onderzocht de afgelopen jaren hoe de oorlog er in Duitsland in de Heimat uit zag. Hoe beïnvloedde de oorlog het dagelijks leven? “Aan het begin van de oorlog waren front en achterland nog strikt gescheiden”, zegt Hirschfeld. “Het achterland had een geweldvrije, overwegend vrouwelijke connotatie, in tegenstelling tot de mannelijke wereld van de soldaten aan het front.” In eerste instantie gingen de Duitse burgers ervan uit dat de oorlog snel voorbij zou gaan, voor kerst 1914 zouden de troepen weer thuis zijn. Toen dat een illusie bleek, moest de hele Duitse economie zich aanpassen aan de oorlog. Een verandering die door niemand voorbereid was, zegt Hirschfeld. “Er ontstond een tekort aan werkelijk alles, Ersatzstoffe (surrogaat - red.) werd een gevleugeld woord.”

Verval 

Lange wachtrijen voor winkels, ondervoeding en tochten naar het platteland om eten te hamsteren begonnen het straatbeeld in Duitsland te bepalen. “Veel mensen verwijderden de bloemen van het balkon en gingen groente verbouwen. In de steden gingen mensen konijnen en andere dieren houden.” De schaarste ging gepaard met een verval der zeden, aldus Hirschfeld. “Het aantal zwerfjongeren dat overlast veroorzaakte, steeg snel. Tijdens het laatste oorlogsjaar spijbelde bijna de helft van de scholieren.”

Vrouwen speelden een belangrijke rol aan het thuisfront. “In het opnieuw invullen van arbeidsplaatsen door jongeren en vrouwen was Duitsland relatief succesvol”, zegt Hirschfeld. Een echt emancipatieproces was het volgens hem niet. Hirschfeld noemt het “emancipatie op huurbasis”. Veel vrouwen moesten een contract tekenen dat hen verplichtte hun arbeidsplaats op te geven wanneer de mannen weer terug kwamen.

Geboorteplanning 

Gerhard Hirschfeld is emeritus hoogleraar aan de Universitiet van Stuttgart en leidde jarenlang de Bibliothek für Zeitgeschichte in Stuttgart. Hij publiceerde eind 2013 samen met Gerd Krumeich het boek 'Deutschland im Ersten Weltkrieg' (Frankfurt/M.: S. Fischer 2013)

Veel Duitse vrouwen met verschillende overtuigingen, afkomstig uit allerlei rangen en standen, verenigden zich in de Nationaler Frauendienst. Deze organisatie vond het welzijnswerk dat zij in het achterland deed even belangrijk als de gevechten aan het front. De vrouwen verpleegden de zieken en zorgden voor arme families, gaarkeukens, kinderopvang en adviescentra voor moeders. Kriegskochbücher (oorlogskookboeken) werden bestsellers. “Daarin stond bijvoorbeeld hoe je met surrogaatstoffen voor drie personen smakelijk kon koken voor een bedrag van één Mark.”

Tijdens de oorlog daalde het geboortecijfer in Duitsland drastisch, in Berlijn met maar liefst 54 procent. Dat kwam niet alleen doordat de mannen afwezig waren. Een extra kind betekende een extra mond om te voeden. Veel vrouwen gingen zich meer met geboorteplanning bezig houden. Voorbehoedsmiddelen waren nog taboe, zegt Hirschfeld, maar juist soldaten die terugkeerden van het front speelden daarin een belangrijke rol. Om geslachtsziekten door prostitueebezoek te voorkomen, waren de soldaten uitgebreid voorgelicht en die kennis namen zij mee naar huis. Zo werd de campagne van de Duitse overheid voor hogere geboortecijfers door de eigen militairen ondermijnd. “Een zeer curieuze situatie”, aldus Hirschfeld.

Brieven 

De post was het belangrijkste communicatiemiddel tussen het front en thuis, er waren heel weinig mogelijkheden voor verlof. “Per dag werden ongeveer zeven tot negen miljoen brieven tussen front en achterland verzonden. Die brieven waren levenstekens, ze konden een gesprek vervangen”, vertelt Hirschfeld. Vandaag de dag zijn de brieven belangrijke documenten voor historici die onderzoek doen naar de Eerste Wereldoorlog.

“Een steeds terugkerend motief in de brieven is dat de soldaten ervan overtuigd zijn dat ze een verdedigingsoorlog voeren. ‘Wij verdedigen jullie in Frankrijk of Rusland’, schrijven de soldaten. Dat idee bleef de hele oorlog lang intact”, aldus Hirschfeld. Aan de rivier de Somme in Frankrijk was Duitsland inderdaad in de verdediging, zegt hij, en dat bepaalde de blik van de soldaten.

Hongerwinter 

De winter van 1916/1917 werd de Duitse hongerwinter. Er ontstonden spanningen tussen boeren en stedelingen over voedsel. Aan het front was ook een gebrek aan alles. Zowel thuis als aan het front stortte de moraal in. Was aan het begin van de oorlog Opferfreudigkeit de grootste deugd, nu ging het om Leidensfähigkeit en doorzettingsvermogen. “In 1918 waren 1 miljoen soldaten afwezig gemeld aan het front.” Dit werd later als een dolkstoot uitgelegd, waarvoor iedere groep naar believen verantwoordelijk kon worden gemaakt. In werkelijkheid, aldus Hirschfeld, werd de oorlog niet verloren door de soldaten of door onvoldoende steun in de Heimat, maar door de overmoedige machthebbers met hun mateloze oorlogsplannen.

Hirschfeld sluit af met een dagboekcitaat van een verpleegster in een veldhospitaal die aan het einde van de oorlog schrijft: “De anderen zijn in overtal. De Duitse soldaat kan niet meer, hij heeft het te slecht.”

De lezing van Gerhard Hirschfeld vond op maandag 2 december 2013 in Amsterdam plaats in de reeks 'Zeithistorische Perspektiven'. In deze reeks spreken vier keer per jaar gerenommeerde buitenlandse historici over actueel onderzoek naar de nieuwste geschiedenis van Duitsland en Europa

Reacties

Maximaal 500 tekens toegestaan

Lees meer:

Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname

Berlijn en Hamburg vind je ook in Suriname

Veel Duitsers wisten vanaf de 17e eeuw hun stempel te drukken op de Nederlandse kolonie Suriname. 'Ze waren graag geziene gasten.'


Lees meer

Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis

Een mondiale blik op de Duitse geschiedenis

Wat levert het op als je de Duitse geschiedenis vanuit een mondiaal perspectief bestudeert? Daarover spraken historici in Amsterdam.


Lees meer

Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht

Duitse keizer Wilhelm II was 'kolonialer' dan gedacht

Onderzoek naar persoonlijke spullen geeft een inkijkje in het koloniale wereldbeeld van de laatste Duitse keizer.


Lees meer

Graphic novels: herdenken in stripvorm

Graphic novels: herdenken in stripvorm

Aansprekende stripromans kunnen worden ingezet om een nieuwe generatie te vertellen over de oorlog. Interview met NIOD-onderzoeker Kees Ribbens.


Lees meer


top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger