‘De Holocaust als puzzel met zes miljoen stukken’
Graduiertenkolleg over wat mensen wisten tijdens de oorlog
Achtergrond - 4 november 2013
‘Wir haben es nicht gewusst’, zeiden veel Duitsers als hen na de Tweede Wereldoorlog naar de vervolging van de Joden werd gevraagd. Later bleek uit onderzoek dat veel Duitsers wel degelijk meer wisten. Ook in Nederland werd afgelopen jaar heftig gediscussieerd over de vraag wat gewone mensen destijds eigenlijk wisten. Tijdens het Graduiertenkolleg in Amsterdam reflecteerden historici afgelopen vrijdag op het Duitse en Nederlandse debat.
“De meerderheid van de Nederlandse bevolking geloofde niet dat gedeporteerde Joden bij aankomst in de concentratiekampen in Polen gedood werden”, zei historicus Bart van der Boom tijdens het Graduiertenkolleg van het Duitsland Instituut Amsterdam. Een jaar geleden verscheen zijn boek ‘Wij weten niets van hun lot. Gewone Nederlanders en de Holocaust’.
Het boek deed veel stof opwaaien. De Volkskrant noemde het in een recensie een “essentiële bijdrage”, NIOD-onderzoekster Evelien Gans leverde in de Groene Amsterdammer stevige kritiek op het boek. Ze vond dat Van der Boom de houding van de Joden reduceerde tot “gehoorzaamheid en angst voor straf”. Het Graduiertenkolleg was georganiseerd om een academische discussie over het boek te voeren en het Nederlandse debat in een bredere context te plaatsen door het met Duitsland te vergelijken.
Weten en consequenties
Kern van de discussie die het boek losmaakte is de vraag wat gewone mensen tijdens de oorlog wisten van de vervolging van de Joden en welke consequenties ze aan hun kennis verbonden. Keken ze weg of gaven ze hulp? In Duitsland heerste in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog het beeld dat een meerderheid van de Duitsers niet meegewerkt had aan de wreedheden. “Niemand was er bij en niemand wist er van. De Holocaust werd door een kleine groep daders buiten de Duitse landsgrenzen uitgevoerd”, zei de Duitse historicus Frank Bajohr. Meer dan vijftig jaar later is dat beeld volgens hem radicaal veranderd. “Nu weten we dat meer dan een kwart miljoen Duitsers meegewerkt hebben aan de moorden. De daders en de Duitse samenleving kunnen niet meer los van elkaar gezien worden”.
Wat Nederlanders tijdens de oorlog dachten en wisten over de vernietigingskampen probeerde Bart van der Boom te achterhalen door meer dan honderd dagboeken te onderzoeken. “Mensen begrepen dat de Duitsers de Joden probeerden uit te roeien, maar ze wisten niet de manier waarop”, zegt Van der Boom. Er werd rekening mee gehouden dat de Joden zware dwangarbeid moesten verrichten, “maar veel Nederlanders geloofden niet dat een meerderheid van de gedeporteerden meteen na aankomst in de kampen werd gedood”. Volgens Van der Boom zagen veel Joden in Nederland de risico’s van onderduiken of deportatie als ongeveer gelijkwaardig. “Daarnaast dachten veel mensen dat de oorlog binnen een paar maanden voorbij zou zijn. Er zijn veel verhalen bekend over mensen die alleen met zomerkleren onderdoken.”
Van der Booms conclusies leverden hem veel kritiek op, ook tijdens het Graduiertenkolleg. Volgens Bajohr is het risico van de benadering van Van der Boom dat zijn boek gelezen kan worden als een poging om de ‘omstander’ te ontlasten. Dat staat haaks op de idee dat veel Nederlanders weet hadden van de Holocaust en zich daar in veel gevallen niet tegen verzet hebben.
Dagboeken
Daarnaast heeft het bestuderen van dagboeken zo zijn eigen problemen. In hoeverre lees je in dagboeken wat mensen echt vinden of weten, zeker in oorlogstijd? “Het voordeel van dagboeken is dat het verhaal vrijwel direct wordt opgeschreven, niet tientallen jaren later zoals bij oral history”, zegt Bajohr. “Maar dagboeken zijn zeer individuele bronnen, die stuk voor stuk op hun eigen manier geïnterpreteerd moeten worden.” Toch verbindt Van der Boom vergaande conclusies aan deze dagboeken. Dat is volgens enkele aanwezigen een stap te ver. Bajohr vertelt over Lore Walb, een Duitse journaliste die vijftig jaar later haar oorlogsdagboeken becommentarieerde. “Zij vertelde dat ze destijds niet had opgeschreven dat ze huilde toen de oorlog uitbrak, omdat ze in haar dagboeken niet als een zwakke vrouw wilde overkomen.”
Het reconstrueren van wat mensen wisten en wat ze met die kennis deden blijft een complexe opdracht voor historici. Vaak kun je uit dagboeken wel een idee krijgen van wat mensen weten, maar de meeste dagboeken gaan niet gepaard met een lijstje van handelingen die voortvloeiden uit die kennis. De geschiedenis van de Holocaust blijft volgens historicus Bajohr daarom “een puzzel met zes miljoen stukken”.
Lees meer:
Museum Die Villa_: 'Hoe meer debat, hoe beter'
In Osnabrück is het museum over de omstreden nazi-jurist Calmeyer geopend. Journalist Ingrid Bosman bracht er een bezoek.
Nazi-bouwwerk Prora in toeristisch jasje gestoken
Na decennia van leegstand en verpaupering is het megalomane nazi-bouwwerk op het Duitse eiland Rügen omgebouwd tot een luxe vakantieoord.
'Duitsland heeft thema dwangarbeid lang verwaarloosd'
Miljoenen mensen werkten tijdens de oorlog onvrijwillig voor nazi-Duitsland. De verwerking daarvan duurt nog altijd voort.
De vermoorde componist
Merlijn Schoonenboom stuit in Rostock bij toeval op de muziek van Dick Kattenburg, een Nederlandse componist die in Auschwitz is vermoord.
Reacties