Merkel knokt voor 'aanrechtsubsidie'
Bonus voor thuisblijvende ouders zorgt voor beroering
Achtergrond - 21 mei 2012
De regering-Merkel wil een financiële bijdrage voor ouders die hun kind niet naar de kinderopvang brengen. Dit Betreuungsgeld is afgesproken in het regeerakkoord maar het verzet is zo hevig dat het nog maar de vraag is of de Bondsdag ermee instemt.
Dat het Betreuungsgeld er komt is een vurige wens van de CSU, de Beierse zusterpartij van de CDU. Die partij houdt Merkel aan de afspraak in het regeerakkoord, ondanks de bezwaren die ook uit haar eigen partij klinken. “Het Betreuungsgeld belast het gezinsbeleid met nieuwe tegenstrijdigheden, die noch de problemen van vrouwen, noch die van kinderen oplossen”, stelt Rita Süssmuth, CDU-politica en voormalig minister van Gezinszaken.
Süssmuth is één van de prominente Duitse vrouwen die in de media protesteerden tegen het Betreuungsgeld. Ze vinden de regeling ouderwets en conservatief en zien de regering veel liever geld investeren in de uitbreiding van het aantal crèches. “De maatregel doet afbreuk aan de opbouw van een goed, landelijk aanbod van kinderopvang” aldus Süssmuth. Ook schrijfster Julia Franck hekelt de maatregel: “De 1,2 miljard die nu in het Betreuungsgeld wordt gestoken, is hard nodig voor de kwantitatieve en kwalitatieve opbouw van kinderopvang.”
'Betreuungsgeld'
Het Betreuungsgeld is een maandelijkse bijdrage van 100 tot 150 euro voor ouders die hun peuters niet naar de kinderopvang brengen. De CSU wil daarmee ouders compenseren voor de subsidie die ze mislopen als ze hun kind niet naar de crèche brengen. Crèches - Kindertagesstätten ofwel Kita’s in het Duits - worden in Duitsland namelijk door de overheid betaald. De regeling zou dus de keuzevrijheid van ouders ten goede komen.
Het Betreuungsgeld maakt deel uit van het Kinderförderungsgesetz (KiföG). Deze wet uit 2008 vormt volgens het ministerie van Gezinszaken “een mijlpaal” in het mogelijk maken van het combineren van werk en opvoeding. De wet moet ook regelen dat er in 2013 voor minstens één op de drie kinderen onder de 3 jaar een kinderopvangplaats is. De overheid betaalt 4 miljard van de benodigde 12 miljard euro om dat doel te realiseren. Het geld is hard nodig: vooral in het westen van Duitsland zijn te weinig plekken in de kinderopvang.
In de financiering van het Betreuungsgeld wordt komend jaar 404 miljoen euro gestoken, de jaren daarop wordt dat bedrag verhoogd naar 1,2 miljard euro. Experts verwachten dat dat bedrag nog oploopt, meldde Spiegel Online in april. Door de lange wachtlijsten voor kinderopvang gaan waarschijnlijk meer ouders dan berekend aanspraak maken op de vergoeding.
Traditionele gezinsvorm
Tegenstanders zien het geld dat nodig is voor de uitbreiding van het aantal crèches nu ‘verdwijnen’ in de financiering van het in hun ogen conservatieve Betreuungsgeld, ook wel Herdprämie, aanrechtsubsidie, genoemd. Het zou een traditionele gezinsvorm stimuleren, waarin de man de kostwinner is en de vrouw het huishouden doet.
De discussie die het Betreuungsgeld losmaakt is opvallend heftig en ideologisch. Ook CDU-Bondsdagleden dreigen tegen de bonus te stemmen. Ze zien de regeling als zoethoudertje voor de CSU en vinden dat die niet strookt met het gezinsbeleid van de regering, dat er juist op is gericht dat vrouwen werk en zorg makkelijker kunnen combineren. Duitsland kampt met een zeer laag geboortecijfer- 1,39 kinderen per vrouw in 2010, ter vergelijking: in Nederland was dat 1,796- en om daar wat aan te doen is het belangrijker te zorgen voor voldoende kinderopvang, zodat werkende vrouwen het krijgen van kinderen niet uitstellen, menen de critici.
Merkel liet onlangs haar macht gelden en zei dat het Betreuungsgeld er komt. Om de tegenstanders voor zich te winnen kondigde ze ook een tien-punten-plan aan dat voor meer opvangplaatsen moet zorgen. Minister van Arbeid Ursula von der Leyen pleitte er maandag voor om de uitwerking van de regeling goed te monitoren zodat bij ongewenste effecten snel kan worden bijgestuurd.
Nederland
Het Duitse en Nederlandse beleid op het gebied van kinderopvang verschilt veel. Zo is de Nederlandse overheid niet direct verantwoordelijk voor het verzorgen van kinderopvang, de autoriteiten moeten ‘slechts’ de kwaliteit van de opvang sturen. Crèches zijn in Nederland private instellingen. De overheid subsidieert de crèches zelf dus niet, maar ouders kunnen wel een deel van de kosten voor de kinderopvang op de overheid verhalen. In Duitsland zijn crèches wel overheidsinstellingen.
Een bonus als het Duitse Betreuungsgeld bestaat niet in Nederland. Wel kunnen ouders een vergoeding krijgen voor de kosten van een gastouder, maar dan moet die via een gastouderbureau zijn aangesteld en over bepaalde certificaten beschikken.
Culturele verschillen
Een opmerkelijk verschil tussen Duitsland en Nederland op het gebied van kinderopvang is een cultureel verschil. In Nederland is de crèche in de eerste plaats een opvang, die het moeders mogelijk maakt om, net als vaders, te blijven werken. In Duitsland is de crèche daarentegen vooral een pedagogisch verantwoorde plek waar kinderen iets leren, bijvoorbeeld hoe ze met leeftijdsgenootjes om moeten gaan.
In de berichtgeving valt ook op dat anders wordt aangekeken tegen moeders die hun kind naar de opvang brengen. Nederlandse moeders geven vaak aan dat ze zich moeten verdedigen als ze hun kinderen vijf dagen in de week naar de kinderopvang brengen. In Duitsland, vooral in het oosten, lijkt het vanzelfsprekender om je kind naar de crèche te brengen. Volgens Dorothee Bär, algemeen secretaris van de CSU, ligt er een grote druk ligt op moeders om hun kind(eren) zo snel mogelijk naar de kinderopvang te brengen en zelf weer aan het werk te gaan.
Reacties