Grens open voor politie
Samenwerkingsverdrag Nederlandse en Duitse politie getekend
Achtergrond - 3 maart 2005
- Auteur:
Pim Huijnen
(2 maart 2005) Met de tekening van het verdrag voor politiesamenwerking tussen Nederland en Duitsland gisteren in Enschede, is een principiële stap gezet. De overeenkomst bevestigt de bevoegdheden voor Nederlandse en Duitse politiemensen op elkaars grondgebied. Een logische zet in een steeds verder integrerend Europa. Hoofdcommissaris van politie Twente Piet Deelman in een interview voorafgaand aan de ondertekening: “We zijn echt toe aan dit verdrag.”
Het verdrag werd gisteren namens Nederland getekend door de ministers Piet Hein Donner (Justitie) en Johan Remkes (Binnenlandse Zaken). Namens Duitsland tekenden de ministers Brigitte Zypries (Justitie) en Otto Schily (Binnenlandse Zaken). Ook de Duitse ambassadeur in Nederland Edmund Duckwitz was aanwezig. Het verdrag geeft de politie de mogelijkheden en bevoegdheden om ook over de grens haar werk te doen. Ook het gebruik van (vuur)wapens wordt mogelijk aan de andere kant van de grens.
Op dit moment hebben Nederlandse politieagenten nog beperkte bevoegdheden als zij zich op Duits grondgebied begeven. Dat hangt voor een deel samen met juridische regels omtrent bijvoorbeeld bewapening, maar ook met de idee van staatssoevereiniteit. Die maakt het principieel onmogelijk een andere macht op het eigen grondgebied toe te laten.
Integratie
Door het proces van Europese integratie is deze zienswijze echter achterhaald, zeker sinds het Schengenverdrag de binnengrenzen van de Europese Unie opengooide. Minister Remkes: “De grens die voor onze burgers praktisch niet meer bestaat, is voor de politie een echte hindernis.”
Hoofdcommissaris Deelman kan daar wel een voorbeeld van geven: “Stel dat we achter iemand aanzitten van wie wij denken dat hij dronken achter het stuur zit, maar hij gaat de grens over. Dan moeten wij nu stoppen aan de grens en via de mobilofoon de Duitse politie moeten doorgeven dat die man daar rijdt. Dan hangt het van toeval af of daar maar net een politieauto in de buurt is, aan de andere kant van de grens. In de nieuwe situatie zullen we zelf achter de man aan kunnen en hem zelf in Duitsland kunnen aanhouden.”
Enschede
Deelman maakt duidelijk dat dit verdrag ontstaan is door een inventarisatie van moeilijkheden die politiemensen ondervonden, sinds ‘Schengen’ hen meer beperkingen oplegde dan normale burgers. Met het verdrag verwacht hij dan ook wezenlijk meer mogelijkheden bij verkeercontroles, criminaliteitsbestrijding en de bestrijding van drugs- en mensenhandel.
Remkes – die het verdrag in dit verband een kwestie van “nood breekt wet” noemde – voegde daar nog een terrein aan toe, dat zeker in de plaats van ondertekening goed ontvangen zal worden: rampenbestrijding. Tijdens de vuurwerkramp in Enschede kregen Duitse hulpverleners met frustrerende barrières te maken voordat ze bijstand mochten verlenen. Dat gaat in de toekomst veranderen. Hulpdiensten worden dan niet meer gehinderd door de landsgrenzen, zoals ook de Mobiele Eenheid (ME) voortaan over de grens kan worden ingezet.
Les
Bij alle voordelen die het verdrag biedt, treden niettemin een aantal praktische problemen op. Bij grensoverschrijdende inzet dient de politie altijd onder het rechtssysteem van het ‘gastland’. Omdat het Nederlandse en Duitse rechtssysteem nogal van elkaar verschillen, zal de politie in beide landen bekend moeten worden gemaakt met het geldende recht in het buurland. Deelman: “Wij gaan het komende jaar duizenden politiemensen opleiden, zodat zij niet alleen de bevoegdheden hebben, maar ook de kennis om aan de andere kant van de grens op te treden.” Ook aan Duitse kant gebeurt dit.
Daarnaast zal het contact tussen de Nederlandse en Duitse politie sterk worden geïntensiveerd. Taalproblemen mogen dan geen belemmerende factor vormen. Dat bevestigt ook Deelman: “Bij samenwerking gaan dingen vaak mis omdat we elkaar niet goed verstaan, letterlijk en figuurlijk.” Daarom gaan de politiediensten in beide landen de komende tijd investeren in taalonderricht. In zijn eigen korps verwacht Deelman op dit gebied evenwel niet veel problemen: “Het Twentse dialect komt erg overeen met plat Duits, dus zolang ze maar dialect met elkaar spreken is er niet echt een taalgrens.”
Sentimenten
Al met al vormt het nieuwe samenwerkingsverdrag, dat naar verwachting begin 2006 in werking zal treden, een niet geringe stap in de Nederlands-Duitse betrekkingen. Deelman is blij dat een dergelijk verdrag inmiddels wordt geaccepteerd binnen de publieke opinie in Nederland en dat oude ressentimenten, voortkomend uit de Tweede Wereldoorlog, niet nog altijd de boventoon voeren. “Het feit dat Duitse politiemensen hier op Nederlands grondgebied zouden optreden was voor velen toch ondenkbaar. Gelukkig zijn we zo ver dat we dat achter ons kunnen laten.”
De eerste belangrijke test van het verdrag, daar zijn alle betrokken ministers het over eens, zal plaatsvinden tijdens het wereldkampioenschap voetbal 2006 in Duitsland. Nederlandse politie zal dan kunnen worden ingezet als ordetroepen om Nederlandse fans van en naar de steden waar de wedstrijden worden gespeeld te kunnen begeleiden. Voorwaarde is natuurlijk wel dat het Nederlandse elftal zich kwalificeert, maar daarvoor kunnen tot hun spijt zelfs de vier aanwezige ministers niet zorgen.
Pim Huijnen is redacteur van het Duitslandweb.
Een verslag van de ondertekening van het politieverdrag is ook te lezen op de website van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Reacties
In het artikel wordt de militaire eenheid genoemd. Ik vermoed dat de mobiele eenheid wordt bedoeld.