Omstreden coalitie in Berlijn
Achtergrond - 8 januari 2002(8 januari 2002) Na bijna drie maanden overleg met verschillende beoogde coalitiepartners maakte de op 21 oktober 2001 gekozen burgemeester van Berlijn, Klaus Wowereit op 9 januari 2002 bekend dat zijn sociaal-democratische partij, de SPD, een regeringsakkoord heeft bereikt met de PDS (opvolger van de communistische SED) van Gregor Gysi.
Wat velen na de verkiezingswinst van de PDS vreesden is nu werkelijkheid: Berlijn zal de komende jaren mede worden geregeerd door de erfgenamen van de partij die verantwoordelijk was voor de bouw van de Muur. Want met 22,6 procent van het totaal aantal uitgebrachte stemmen is de partij ná de SPD en de CDU de op twee na grootste partij in de Duitse hoofdstad. In de meeste oostelijke kiesdistricten kwam de PDS zelfs als grootste partij uit de bus. Dat is voor veel inwoners van Berlijn even slikken. Immers, met de val van de Muur verwachten velen dat de Partij en haar aanhangers voorgoed van het politieke toneel zouden verdwijnen. Niets blijkt minder waar.
De ressentimenten van veel Ossis tegenover het Westen hebben een uitlaatklep gevonden in de Nachfolgepartei, zoals de PDS wordt aangeduid. Alle frustraties over de slechte economische situatie in Berlijn, de hoge werkloosheid en de achtergebleven investeringen in onder meer de infrastructuur zijn hier terug te vinden. In feite is de PDS het enige podium waar het wijd verspreide gevoel van veel Ossis tweederangsburgers te zijn serieus wordt genomen. Dat én de categorische afwijzing van deelname aan de antiterreur coalitie, rond de verkiezingen een hei¸es Thema in Duitsland hebben veel kiezers aangezet PDS te stemmen.
De discussie over de betekenis van de nu aan te treden coalitie speelt zich af op twee niveaus: enerzijds regionaal, wat betekent deze coalitie voor Berlijn? Anderzijds gaat het om de rol van de PDS in de toekomst, met name bij de landelijke verkiezingen in Duitsland op 22 september 2002.
Rood-rode coalitie in deelstaten: opmaat voor een doorbraak in de landelijke politiek?
De SPD regeert nu met de PDS in twee deelstaten (Berlijn en Mecklenburg-Vorpommern) en in een derde deelstaat is de steun van de PDS-fractie onontbeerlijk. Is een dergelijke samenwerking ook denkbaar en acceptabel op landelijk niveau? De SPD worstelt zichtbaar met het dilemma dat zij zonder de PDS in de voormalige DDR-gebieden geen meerderheidsregeringen kan vormen, maar dat samenwerking met de PDS in met name westelijk Duitsland tal van morele problemen oproept. Vooraanstaande politici van de regering Schröder (SPD-Bündis90/Die Grünen) doen daarom hun uiterste best het belang van deze coalitie te beperken tot Berlijn.
Dit natuurlijk in tegenstelling tot de belangrijkste oppositiepartij (CDU/CSU), die de bereidheid van de SPD om op deelstaatniveau coalities met de PDS aan te gaan, zal gebruiken om de onbetrouwbaarheid van de sociaal-democraten te onderstrepen.
Het belangrijkste argument van de SPD om het belang van de rood-rode samenwerking te 'regionaliseren' is uiteraard dat de PDS uitsluitend in de neue Bundesländer (de deelstaten van de vroegere DDR) aantrekkingskracht geniet en dat de partij er niet in zal slagen elders voldoende stemmen te trekken.
Dat lijkt overtuigend, maar met het opschuiven van Bündis90/Die Grünen naar rechts, als gevolg van hun deelname aan de Bondsregering, lijkt er aan de linkerzijde van het politieke spectrum een vacuüm te ontstaan. Een protestpartij als de PDS kan daarvan wellicht profiteren.
En, ook al speelde in de recente verkiezingen in Hamburg een andere protestpartij (de PRO van Schill:19 %) een onverwacht grote rol, het is niet waarschijnlijk dat teleurgestelde kiezers in het westelijk deel van Duitsland de PDS als een alternatief voor bijvoorbeeld Bündis90/Die Grünen beschouwen.
Toch betekent het bestaan van een rood-rode coalitie in de hoofdstad van het land veel meer voor de acceptatie van de PDS als een nationale partij dan de coalitie in Mecklenburg-Vorpommern. Naar verwachting zal de belangstelling voor de samenwerking tussen SPD en PDS aanzienlijk zijn en dat levert vooral veel gratis publiciteit op. In hoeverre dat een gunstige uitwerking heeft op het kiezerspotentieel hangt af van de wijze waarop de PDS zich als betrekkelijk kleine coalitiepartner zal manifesteren.
Daarmee zijn we terug bij Berlijn. Wanneer we er van uit mogen gaan dat veel PDS-stemmers uit onvrede op de partij hebben gestemd omdat ze in de retoriek blijkbaar veel van hun frustraties weerspiegeld zagen, betekent het dat de PDS nogal wat beloftes in te lossen heeft. In een stad die gebukt gaat onder torenhoge schuldenlasten zal dat nog een hele toer blijken.
Weliswaar mag de PDS met Gregor Gysi de senator voor Economische Zaken leveren, één van de vier sleutelposten die hen worden toebedeeld, maar erg veel speelruimte zal hem niet gegund zijn. Om de schuldenlast af te bouwen zijn bezuinigingen op het overheidsapparaat onvermijdelijk. Geen populair thema onder voormalig communisten. Tegelijkertijd is het aantrekken van nieuwe (gedeeltelijk buitenlandse) particuliere investeringen noodzakelijk om de werkloosheid terug te dringen. De vraag is of deze investeerders zich nu uitgerekend door een PDS-senator zullen laten over halen. Standort Berlin zou, aldus een aantal vooraanstaande industriëlen, met de komst van de PDS minder aantrekkelijk worden voor investeerders, die op z'n minst een afwachtende houding aan zullen nemen. Zoals de voorzitter van de Bündnis 90/ Die Grünen-fractie in de Bondsdag, Kerstin Müller nogal vals opmerkte: "de enige ervaring van de PDS als Nachfolgepartei van de SED op economisch gebied betreft het omgaan met failliete boedels".
PDS moet zich nog bewijzen
Het is, al met al, goed denkbaar dat de PDS, als ze eenmaal regeringsverantwoordelijkheid draagt hard door de mand valt en veel van haar kiezers zal moeten teleurstellen. Ook de Groenen hebben immers een hoge prijs betaald voor deelname aan de regering, zowel op deelstaat als op landelijk niveau. Veel van hun principes hebben ze bij moeten stellen, soms zelfs op moeten geven om door te kunnen regeren. Wie dit van de positieve zijde beziet, spreekt van een proces van volwassen worden. Sceptici menen dat de partij haar principes overboord heeft gegooid.
Tenslotte kleeft aan de PDS een probleem dat geen van de andere partijen in Duitsland kent: dat van de legitimiteit. Vooral veel Berlijners zien met verbijstering toe hoe de erfgenamen van de bouwers van de Muur nu als medebestuurders van de stad worden geïnstalleerd.
Ook al heeft de partij in de preambule van het regeringsakkoord enigszins afstand genomen van het verleden, veel slachtoffers van het SED-regime, maar ook veel gewone (West-)Berlijners voelen zich verraden.
Het omstreden verleden van de PDS, als Nachfolgepartei van de SED, zal haar, ook nu ze salonfähig is geworden, nog lang blijven achtervolgen.
Anderen menen daarentegen dat een partij, die op democratische wijze nu eenmaal zoveel stemmen heeft weten te verwerven, het voordeel van de twijfel moet worden gegund. Ook al hopen sommigen onder hen stiekem dat Gysi de mangel van de Sparzwang en de (te) hoge verwachtingen van zijn kiezers niet zal overleven.
Lily Sprangesr is zakelijke directeur van het Duitsland Instituut Amsterdam.
Süddeutsche Zeitung: verkiezingscommentaar
Tagesspiegel: verkiezingscommentaar
Reacties
Geen reacties aanwezig