Voorpublicatie: 'Het mirakel Merkel'
Hoe het meisje van Kohl de machtigste vrouw ter wereld werd
Boeken - 27 april 2012
De politieke carrière van Angela Merkel boezemt ontzag in. Minister onder Helmut Kohl, een aantal jaren later leider van de CDU. Sinds 2005 is ze de eerste vrouwelijke bondskanselier van Duitsland. Maar wie is eigenlijk Angela Merkel? Margriet Brandsma, tot 2010 correspondent voor de NOS in Duitsland, probeert in haar biografie het raadsel Merkel te ontrafelen.
Angela Merkel in het voorjaar van 2012 in een vogelpark in haar kiesdistrict in Mecklenburg-Voorpommeren
Bij Angela Merkel denk je niet meteen aan een vrolijke moppentapper. Maar ze is het naar eigen zeggen wel. Ik zie mezelf als een vrolijk mens, zei ze eens. En voegde daaraan toe dat ze graag moppen vertelt en optimistisch van aard is.
Dat is niet het beeld dat de meeste mensen van haar hebben. Ze komt koel over, een regeringsmachine zonder emoties. Merkel houdt ervan problemen op te lossen, grote visionaire ideeën lijkt ze er niet op na te houden. Ze straalt saaiheid uit, degelijkheid, als je het iets vriendelijker wilt zeggen.
Maar vergis je niet. Als je tegenover haar zit, merk je meteen dat ze heel anders is dan ze op televisie overkomt, vertelt iemand die in de loop der jaren vaak tegenover Angela Merkel heeft gezeten. Een journalist die Merkel volgde op haar vele reizen, noteerde dat ‘geamuseerd’ haar belangrijkste gemoedstoestand is. Merkels hangende mondhoeken weten dat goed te verbergen. Ze kijkt grimmig zonder grimmig te zijn. Ze lacht sneller dan haar mondhoeken bij kunnen houden. Want het is echt waar, Merkel is een opgeruimd mens. (...)
Haar imitaties van Sarkozy en Berlusconi schijnen hilarisch te zijn. Deed ze het maar eens in het openbaar. Als Berlusconi haar openlijk schoffeert, grof beledigt zelfs – zou iemand het Merkel dan kwalijk nemen als ze hem eens te kakken zette? Haar imitatie zou, integendeel, trending topic zijn, een topper op YouTube. Maar vergeet het maar, dat doet Merkel niet.
DDR
Johan Cruijff was haar jeugdidool. Niet dat de jonge Angela erg sportief was, een Bewegungsidiot noemt ze zichzelf. Ze kon op een evenwichtsbalk niet overeind blijven, maar droomde ervan kunstschaatser te worden: juist wat ze níét kan, fascineert haar. Maar sport nee, dat was niets voor haar. Een van de vele absurditeiten in de DDR was dat je geen universiteitsdiploma kreeg als je de 100 meter niet binnen 16 seconden kon lopen. Merkel, Angela Kasner toen nog, heeft veel moeten trainen om dat voor elkaar te krijgen.
Ze verzamelde liever kunstansichtkaarten van Chagall, Klee, Kandinsky. Of ze leerde de namen van West-Duitse ministers uit het hoofd en die van dictatoren. Haar lievelingsliedjes waren ook al zo westers: Je t’aime… moi non plus van Serge Gainsbourg, We All Live in a Yellow Submarine van The Beatles, haar eerste popmuziek. Geen singles of lp’s natuurlijk: ‘Wir hatten Tonbänder, das war damals das Medium.’ Ze hadden bandrecorders, dat was toen het medium.
Merkel wil de beste zijn. Altijd, overal. Als scholier, als wetenschapper, als politicus. Ze heeft ook bewezen dat ze vaak de beste is. Niet in de wetenschap, dat geeft ze ruiterlijk toe: ‘Ik geloof dat ik een goede natuurkundige was. Niet excellent, maar goed.’ Aan haar wetenschappelijke carrière kwam met de val van de Muur een eind, ze stapte over naar de politiek. Maar ook als dat niet was gebeurd, zou ze als natuurkundige, naar eigen zeggen, nooit een Nobelprijs hebben gewonnen.
Politiek als wetenschap
Merkel benadert de politiek als een echte wetenschapper. Bij haar besluiten spelen emoties nauwelijks een rol. Ze handelt pas als ze alles heeft afgewogen. Dat wekt de indruk dat ze besluiteloos is, maar het is gewoon haar stijl, ze kan niet anders. Haar denkpatroon is dat van een natuurwetenschapper en het instrument van een natuurwetenschapper is de proef, het experiment. Gaat het niet volgens de ene methode, dan proberen we het op een andere manier. (...)
Merkel denkt vanuit het resultaat, ‘vom Ende her’, zoals de Duitsers zeggen. Dat resultaat telt, Merkel bedenkt de kansrijkste weg om het te bereiken. En ze zoekt altijd nieuwe uitdagingen. Een leerproces afgesloten? Nächste bitte! Ze verlegt voortdurend haar grenzen. Daarom ook lukte het haar om op haar 35e compleet opnieuw te beginnen: ze stapte over van wetenschap naar politiek en werd bondskanselier. Dat ze vaak is onderschat, heeft haar zeker geholpen. Je zou denken dat ze nu wel bewezen heeft dat je haar beter niet kunt onderschatten, maar het gebeurt nog steeds. (...)
Een apolitieke eigenschap die er ook toe bijdraagt dat ze het zo ver heeft geschopt, is dat ze haar mond kan houden. Daarom heeft ze heel weinig op met mensen die dat niet kunnen. Als vertrouwelijkheid de afspraak is en er komen toch dingen naar buiten, reageert ze genadeloos. Dan is het einde vriendschap, einde baan.
Gevraagd naar haar lievelingseigenschap, zegt Merkel: Verschwiegenheit, zwijgzaamheid. Kohl vroeg haar, in 1994, minister van Milieuzaken te worden. Graag, zei Merkel tegen Kohl. Verder vertelde ze niemand iets. Weken lang bleef het stil, er waren zelfs geen geruchten. Dat was voor Kohl kennelijk zo ongewoon dat hij na een tijdje informeerde of ze wel bij haar besluit was gebleven?
Pinda’s etende gangmaker
Merkel kan ongrijpbaar zijn. Ze is er een meester in om de werkelijkheid aan te passen aan de interviewer met wie ze praat of het medium waar die interviewer voor werkt. Of beide. Vraagt zanger Campino van de punkband Die Toten Hosen of ze eigenlijk ooit jong is geweest, dan hangt ze een melancholiek verhaal op: ‘Op feestjes was ik erg verdrietig omdat ik niet in de muziek kon opgaan. Ik was altijd het meisje dat pinda’s at en niet danste.’ Dat past bij het beeld dat een zanger van een punkband heeft van Merkel. Tegen een volgende interviewer vertelt ze net zo gemakkelijk dat ze altijd volop meedeed, een gangmaker was zelfs. Vraag aan Merkel: Als u terugdenkt aan uw schoolvrienden, hoe kijkt u dan op uzelf terug? Als één van de velen of als aanvoerder? Merkel: ‘Als aanvoerder.’ (...)
Is het tactisch om te benadrukken dat haar jeugd in de DDR gelukkig was (bijvoorbeeld omdat het lezerspubliek dezelfde achtergrond heeft) dan vertelt Merkel dat ze in de zomervakanties nichtjes en neefjes uit het westen op bezoek kreeg: ‘Ik heb die zomervakanties gebruikt voor een vergelijking, heb gekeken of kinderen in het westen gelukkiger zijn dan die in het oosten. Ik kwam tot een bevredigende balans. Die kinderen hadden weliswaar dingen die ik niet had, maar wij hadden bossen en meren – ze voelden zich bij ons altijd erg op hun gemak.’
Komt het beter uit te benadrukken dat ze wel degelijk inzag dat het leven in de DDR beperkingen had, dan is dat voor Merkel ook geen probleem. En als haar verhalen over vroeger iets te veel uiteenlopen en Merkel de vraag krijgt hoe dat zit, beroept ze zich op haar geheugen: zeer goed als het om de korte termijn gaat, slechter als dingen langer geleden zijn. Op leugens is ze nooit betrapt.
Reacties
Geen reacties aanwezig