Het dolen van de dertiger
‘Die Habenichtse’ van Katharina Hacker

Boeken - 29 november 2006

(29 november 2006) De roman ‘Die Habenichtse’ (de onbedeelden) van de Duitse schrijfster Katharina Hacker, die onlangs de gerenommeerde Deutscher Buchpreis won, beschrijft de huidige generatie dertigers: een generatie die verloren is in de eeuwige tegenstelling tussen totale vrijheid en het noodlot.

Op elf september 2001 ontmoeten Jacob en Isabelle elkaar na tien jaar weer op een feestje in Berlijn. Opnieuw worden de advocaat en de grafisch ontwerpster verliefd. Jacob heeft, na hun eerdere kortstondige affaire, al die jaren op Isabelle gewacht. Zijn wachten was een protest tegen de verlammende vrijblijvendheid van zijn generatie, maar nu hij een relatie met Isabelle krijgt, steekt de angst voor het maken van keuzes weer de kop op.

In dit voortdurende conflict tussen de verwerping van vrijblijvendheid en het onvermogen zich te beperken, dreigt een totaal verlies van identiteit. Deze fundamentele verwarring zorgt ervoor dat Hackers hoofdpersonen geen beslissingen kunnen nemen of uitdrukking kunnen geven aan hun gevoelens. Hierdoor hebben zij passies noch overtuigingen.

Context

Deze problematiek wordt geïllustreerd doordat Hacker haar roman omlijst met de aanslagen van elf september op de Twin Towers in New York en de oorlog in Irak.  Wanneer Jacob en Isabelle de krantenkoppen lezen, voelen zij zich mijlenver van de ‘nieuwe’ wereld verwijderd. De door Bush geproclameerde verandering is immers alleen mogelijk als men bewust is van zijn eigen identiteit, en dat missen de protagonisten van Hackers roman nou net.

Hoewel Jacob en Isabelle vastzitten in hun vervreemding van de buitenwereld, blijkt de maatschappelijke context wel degelijk invloed op hun leven te hebben, wanneer Jacobs vriend Robert omkomt bij de aanslagen van elf september. Jacob mag nu Roberts plaats innemen bij een advocatenkantoor in Londen. Het stel vertrekt uit Duitsland in de hoop dat een verandering van woonplaats de ontevredenheid over hun ogenschijnlijk volmaakte leven zal wegnemen. Door de mogelijkheden die hun maatschappelijke succes biedt, lijkt een nieuw begin altijd mogelijk. Zo beweert Jacob: ‘Het komt me zo absurd voor dat men zich laat beïnvloeden door de plek waar hij geboren is.’

Deze ontkenning van elke grens en beperking wordt door de Duitse achtergrond van de hoofdpersonen nog aangescherpt. Jacob vertelt dat hij het verdwijnen van de Bondsrepubliek, waarin hij is opgegroeid, als een verlies van zijn vaderland heeft gevoeld. Het gebrek aan identiteit en gevoel van vrijblijvendheid van de hoofdpersonen is dus ook op de Duitse geschiedenis terug te voeren. Op deze manier wordt de Duitse dertiger in Hackers roman dus voorgesteld als het archetype van zijn generatie bij uitstek.

Uiterlijke schijn

Jacob beweegt in de liefde heen en weer tussen ideeën van vrijblijvendheid en voorbestemming. Maar opmerkelijk genoeg blijkt uit ‘Die Habenichtse’ dat de keuzevrijheid van deze generatie ook in verregaand conformisme kan ontaarden. Omdat de hoofdpersonen niet in staat zijn hun eigen vormen en rituelen te creëren, vallen Jacob en Isabelle voortdurend terug op tradities. Zo trouwt het stel bijvoorbeeld, omdat dat zo ‘passend’ is. Het blijkt echter dat hun strak gepolijste leven alleen van de buitenkant bezien perfect is; Jacob heeft op jonge leeftijd zijn moeder verloren, terwijl Isabelle’s kinderjaren vreugdeloos zijn verlopen. Omdat zij niet weten hoe zij op een oorspronkelijke manier uiting kunnen geven aan verdriet en herinnering, klampen zij zich vast aan de uiterlijke schijn en perfectie van carrière en huwelijk. Voor het grote lijden is in hun leven geen plaats. Zo denkt Isabelle op een gegeven moment: ‘Het kon overal zijn, in Bosnië, in Bagdad, het was altijd het tegendeel van hun eigen leven. Alsof de hoeveelheid lijden al bepaald was en alleen de verdeling open was.’ De verre oorlogen waar de kranten over schrijven, lijken het enige format voor lijden te bieden; een vorm waar het yuppenstel Jacob en Isabelle niets mee kan beginnen.

Dit onvermogen heeft tot gevolg dat zij het drama in hun eigen leven maar moeilijk serieus kunnen nemen. Wanneer het echtpaar in Londen door een bende op straat wordt overvallen, brengt dit bij Isabelle vooral een gevoel van absurdisme teweeg: ‘Het schoot Isabelle door het hoofd dat het allemaal komisch was, een overval, die minder angstwekkend voor haar was dan een toneelstuk.’ In Londen gaat het dolen aanvankelijk dus gewoon door - met het verschil dat deze nieuwe omgeving de vraag naar verandering en identiteit nog meer op scherp zet.

Emmer

Ondertussen praten Jacob en Isabelle steeds minder met elkaar. Hun relatie lijkt een windstil eiland: elke dynamiek tussen beide ontbreekt, elke ontwikkeling daarom ook. De roman wordt een stuk afwisselender als zij deze dynamiek op den duur bij andere personen vinden. Jacob krijgt een haast erotische verstandhouding met zijn baas Bentham, een oudere homoseksueel. Maar de intellectuele uitwisseling tussen Jacob en Bentham graaft niet altijd even diep. De ontmoetingen tussen Isabelle en de drugsdealer Jim zijn interessanter. Isabelle wordt aangetrokken door zijn hardvochtigheid, waardoor haar hulpeloze en tegelijkertijd vaak kille distantie tot de wereld om haar heen flink op de proef wordt gesteld. Aan het einde van het boek leren Jacob en Isabelle dat geloof en mededogen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zij verlaten hun verlammende zelffixatie in het uiteindelijke besef dat alleen de hoop op verandering de liefde voor de ander kan vangen en vormen.

‘Die Habenichtse’ wordt door geen enkele moraal gedetermineerd, waardoor het verhaal de spannende suggestie van een onderzoek wordt meegegeven. Het zwakke aan deze roman is echter dat Jacob en Isabelle wel met erg veel ellende en extreme omstandigheden moeten worden geconfronteerd, voordat zij eindelijk hun beperkingen erkennen. De lezer raakt daardoor aan de ene kant nogal geïrriteerd door de dwalende leegte van de hoofdpersonen, terwijl de emmer maatschappelijke problematiek die over hen wordt uitgestort, soms wat vermoeiend werkt.

Merel Leeman is freelance journaliste.

Katharina Hacker, ‘Die Habenichtse’
Uitgeverij Suhrkamp, Frankfurt am Main 2006, € 17,80
ISBN 3 518 41739 8
De Nederlandse vertaling zal binnenkort verschijnen bij Meulenhoff

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger