Vader en dochter in driehonderd brieven
Briefwisseling tussen Sigmund en Anna Freud
Boeken - 17 juli 2006
(17 juli 2006) Sigmund Freud, grondlegger van de psychoanalyse, was een zorgzame vader. Hij had zes kinderen, drie zonen en drie dochters, en ze waren hem allen even lief. Maar met de jongste, de in 1895 geboren Anna, ontwikkelde zich in de loop der jaren een heel bijzondere relatie, gebaseerd op diepe, wederzijdse genegenheid en een gemeenschappelijk werkterrein: de psychoanalyse.
Anna Freud verliet nooit het ouderlijk huis, dat tot juni 1938, toen de nazi’s de familie Freud verdreven, was gelegen aan de Berggasse in Wenen. Ze was een uiterst toegewijde dochter die haar leven steeds meer in dienst stelde van leven en werk van haar vader, zonder daarbij haar onafhankelijkheid en zelfstandigheid prijs te geven.
Hoe die liefdevolle en van wederzijdse zorg vervulde relatie zich door de jaren heen ontwikkelde, kan nu worden nagelezen in de briefwisseling tussen vader en dochter. Die brieven, geschreven tussen 1904 en 1938, werden nooit eerder gepubliceerd, maar tussen de boeken die dit jaar zijn verschenen naar aanleiding van de honderdvijftigste verjaardag van Freud, bevindt zich nu deze briefwisseling, voortreffelijk uitgegeven door Ingeborg Meyer-Palmedo. Ze bevat bijna driehonderd brieven, ansichtkaarten en telegrammen. Het boek kent een uitgebreid notenapparaat, zodat het ook door niet-freudianen met vrucht kan worden gelezen.
Vakantiebrieven
De brieven hebben meerdere aantrekkelijke kanten. Ze zijn goed geschreven, en vooral Anna toont in haar brieven een literaire begaafdheid. Verder wordt men al lezende opgenomen in de familie, en wel op tweeërlei wijze. Er is allereerst de eigenlijke familie Freud, die in de brieven een belangrijke plaats inneemt. Maar daarnaast was er ook de psychoanalytische familie, bestaande uit Freuds trouwe bondgenoten bij de verspreiding en uitoefening van de psychoanalyse in Europa. Daartoe behoorden Ernest Jones in Londen, Karl Abraham en Max Eitingon in Berlijn, Sándor Ferenczi in Boedapest. Deze kleine gemeenschap van vertrouwelingen telde ook enkele vrouwen: Lou Andreas-Salomé uit Göttingen, Dorothy Burlingham, de Nederlandse Jeanne Lampl-De Groot en prinses Marie Bonaparte. Zij zouden allen een rol in het leven van Anna spelen.
Een groot deel van de brieven is ontstaan in vakantieperiodes. Vader en dochter woonden in hetzelfde huis, dus was er meestal geen reden elkaar te schrijven. Dit veranderde in de zomermaanden. Freud was een harde werker, maar in juli verliet hij Wenen om in Bad Gastein of Karlsbad wat voor zijn gezondheid te doen en te schrijven aan zijn omvangrijke oeuvre. Anna ging dan, vaak samen met een vriendin, elders op vakantie, meestal ergens in de Alpen. Maar het contact tussen beiden brak niet af. Bijna dagelijks werden er brieven verstuurd.
De brieven onthullen dat vader en dochter aanvankelijk van mening verschilden over de toekomst. Freud ontketende weliswaar een revolutie in de psychologie en psychiatrie, maar was verder een conservatieve man met negentiende-eeuwse opvattingen over de positie van de vrouw. Zijn overijverige Anna, zo vond hij, moest leren zich te amuseren zoals andere meisjes. En vervolgens moest ze trouwen, zoals ook haar oudere zussen hadden gedaan. Want dat was nu eenmaal de bestemming van de vrouw.
Toen Anna dit laatste las, was ze pas negentien jaar oud en bevond ze zich in Engeland. Freud waarschuwde haar voor de avances van de bevriende psychoanalyticus Ernest Jones. Tegelijkertijd schreef hij Jones zijn dochter met rust te laten, want die "had nog helemaal geen seksuele verlangens". Wat de Amerikaanse historicus Peter Gay in zijn monumentale Freud-biografie de opmerking ontlokt: "Beweren dat Anna, een volwassen jonge vrouw, geen seksuele gevoelens had, klonk naar een conventionele bourgeois die nog nooit Freud had gelezen."
In haar vaders voetsporen
Als het om zijn dochter ging, hield Freud zich niet aan de door hem zelf opgestelde richtlijnen. In 1918 ging hij Anna analyseren, ofschoon dat eigenlijk indruiste tegen de regel dat psychoanalyticus en patiënt elkaar niet behoorden te kennen.
Anna had duidelijk eigen ideeën over haar toekomst. Ze toonde al jong belangstelling voor de psychoanalyse, las de boeken van haar vader en volgde zijn colleges. Anna, opgeleid tot onderwijzeres, wilde na 1918 ook op professioneel vlak in zijn nabijheid zijn. Freud heeft dat geaccepteerd. Hij nam haar in 1920 mee naar het internationale psychoanalytische congres in Den Haag en stimuleerde haar werk voor de eigen uitgeverij van psychoanalytische werken en tijdschriften. In 1922 werd Anna lid van de Weense Psychoanalytische Vereniging.
Hoezeer Freud zijn dochter liefhad, bewijst zijn brief van 6 december 1920, toen Anna 25 jaar werd. “Je bent nu zou oud als de psychoanalyse. Jullie beiden hebben me zorgen bereid, maar in feite verwacht ik meer plezier te beleven aan jou dan aan haar.’
Ziekte
In 1923 veranderde het leven van vader en dochter ingrijpend. Bij Freud werd een kankergezwel in het zachte gehemelte geconstateerd en hij moest meerdere malen worden geopereerd. Maar hij aarzelde Anna’s aanbod te aanvaarden hem te verplegen. Freud schreef: “Je wens wil ik niet direct inwilligen. Je moet niet te vroeg in de treurige functie belanden van verzorgster van oude, zieke ouders.’
Maar het liep anders. Freud werd nooit meer helemaal gezond en Anna ontpopte zich tot zijn steun en toeverlaat. Ze zorgde voor hem, begeleidde hem en verving hem bij internationale congressen. Daarnaast ontwikkelde Anna haar eigen praktijk, waarbij ze vooral kinderen analyseerde, schreef boeken en was secretaris van de Internationale Psychoanalytische Vereniging. Toen in het voorjaar van 1938 in Wenen op gruwelijke wijze de jodenvervolging begon, trof Anna de voorbereidingen voor Freuds ballingschap in Londen, waar hij op 23 september 1939 stierf.
- 'Sigmund Freud Anna Freud Briefwechsel 1904-1938'
Uitgegeven door Ingeborg Meyer-Palmedo, S. Fischer, Frankfurt 2006, 679 blz.
ISBN: 3 100 22750 6; € 34,90
Reacties
Geen reacties aanwezig