The Claims of Culture. Equality and Diversity in the Global Era
Seyla Benhabib

Boeken - 20 januari 2005

(20-01-2005) De vraag 'wie zijn wij?' wordt op het moment in Europa en de VS als zeer urgent ervaren. Die conclusie dringt zich althans op als we een aantal politiek-theoretische en -filosofische publicaties van de afgelopen tijd overzien. 'Who are We?' is zelfs de titel van het laatste boek van de Amerikaanse conservatief Samuel Huntington. Deze vraag leeft echter niet minder aan links-liberale zijde, zoals blijkt uit het recentste boek van politiek filosoof Seyla Benhabib (1950), één van de belangrijkste hedendaagse vertegenwoordigers van het model van de deliberatieve democratie binnen de politieke filosofie.

Door Marieke Borren

De context waarbinnen Benhabib de vraag naar de eigen identiteit aan de orde stelt wordt gevormd door hedendaagse debatten over de multiculturele samenleving, immigratie en internationale rechtvaardigheid in Europa. Want hoewel ze al vele jaren werkzaam is in de VS, heeft Benhabib vanuit haar eigen Joods-Turkse achtergrond en haar scholing bij Jürgen Habermas een grote belangstelling voor de Europese maatschappelijke en politieke situatie.

Hoe gaan we in een multi-etnische en multiculturele liberale democratie om met de 'claims van culturen' op een officiële erkenning van hun identiteit? Zitten er grenzen aan deze erkenning, en zo ja, welke zijn dat en door wie worden ze bepaald? Vragen die in Europa spelen in discussies over integratie en inburgering, waaronder het debat over de hoofddoek en islamitische scholen. Benhabib problematiseert holistische cultuuropvattingen, waarin cultuur wordt voorgesteld als coherente en homogene eenheid. Daartegenover stelt ze dat alle culturen radicaal meervoudig en hybride zijn; niet zozeer vanuit een cultuurrelativistisch pleidooi voor diversiteit, maar om de rechten en morele status van individuele burgers in bescherming te nemen tegen het argument van 'culturele eigen(-aardig)heid'. Met name vrouwen en kinderen betalen voor dit laatste argument de prijs, luidt Benhabibs kritische boodschap.

Haar meerstemmige cultuurbegrip heeft zijn parallel in een identiteitsmodel dat narratief en dialogisch van aard is. Identiteiten worden niet vormgegeven door een ondubbelzinnig cultureel verhaal, maar in het intra- en interculturele gesprek tussen een verscheidenheid aan verhalen, of 'complexe culturele dialogen'.

In het laatste deel van het boek verschuift Benhabib haar aandacht naar een ander groot vraagstuk van onze tijd: de veranderende betekenis van burgerschap door toenemende migratiestromen. De kern van de dilemma's van de moderne liberaal-democratische natiestaat die hierdoor aan het licht treden, vat Benhabib samen als een 'constitutieve spanning' tussen nationale soevereiniteit enerzijds en de betrokkenheid op het ideaal van wereldburgerschap en respect voor mensenrechten anderzijds. Het eerste maakt dat naties wanneer zij dat nodig achten restricties op kunnen leggen aan de instroom van buitenlanders (vluchtelingen, asielzoekers). Het tweede, universalistische moment beperkt dit particularisme. Benhabib verdedigt een beleid van 'poreuze grenzen' tussen soevereine politieke eenheden en een differentiatie van burgerschapsrechten. Immigranten zouden op sommige burgerrechten aanspraak moeten kunnen maken, zonder dat ze op volledig burgerschap aanspraak kunnen maken. Europa fungeert daarbij voor haar als een soort laboratorium.

Concluderend: de vraag 'wie zijn wij?' kan volgens Benhabib, anders dan Huntington, niet met een verwijzing naar een essentialistische culturele of nationale identiteit worden beantwoord. 'Wij Nederlanders' bestaan eigenlijk niet, evenmin als 'wij Moslims' of 'wij Europeanen'. De scheiding tussen 'wij' en 'zij', vriend en vijand, is de inzet van permanente strijd en onderhandeling.

Waardering

Ik waardeer vooral Benhabibs poging de complexe vragen, thema's en spanningen van onze tijd te articuleren. Veel minder bevredigend - want weinig radicaal - zijn de antwoorden en uitwerkingen van deze steeds pragmatischer, gematigder en liberaler denkende filosoof.
Economische factoren - het neoliberalisme - lijken totaal over het hoofd gezien te worden, wat nogal verbazingwekkend is voor een boek dat een zeker inzicht probeert te verwerven in onze 'global era'.

Marieke Borren maakt deel uit van het Graduiertenkolleg van het Duitsland Instituut Amsterdam. Zij schrijft een proefschrift over Hannah Arendts filosofie van de vriendschap.

  • Seyla Benhabib, 'The Claims of Culture. Equality and Diversity in the Global Era', Princeton University Press, Princeton and Oxford, 2002; 245 pagina's; ISBN 0 691 04862 2; € 15,50

Reacties

Geen reacties aanwezig

Maximaal 500 tekens toegestaan

top
Op deze site worden cookies gebruikt, wilt u hiermee akkoord gaan?
Accepteer Weiger