Column Brzeski: Duitse oppervlakkigheid
Beierse CSU speelt in op angst voor Roemenen en Bulgaren
Columns - 16 januari 2014
Nu de grenzen van de Duitse arbeidsmarkt open zijn voor Roemenen en Bulgaren, zijn veel Duitsers bang dat zij alleen voor een uitkering naar Duitsland komen. De Beierse CSU speelt in op die angst. Onterecht, zegt ING-econoom Brzeski.
Politiek populisme floreert niet alleen in economisch slechte tijden, maar vooral in economisch goede tijden. Kijk maar naar Nederland of Oostenrijk begin jaren 2000. Duitsland leek lange tijd immuun voor dit nieuwe Europese fenomeen. Zelfs de anti-europartij, de AfD, is na de verkiezingen weer in de vergetelheid verdwenen. Dat lijkt te veranderen. Geluiden tegen Europa en tegen immigratie krijgen een nieuw gezicht. Duitsland heeft plots zijn eigen Tea Party: de Beierse CSU.
Sinds begin dit jaar zijn de grenzen van de Duitse arbeidsmarkt open voor Roemenen en Bulgaren. Veel Duitsers zijn niet alleen bang voor de goedkope werknemers, maar vooral voor het 'sociaal toerisme'. Buitenlanders die enkel voor de uitkeringen en sociale bijstand naar Duitsland komen. De Beierse CSU heeft uitstekend ingespeeld op het buikgevoel van de mensen met de slogan 'Wie bedriegt, die vliegt'. Toen de Europese Commissie onlangs zei dat werkzoekende buitenlanders niet principieel van sociale voorzieningen mogen worden uitgesloten, gingen de Beierse spindoctors waarschijnlijk door het dak van vreugde.
Met buitenlandse profiteurs kan je bij de kiezers goed scoren, maar inhoudelijk is het een schijndiscussie die rond de feiten heen draait. Toen de Duitse arbeidsmarkt openging voor de eerste Oost- Europese landen weerklonken dezelfde kreten. Er is echter niks gebeurd. Integendeel, inmiddels telt Duitsland 16 miljoen inwoners met een migratieachtergrond. De meesten verdienen hun geld met werken en betalen belastingen. Er zijn geen no-go-zones in Duitse steden of escalerend geweld van perspectiefloze jonge allochtonen.
Meerdere partijen in andere Europese landen hebben al verkiezingen gewonnen door van dingen die geen probleem zijn er een te maken. Maar wat misschien goed is voor electorale winst, is slecht voor de economie. Duitsland heeft geen populistisch, maar een inhoudelijk immigratiedebat nodig. Het is een van de snelst vergrijzende Europese landen. De bevolking krimpt van 80 miljoen nu naar 65 miljoen tegen 2050. Daardoor zakt de structurele economische groei van ruim 1 procent naar minder dan 0,5 procent. Immigratie zou voor Duitsland een zegen zijn. Een ruwe berekening: met een netto-immigratie van 200.000 per jaar zou de Duitse bevolking tegen 2050 slechts krimpen tot 75 miljoen. Duitsland heeft immigranten nodig wil het ook de komende decennia de Europese conjunctuurlocomotief blijven.
Als het om Europa en immigratie gaat, verslaat het buikgevoel bijna altijd de exacte cijfers. Maar met te veel oppervlakkigheid en kortetermijndenken mist Duitsland een grote kans voor de eigen toekomst.
Carsten Brzeski is Senior Economist bij ING in België voor de Eurozone en Duitsland en schrijft regelmatig in Nederlandse en internationale media. Deze column is met toestemming overgenomen uit de Belgische krant De Tijd.
Reacties
Geen reacties aanwezig